Studiegids

nl en

Overheidsaansprakelijkheid

Vak
2024-2025

Toegangseisen

Het succesvol hebben afgerond van de bachelor Rechtsgeleerdheid.

Beschrijving

Kan de Nederlandse Staat aansprakelijk worden gehouden voor schade door gasboringen in Groningen? Kan de overheid aansprakelijk zijn voor schade die ontstaat door een appellabel besluit dat wegens een motiveringsgebrek wordt vernietigd? Waarom is de wetgever overgegaan tot een volledig forfaitaire wijze van afbakening van het ‘normaal maatschappelijk risico’ bij schade in de vorm van waardedaling van onroerende zaken door rechtmatig overheidshandelen op grond van de Omgevingswet? Dit zijn slechts enkele vragen die recent aan de orde waren in de omvangrijke en veel besproken jurisprudentie en wetgeving op het gebied van de overheidsaansprakelijkheid.

In dit vak worden de belangrijkste deelgebieden van het overheidsaansprakelijkheidsrecht behandeld, waaronder rechtsmachtverdeling en de aansprakelijkheid voor onrechtmatige besluiten, onrechtmatige rechtspraak, schending van EU-recht, én rechtmatig overheidshandelen (nadeelcompensatie en planschadevergoeding). Zo verwerft u grondige kennis van de bijzondere regels die gelden in — en zijn toegesneden op — de verhouding burger-overheid, zoals die inzake de leer van de formele rechtskracht. Die regels zijn primair nationaalrechtelijk van aard, en krijgen soms een bijzondere inkleuring omdat de overheid partij is. Dat leidt dan tot niet altijd eenvoudig te begrijpen of te voorspellen rechtspraak over bijvoorbeeld causaliteit en relativiteit. Naast de nationaalrechtelijke regels speelt de invloed van Europeesrechtelijke ontwikkelingen een belangrijke rol. De EVRM-rechten (denk alleen al aan artikel 1 EP EVRM — het recht op ongestoord genot van eigendom) worden steeds vaker ingeroepen, terwijl op EU-gebied vooral de Köbler- en Kühne & Heitz-rechtspraak veel aandacht heeft getrokken. Dat de aansprakelijkheid van de overheid mede wordt beïnvloed door rechtspolitieke overwegingen wordt ondertussen niet uit het oog verloren. In dat kader komen onder andere de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten, en de (Invoeringswet) Omgevingswet aan bod. Deze wetten hebben belangrijke materiële en procedurele consequenties voor de overheidsaansprakelijkheid.

U krijgt les van docenten die werkzaam zijn in de praktijk, bijvoorbeeld als rechter of advocaat. Hun ervaring komt in het onderwijs naar voren. Ook de praktische oefening die u in het kader van dit vak moet afleggen (zie hierna onder ‘Toetsing’) bekwaamt u in de (schrijf)vaardigheden die u in de beroepspraktijk nodig zult hebben. Indien organisatorisch mogelijk, woont u gedurende het vak een zitting in een schadegeschil bij op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarbij komt ook aan bod wat de rol is van de verschillende actoren in het overheidsaansprakelijkheidsrecht (de procesvertegenwoordigers, de juristen bij de Raad van State, de staatsraden en de vertegenwoordigers van de overheid).

Duurzaamheid is geen zelfstandig thema binnen het vak overheidsaansprakelijkheidsrecht. Wel heeft dit rechtsgebied grote invloed op aan de overheid gerelateerde duurzaamheidsvraagstukken. Reeds de vrees voor aansprakelijkheid — bijv. vanwege aan de Urgenda en Shell jurisprudentie ontleende argumenten — kan immers aanleiding geven tot duurzamere keuzes in beleid, regelgeving en uitvoering. Het overheidsaansprakelijkheidsrecht kan dus enerzijds worden ingezet om duurzaamheid te bewerkstelligen, maar kan anderzijds ook een potentiële remedie bieden wanneer het woon-, leef-, en werkmilieu van burgers ten onrechte wordt verstoord. Dient defensiepersoneel dat gezondheidsschade heeft opgelopen door werk met chroom-6 houdende verf te worden gecompenseerd? Dienen inwoners van gebieden die zijn overstroomd door een uit haar oevers tredende Maas door de overheid te worden gecompenseerd? Na afloop van het vak zult u een redelijke inschatting kunnen geven van het antwoord op dit soort vragen.

Leerdoelen

Het vak stelt zich primair ten doel studenten intensief te trainen in de beantwoording van complexe vragen ten aanzien van de aansprakelijkheid van de overheid, veelal op het grensgebied van het bestuursrecht en het burgerlijk recht.

Na afronding van dit vak kan de student:

  • diepgaande juridische kennis van het recht inzake overheidsaansprakelijkheid tonen en kritisch op dat recht reflecteren;

  • de belangrijkste regels van het overheidsaansprakelijkheidsrecht toepassen op een complexe onbekende casus;

  • vanuit verschillende perspectieven (zoals het perspectief van de overheid, burger, wetgever of rechter) op een complexe stelling reageren;

  • duiden wat de toegevoegde waarde is van internationaal recht (zowel EVRM- als EU-recht) voor het overheidsaansprakelijkheidsrecht;

  • in een praktische oefening tot de kern van de stof komen, onder andere door hoofd- van bijzaken te onderscheiden;

  • een juridische casus op het terrein van het overheidsaansprakelijkheidsrecht snel analyseren en de verworven theoretische kennis op deze casus toepassen;

  • verantwoord gebruikmaken van relevante bronnen.

