More info
Eindtermen van de opleiding
Regeling Bindend Studieadvies
Inschrijvingsvormen
Het studieprogramma
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Aansluitende masterprogramma’s
Compensatieregeling
Eindtermen van de opleiding
Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt:
1. Kennis en inzicht
Afgestudeerden beschikken over kennis en inzicht op het gebied van de filosofie, die het niveau van het voortgezet onderwijs verregaand overtreffen, in het bijzonder voor wat betreft:
de historische ontwikkeling van de Westerse filosofie, mede in relatie tot de ontwikkeling van de verschillende vakwetenschappen;
de maatschappelijke en culturele betekenis van de Westerse filosofie, mede in globaal en comparatief perspectief;
de voornaamste klassieke onderdelen van de Westerse filosofie, hun problemen, hun methoden en hun kernbegrippen;
voor de afstudeerrichtingen Ethiek en politieke filosofie, Filosofie van mens, techniek en cultuur, Geschiedenis van de filosofie en Theoretische filosofie: metafysica, continentale filosofie en politieke filosofie, alsmede recente ontwikkelingen op het gebied van de afstudeerrichting;
voor de afstudeerichting Global and Comparative Perspectives: de filosofische tradities van India, China en het Midden-Oosten, alsmede recente ontwikkelingen op het gebied van de comparatieve filosofie.
2.Toepassen van kennis en inzicht
Afgestudeerden zijn in staat om hun kennis en inzicht op het gebied van de wijsbegeerte toe te passen door:
zelfstandig filosofische literatuur te verzamelen rond een thema met behulp van traditionele en moderne technieken en deze literatuur te beoordelen op relevantie en kwaliteit;
zelfstandig filosofische teksten te bestuderen en te analyseren in termen van argumenten en conclusies, deze te beoordelen op hun argumentatieve kwaliteiten, deze te begrijpen in onderling verband en te situeren in een bredere historische, maatschappelijke of wetenschappelijke context;
zelfstandig problemen op het gebied van de specialisatie te identificeren en te analyseren, voorgestelde oplossingen kritisch te beoordelen, en lijnen van nader onderzoek uit te zetten;
zelfstandig een wijsgerige, goed afgebakende onderzoeksvraag te formuleren op het gebied van de specialisatie, deze vraag te plaatsen in een filosofische context, en een betoog te ontwikkelen om de vraag te beantwoorden.
3. Oordeelsvorming
Afgestudeerden zijn in staat om:
op zakelijke, constructieve wijze kritiek te formuleren op filosofische standpunten en deze kritiek te onderbouwen met argumenten;
inzake filosofische kwesties een eigen standpunt te bepalen en dit met argumenten te onderbouwen in overeenstemming met de normen van de
gekozen stijl van filosoferen;
4. Communicatie
Afgestudeerden zijn in staat om:
zich begrijpelijk uit te drukken in woord en geschrift in de voertaal van de opleiding (Nederlands en Engels voor de afstudeerrichtingen Ethiek en politieke filosofie, Filosofie van mens, techniek en cultuur, Geschiedenis van de filosofie en Theoretische filosofie, Engels voor de afstudeerrichting Global and Comparative Perspectives);
op zakelijke, constructieve wijze deel te nemen en leiding te geven aan academische discussies;
een helder opgebouwd en toegankelijk betoog te houden in de vorm van een mondelinge presentatie, ondersteund door digitale presentatietechnieken;
complexe vraagstukken op een heldere manier schriftelijk uiteen te zetten.
5. Leervaardigheden
Afgestudeerden zijn in staat om:
Voorts leidt elke Leidse opleiding in de geesteswetenschappen op tot facultair geformuleerde:
Algemene academische vaardigheden
De afgestudeerde Bachelor kan:
I. Elementaire onderzoeksvaardigheden, waaronder heuristische vaardigheden
vakwetenschappelijke literatuur verzamelen en selecteren met behulp van traditionele en digitale methoden en technieken;
deze analyseren en beoordelen op kwaliteit en betrouwbaarheid;
op basis hiervan een goed afgebakende probleemstelling formuleren;
onder begeleiding een onderzoek van beperkte omvang opzetten en uitvoeren met inachtneming van de voor het vakgebied relevante traditionele en digitale methoden en technieken;
op basis daarvan een beargumenteerde conclusie formuleren;
ook buiten zijn eigen vakgebied gebruik maken van zijn verworven onderzoeksvaardigheden.
