Toegangseisen
De BSA-norm is behaald en beide Themacolleges zijn met een voldoende afgerond.
Beschrijving
Aan het eind van de Middeleeuwen telde Nederland niet minder dan 600 kloosters, waarvan twee derde door vrouwen werden bevolkt. Ze waren in ruwweg twee golven tot stand gekomen: één in de twaalfde en dertiende eeuw, in de vorm van grond bezittende abdijen, gevestigd op het platteland, en één in de late veertiende en vijftiende eeuw, van bescheiden maar volkrijke stadskloosters. De variatie in functie en specialisatie was groot. Zowel klassieke benedictijnenstichtingen en bedelordeconventen, als begijnengemeenschappen en kleinschalige huizen van in de terminale zorg gespecialiseerde cellebroeders maakten er deel van uit. Anders dan vaak gedacht leefden zij niet afzijdig van de wereld maar juist in functie ervan. Met hun gebeden en goede werken voorzagen zij in een sterke vraag naar heilsbemiddeling. Ze zijn daarom wel getypeerd als ‘verzekeringsbedrijven en voor het hiernamaals’, wier groei en bloei mede afhankelijk was van de eisen die daaraan door het publiek werden gesteld. In dit college wordt de ontwikkeling van het kloosterwezen in een sociale en politieke context geplaatst, met aandacht voor de herkomst van de kloosterlingen en de belangen van de begunstigers, alsook met het oog op de religieuze conjunctuur. Daarbij worden voor een aantal orden de nederzettingen in kaart gebracht en worden de kloosterlandschappen in verschillende gewesten met elkaar vergeleken.
Bij de literatuurstudie voor dit werkcollege zal aangesloten worden bij de thematiek die behandeld wordt in het Kerncollege ‘Grenzen van de Macht’.
Leerdoelen
Algemene leerdoelen
De student kan:
1) een gezamenlijke opdracht succesvol uitvoeren;
2) een onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
a. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
b. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
c. een wetenschappelijk debat analyseren;
d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen3) reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd;
4) een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van de eerstejaars Themacolleges, en daarbij;
a. een realistische planning hanteren;
b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
d. feedback geven en ontvangen;
e. aanwijzingen van de docent verwerken.5) participeren in de discussies tijdens colleges.
Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting
6) De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Werkcollege behoort, meer specifiek bij de afstudeerrichting Middeleeuwse Geschiedenis: van de middeleeuwse grondslagen van de Europese geschiedenis; in het bijzonder van etniciteit, staatsvorming, internationale handel en scheepvaart, en contacten met de buiten-Europese wereld.
7) De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting, met speciale aandacht bij de afstudeerrichting Middeleeuwse Geschiedenis voor het gebruik van laatmiddeleeuwse administratieve bronnen en geschiedschrijving met betrekking tot de Nederlanden in brede zin; paleografie, bronnenkunde.
Leerdoelen, specifiek voor dit college
8)De student heeft een goede kennis van de ontwikkeling van het kloosterwezen in middeleeuws Europa.
9) De student heeft inzicht in de historiografie van de relatie tussen kloosters en maatschappij in de Noordelijke Nederlanden.
Rooster
Onderwijsvorm
- Werkcollege met aanwezigheidsplicht
Dit houdt in dat studenten bij alle werkcolleges aanwezig moeten zijn. Indien een student toch verhinderd is dient hij dit vooraf te melden aan de docent. De docent bepaalt vervolgens of, en zo ja, hoe het gemiste college door een vervangende opdracht kan worden ingehaald. Als er specifieke beperkingen zijn bij een college dan maakt de docent dat aan het begin kenbaar. Indien de student niet voldoet aan voornoemde voorwaarden, wordt deze uitgesloten van deelname.
Studielast
Totale studielast 10 EC x 28 uur = 280 uur.
Bijwonen college: 13 x 2 uur = 26 uur
Voorbereiden college: 13 x 4 uur = 52 uur
Maken opdracht(en) : 40 uur
Schrijven werkstuk (inclusief bestuderen literatuur): 162 uur
Toetsing
Toetsing
Werkstuk (6000 woorden, gebaseerd op literatuur, inclusief noten en bibliografie)
etoetste leerdoelen: 2-4, 7, 8-9Mondelinge presentatie
getoetste leerdoelen: 3-4Participatie
getoetste leerdoelen: 5 -9Opdrachten (samenwerkingsopdracht, webpostings en opdrachten ter voorbereiding van het werkstuk)
getoetste leerdoelen: 1-2, 6-8
Weging
Werkstuk: 65%
Referaat: 15%
Participatie: 10%
Opdrachten: 10%
Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn..
Deadlines
Voor het inleveren van deopdrachten en het werkstuk geldt de deadline, zoals aangegeven in de corresponderende Blackboard cursus.
Herkansing
Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de deadline zoals aangegeven in de corresponderende Blackboardcursus.
Inzage en nabespreking werkstuk
Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het werkstuk wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de inzage en nabespreking van het werkstuk plaatsvindt.
Blackboard
Blackboard wordt gebruikt voor:
publiceren collegeschema
publiceren inleidende collegestof
communiceren deadlines opdrachten en werkstuk
Literatuur
R.W. Southern, Western Society and the Church in the Middle Ages (Harmondsworth, diverse drukken, vanaf 1970), hoofdstukken 6 (The Religious Orders) en 7 (Fringe Orders and Anti-Orders), pp. 214-358
C.H. Lawrence, Kloosterleven in de Middeleeuwen in West-Europa en de Lage Landen (Pearson Benelux, 2004), 389 pp.
Aanmelden
Inschrijven via uSis is verplicht.
Algemene informatie over uSis vind je op de website.
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Niet van toepassing
Contact
Hans Mol
e-mail: hmol@fryske-akademy.nl
Bezoek op afspraak: Johan Huizingagebouw, kamer 170B
Opmerkingen
Geen bijzonderheden