Toegangseisen
Bachelor Rechtsgeleerdheid (zie ook OER).
Beschrijving
In democratische rechtsstaten zijn burgers in beginsel vrij in hun doen en laten. Ze kunnen alleen onder strikte voorwaarden gedwongen worden zich anders te gedragen dan ze van plan waren. Het recht bepaalt die voorwaarden. Welke instanties bevoegd zijn om dit recht te maken bepaalt het constitutionele recht.
In deze cursus bekijkt u hoe het constitutionele recht in Nederland uit nationale, maar ook uit Europese bron voortvloeit. Een belangrijk onderwerp is hoe die mix van nationaal en Europees constitutioneel recht invloed heeft op hoe in Nederland recht wordt gevormd. Op welke manier worden in de veellagige Europese rechtsorde (die de EU en het EVRM omvat) organen bevoegd gemaakt tot rechtsvorming? Om welke instanties gaat het dan? Wat voor soort recht mogen die maken, toepassen of vinden? Hebben burgers een aandeel in de rechtsvorming? Wat betekent de Europese dimensie voor de Nederlandse soevereiniteit, voor de verdeling van machten binnen onze gedecentraliseerde eenheidsstaat?
In de colleges komt de diversiteit aan rechtsbronnen van de Nederlandse gelaagde constitutie aan bod. Tevens wordt aandacht besteed aan de algemene concepten van rechtsstaat en democratie en de wijze waarop die concepten vorm krijgen in de taken van de klassieke overheidsmachten (wetgever, bestuur en rechter). Hoe moeten de beschreven ontwikkelingen worden beoordeeld tegen de achtergrond van de democratische rechtsstaat? In de cursus staan we bovendien stil bij de inhoudelijke grenzen die de rechtsstaat aan rechtsvorming stelt in de vorm van grond- en mensenrechten. Uit welke bronnen vloeien deze voort, hoe verhouden zij zich tot elkaar en hoe kunnen grondrechten geldend worden gemaakt?
Een en ander kan natuurlijk niet worden bekeken los van recente (internationale) discussies met betrekking tot onder meer noodrecht, digitalisering en algoritmisering en de aanpak van klimaatverandering. Ook zullen ontwikkelingen die verband houden met responsiviteit en politiek en bestuur in de nasleep van de toeslagenaffaire aan bod komen. Al deze ontwikkelingen beoordeelt u in termen van democratie en soevereiniteit, en de eisen van de rechtsstaat. Gedurende de collegereeks komt bovendien het thema rechtsvergelijking aan bod. In hoeverre valt er van andere rechtsstelsels te leren? En op welke manier moet dat onderzoek naar die andere landen gebeuren? Maar ook: ontwikkelt zich, aan de hand van rechtsvergelijking, langzaam één Europese (of zelfs internationale) constitutionele wetenschap, of juist helemaal niet?
Het onderwijs bestaat uit hoorcolleges en kleinschalige tutorials (werkgroepen van maximaal 8 studenten). Tijdens de hoorcolleges/weblectures wordt de betekenis van ons constitutionele recht en de Europese invloeden daarop verder uitgediept. In de tutorials – waarin een of twee deelthema’s centraal staan – scherpt u uw wetenschappelijke en praktische vaardigheden aan. U schrijft wetenschappelijke papers en soms ook meer aan de praktijk gerelateerde stukken zoals een ambtelijke notitie en verdedigt deze ten overstaan van uw docent en medestudenten. Omdat de groepen klein zijn, is er alle ruimte voor inspirerende discussies.
Leerdoelen
Dit vak is zowel theoretisch-verdiepend als praktisch van aard. In de eerste plaats beoogt het vak u grondig kennis te laten nemen van de discussies die bestaan over de wijze waarop het constitutionele recht overheidsmacht beperkt ('constitutionalisme’), mede tegen de achtergrond van de van doorwerking van het Europese recht (EU en EVRM) in de Nederlandse rechtsorde. Daarnaast is veel plaats ingeruimd voor het schrijven en bediscussiëren van papers en mogelijk ook meer aan de praktijk gerelateerde stukken zoals adviezen en/of pleitnota’s, waarbij ook begrip en kennis van de meerlagige invloeden op het Nederlandse constitutionele recht aan de orde kunnen komen. Daardoor vormt het vak een belangrijke verdieping van de kennis die studenten in de bachelorfase hebben opgedaan. Het bereidt studenten voor op de vaak complexe praktijk van het hedendaagse constitutionele recht, mede via training van professionele schriftelijke en mondelinge vaardigheden.
