Toegangseisen
Materiële Cultuur van het Oude Nabije Oosten; Materiële Cultuur van het Oude Egypte I
Beschrijving
Inleiding in de rol die hedendaagse musea spelen in het beheer en onderzoek van de materiële resten van de beschavingen van het Oude Egypte en het Oude Nabije Oosten en in de beeldvorming daarvan binnen onze eigen cultuur. Daarbij wordt stilgestaan bij de oorsprong van de hedendaagse collecties van oudheden uit deze gebieden, en van het Rijksmuseum van Oudheden in het bijzonder. Vervolgens worden de diverse praktische en theoretische kanten behandeld van het omgaan met museale objecten, en van de vaardigheden die daarvoor benodigd zijn. Tenslotte is er plaats voor een introductie op enkele geselecteerde categorieën van objecten zoals die in ieder museum aanwezig zijn.
De cursus bestaat uit 13 wekelijkse colleges van 2 uur, gegeven in het Rijksmuseum van Oudheden. Deze hebben deels het karakter van hoorcolleges, deels van werkcolleges waarbij de eigen inbreng van de studenten wordt verwacht.
Leerdoelen
Een beeld krijgen van de historische omstandigheden waaronder de hedendaagse collecties uit het Oude Egypte ontstonden, en van hun onderlinge samenhang.
Begrip verwerven van de praktische en ethische regels waaraan werk in een museum moet voldoen.
Aanleren van basale vaardigheden als het inventariseren, classificeren, beschrijven en documenteren van voorwerpen.
Analyseren van presentaties van museale objecten, en zelf een dergelijke presentatie ontwerpen.
Zelfstandig bestuderen van literatuur over het onderwerp.
Rooster
Zie roosterpagina “Oude culturen van de mediterrane wereld”:http://www.hum.leidenuniv.nl/ocmw/roosters/
Onderwijsvorm
Werkcollege. Aanwezigheid is verplicht. Bij meer dan 2x afwezigheid wordt een student van verdere deelname aan het college uitgesloten.
Studielast
College: 2 uur p.w. x 13 weken: 26 uur
Bestuderen lectuur: 58 uur
Schrijven werkstukken: 56 uur
Totale studielast: 140 uur
Toetsing
Toetsing van collegestof en literatuurlijst door middel van een schriftelijk tentamen met korte open vragen aan het eind van het semester: 50%
- Toetsing van basale vaardigheden door middel van een schriftelijk werkstuk, eveneens aan het eind van het semester: 50%
Voor het werkstuk mag eerst een proefversie worden ingeleverd.
Iedere student wordt geacht actief te participeren tijdens de colleges en incidenteel schriftelijke opdrachten te verzorgen.
Herkansing
Het schriftelijk tentamen mag worden herkanst.
Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het tentamen wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de nabespreking van het tentamen plaatsvindt. Er wordt in ieder geval een nabespreking georganiseerd indien een student hiertoe verzoekt binnen 30 dagen na bekendmaking van de uitslag.
Weging
Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van deelcijfers.
Blackboard
- Het blackboard wordt gebruikt voor het maken van afspraken en het communiceren van deadlines. Ook zijn hier samenvattingen van de behandelde lesstof te vinden aan het eind van ieder college.
Literatuur
F.D. Friedman (red.), Gifts of the Nile, Ancient Egyptian faience (Rhode Island 1998), 15-31, 50-63.
R.H. Halbertsma, Scholars, travellers and trade, the pioneer years of the National Museum of Antiquities in Leiden, 1818-1840 (Londen, 2003).
J. Thompson, Wonderful things, a history of Egyptology, I (Cairo, 2015), 209-222.
A. Kieskamp (red.), Sense and sensibility, the Dutch and delicate heritage issues (Rotterdam 2010), 6-37, 54-63.
P.T. Nicholson en I. Shaw, Ancient Egyptian materials and technology (Cambridge 2000), 148-160.
M.J. Raven, Numbering systems in the Egyptian department of the Rijksmuseum van Oudheden at Leiden, OMRO 72 (1992), 7-14.
M.J. Raven en W.K. Taconis, Egyptian mummies, radiological atlas of the collections in the National Museum of Antiquities at Leiden (Turnhout 2005), 19-51.
C. Renfrew, Loot, legitimacy and ownership (Londen, 2000).
H.D. Schneider (red.), Rijksmuseum van Oudheden/National Museum of Antiquities (Haarlem, 1981), 7-54.
Aanmelden
Inschrijven via uSis is verplicht.
Contact
Opmerkingen
Gezien de omgang met museale voorwerpen is het maximum aantal deelnemers beperkt tot 15 personen, waarbij studenten met hoofdvak OCMW voorrang hebben.
Mochten er plaatsen over zijn, dan kunnen keuzevakstudenten hiervoor in aanmerking komen.