Rooster

Zie MyTimetable.

Onderwijsvorm

In dit vak passeren de voornoemde thema’s op het gebied van het overheidsaansprakelijkheidsrecht de revue in vijf werkbijeenkomsten. Tijdens deze werkbijeenkomsten gaat u actief aan de slag met de stof, deels door samenwerking met uw medestudenten, en deels door plenaire discussie en debat met de docenten. Uw participatie is dus onontbeerlijk om deze werkbijeenkomsten op nuttige en efficiënte wijze te laten verlopen. Dit brengt mee dat de werkbijeenkomsten goed dienen te worden voorbereid. Dat geschiedt o.a. door de bestudering van kennisclips en eigen literatuur- en jurisprudentieonderzoek.

Kennisclips

  • Worden wekelijks ter beschikking gesteld.

Werkbijeenkomsten

  • Aantal à 2,5 uur: 5.

  • Docenten: Prof. mr. Tom Barkhuysen, prof. mr. Jaap Polak, prof. mr. Michiel Tjepkema, mr. dr. J.H.M Huijts, mr. drs. Jan van der Grinten.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: u bestudeert de voor de werkbijeenkomsten relevante kennisclips, verricht zo nodig nader literatuur- en jurisprudentieonderzoek, en bereidt opgaven voor die van tevoren ter beschikking zijn gesteld op Brightspace en/of in de syllabus.

  • Voor alle werkbijeenkomsten is actieve participatie én gedegen voorbereiding vereist.

Andere onderwijsvorm(en)
Geen.

Toetsing en weging

Toetsvorm(en)

  • Praktische oefening die bestaat uit een of meerdere (schriftelijke) opdrachten (25% van het eindcijfer). Nadere details over deze oefening worden bekendgemaakt via Brightspace en/of in de syllabus;

  • Schriftelijk tentamen (75% van het eindcijfer), dat mogelijk digitaal zal worden afgenomen (nadere details daarover worden bekendgemaakt via Brightspace en/of de syllabus).

  • Deelname aan het schriftelijk tentamen en de eventuele herkansing daarvan is alleen mogelijk, wanneer de student de praktische oefening tijdig en op correcte wijze heeft afgerond.

  • Alleen het schriftelijk tentamen kan worden herkanst. Bij het hertentamen blijft het cijfer voor de praktische oefening staan. Indien een hertentamen wordt afgelegd, wordt het eindcijfer dus voor 25% bepaald door het resultaat voor de praktische oefening en voor 75% door het resultaat voor het hertentamen. Het hertentamen kan mondeling worden afgenomen. Het resultaat voor de praktische oefening is slechts geldig gedurende het studiejaar waarin de oefening is afgelegd.

Examenstof
Gedurende het vak doet u in vijf weken diepgaande kennis op ten aanzien van vijf hoofdthema’s op het gebied van het overheidsaansprakelijkheidsrecht. Deze thema’s zullen worden bevraagd op het examen. U dient daartoe in ieder geval te beheersen het verplichte studiemateriaal (zie hierna onder ‘Literatuur’) en hetgeen is behandeld in de kennisclips en tijdens de werkbijeenkomsten.

Regeling herkansen voldoendes
Op dit vak is de regeling herkansen voldoendes van toepassing (artikel 4.1.8 e.v. OER). Studenten die bij de eerste kans een voldoende eindcijfer hebben behaald, kunnen onder bepaalde voorwaarden het schriftelijke (eind)tentamen opnieuw afleggen op het reguliere herkansingsmoment. Kijk voor meer informatie op de website > tab ‘Rechtsgeleerdheid’ > ‘Voldoende herkansen’.

Literatuurlijst

Verplicht studiemateriaal

  • Geselecteerde hoofdstukken uit T. Barkhuysen, J.E.M. Polak, B.J. Schueler & R.J.G.M. Widdershoven (red.), AB Klassiek, Deventer: Wolters Kluwer 2022.

  • Per week voorgeschreven literatuur, Kamerstukken en jurisprudentie, die gedurende het vak via Brightspace en/of de syllabus worden bekendgemaakt.

  • Het zelfstandig te verzamelen materiaal dat nodig is voor een waardevolle deelname aan de werkcolleges en het succesvol afleggen van de praktische oefeningen.

Inschrijven

Inschrijving voor het onderwijs en het tentamen verloopt in principe via MyStudymap. Heb je geen toegang tot MyStudymap (gaststudent) of ben je propedeusestudent, kijk dan hier onder het tabblad Rechtsgeleerdheid voor meer uitleg over de inschrijfprocedure in jouw situatie. 

Contact

Instituut/afdeling

  • Instituut: Publiekrecht

  • Afdeling: Staats- en bestuursrecht

  • Kamernummer secretariaat: B1.11

  • Openingstijden: 9.00 – 16.30 uur

  • Telefoon secretariaat: 071 – 527 8917

  • Email: staatsenbestuursrecht@law.leidenuniv.nl

Opmerkingen

Studenten die het vak als conversievak gaan volgen, dienen zich voorafgaand aan het onderwijs te melden bij de coördinator van het vak.