Na afronding van dit vak kan de student:
Grondige kennis van en diepgaand inzicht in de wijze waarop constituties in een Europese context overheidsmacht beperken tonen.
Grondige kennis van en diepgaand inzicht in de wijze waarop de drie klassieke staatsfuncties mede door de genoemde Europese ontwikkelingen in andere verhoudingen tot elkaar komen te staan tonen.
Complexe constitutionele vraagstukken – in de vorm van concrete casus dan wel abstracte vragen – diepgaand en in onderling verband analyseren en interpreteren, daarover kritische vragen stellen en originele en creatieve juridische oplossingen aandragen vanuit een Europees en nationaal constitutioneelrechtelijk perspectief.
Op basis van wetenschappelijk verantwoorde feiten en gegevens en op basis van een beargumenteerde, verantwoorde en controleerbare afweging, vanuit een Europees en nationaal perspectief, zelfstandig een mening vormen over constitutionele vraagstukken en die mening (schriftelijk) uitleggen en verdedigen in een wetenschappelijk debat. De academische houding wordt gestimuleerd door debatten naar aanleiding van door de studenten voorbereide opdrachten tijdens tutorialbijeenkomsten.
Rooster
Zie MyTimetable
Onderwijsvorm
Hoorcolleges (of weblectures i.c.m. interactieve sessies)
Aantal à 2 uur: 9 of 10
Docent(en): Mr.dr. G.J.A. Geertjes, prof.dr. A.C.M. Meuwese, dr. L.C. Netto E Pinto LLM, mr.dr. H.M.T.D. ten Napel, prof.dr. W.J.M. Voermans, e.a.
Vereiste voorbereiding door studenten: de op Brightspace opgegeven literatuur.
Tutorials
Aantal à 1 uur: 8
Docent(en): Diverse docenten van de afdeling Staats- en Bestuursrecht.
Toetsing en weging
Toetsvorm(en)
Vier schriftelijke opdrachten (praktische oefeningen)
Schriftelijke eindopdracht
De schriftelijke opdrachten worden voorbereid en besproken tijdens de zogenoemde ‘tutorials’. De kwaliteit van de mondelinge verdediging van de paper speelt een kleine rol bij het (gemiddelde) cijfer dat uiteindelijk voor het tutorialgedeelte van het vak wordt gehaald. Voor de tutorials geldt een aanwezigheidsplicht. Ook het tijdig inleveren van de opdrachten is verplicht.
Het eindcijfer voor het vak is als volgt opgebouwd: elk van de ingeleverde opdrachten telt voor 15% mee (gezamenlijk vormen zij dus 60% van het eindcijfer). De schriftelijke eindopdracht telt voor 40% mee. Herkansing van de opdrachten is niet mogelijk. Cijfers voor de schriftelijke opdrachten blijven niet geldig aan het einde van het studiejaar.
Inleverprocedures
Via Brightspace
Literatuurlijst
Verplicht studiemateriaal
Literatuur:
- Diverse artikelen en boekhoofdstukken, eventueel ook blogbijdragen en andere publicaties, opgenomen op Brightspace of op te zoeken in de (online) bibliotheek.
Inschrijven
Inschrijving voor het onderwijs verloopt in principe via MyStudymap. Heb je geen toegang tot MyStudymap (gaststudent) of ben je propedeusestudent, kijk dan hier onder het tabblad Rechtsgeleerdheid voor meer uitleg over de inschrijfprocedure in jouw situatie.
De aanmelding voor de hoorcolleges verloopt via MyStudymap. Hiermee krijg je toegang tot de Brightspace-omgeving.
De inschrijving voor de tutorials/werkgroepen op onderwerp loopt via de docent/Brightspace. Vlak voor de start van het onderwijs zal hier meer informatie over volgen op de Brightspace-omgeving van het vak.
Contact
Vakcoördinatoren: dr. L.C. Netto e Pinto LLM
Werkadres: KOG, Steenschuur 25, 2311 ES Leiden, kamer C.108
Bereikbaarheid: Per e-mail
Instituut/afdeling
Instituut: Publiekrecht
Afdeling: Staats- en Bestuursrecht
Telefoon secretariaat: 071-527 8917