II Schriftelijke presentatievaardigheden
- onderzoeksresultaten helder en beargumenteerd uiteenzetten en
- een antwoord formuleren op vragen betreffende (een onderwerp in) het vakgebied
in de vorm van een heldere en goed opgebouwde schriftelijke presentatie;
overeenkomend met de criteria die het vakgebied daaraan stelt;
met gebruikmaking van relevante illustratie- of multimediale technieken;
gericht op een specifieke doelgroep.
III Mondelinge presentatievaardigheden
- onderzoeksresultaten helder en beargumenteerd uiteenzetten;
- een antwoord formuleren op vragen betreffende die (een onderwerp in) het vakgebied
in de vorm van een heldere en goed opgebouwde mondelinge presentatie;
overeenkomend met de criteria die het vakgebied daaraan stelt;
met gebruikmaking van moderne presentatietechnieken;
gericht op een specifieke doelgroep;
- actief deelnemen aan een vakinhoudelijke discussie.
IV Samenwerkingsvaardigheden
sociaal-communicatief optreden in samenwerkingssituaties;
constructieve kritiek geven en ontvangen en gegronde kritiek verwerken tot een herziening van het eigen standpunt;
zich houden aan overeengekomen planningen en prioriteringen.
sociaal en communicatief optreden in samenwerkingssituaties;
op constructieve wijze aan medestudenten feedback geven en van medestudenten feedback ontvangen en gegronde kritiek verwerken tot een herziening van het eigen standpunt of de eigen argumentatie;
aanwijzingen en kritiek van begeleiders goed verwerken, en in nieuwe situaties met eerder gegeven aanwijzingen en kritiek rekening houden;
een realistische planning kunnen maken en zich houden aan overeengekomen planningen en prioritering.
Regeling Bindend Studieadvies (BSA)
De opleiding (zowel voltijd als deeltijd) kent een Bindend Studieadvies. Voor de BA Wijsbegeerte zijn in het kader van de BSA-regeling geen aanvullende eisen van toepassing.
Inschrijvingsvormen
Filosofie wordt gestudeerd door voltijdstudenten die alleen filosofie studeren, en door studenten die de bacheloropleiding Filosofie, voltijds dan wel deeltijds, combineren met een andere opleiding of met een baan. Om beide groepen optimaal van dienst te zijn worden de eerste drie semesters van de bacheloropleiding Filosofie aangeboden in twee trajecten: het BA Plus-traject en het Standaardtraject. Na het verplichte programma van de eerste drie semesters vervalt het onderscheid tussen de twee trajecten. De BA Philosophy: Global and Comparative Perspectives kent geen onderscheid tussen twee trajecten.
Voltijd en deeltijd
De bacheloropleiding Filosofie wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd. Deeltijdstudenten volgen de opleiding per definitie in het standaardtraject. Voor meer informatie over de deeltijdopleiding,
zie BA Filosofie (deeltijd)
BA Plus-traject
Het BA Plus-traject is bedoeld voor voltijdstudenten die uitsluitend filosofie studeren. Het onderwijs in dit traject wordt gekenmerkt door een intensieve en begeleide training in de vaardigheden die een student filosofie zich zal moeten eigen maken. Die extra trainingen worden tutorials genoemd. Deze tutorials worden niet gebruikt voor extra informatieoverdracht, maar voor het kritisch leren lezen van moeilijke teksten (ook in het Duits en eventueel in het Frans), het leren analyseren van argumentaties, het zelf helder en precies leren argumenteren, schrijven en presenteren, en met name ook voor het met medestudenten werkelijk binnendringen in de filosofie door het voeren van filosofische discussies, het organiseren van relevante excursies, lezingen, films, etc.
Studenten in het BA Plus-traject die na het eerste jaar van inschrijving niet alle propedeusecursussen hebben behaald, volgen in het tweede jaar de nog niet behaalde propedeusecursussen in het Standaardtraject. De verplichte cursussen van het tweede jaar volgen zij wel in het BA Plus-traject.
Standaardtraject
Het Standaardtraject is gericht op alle studenten die de studie filosofie combineren met een andere activiteit en daardoor minder ruimte hebben voor een dergelijk intensief programma. Het Standaardtraject is dus bedoeld voor deeltijdstudenten, studenten die twee opleidingen combineren, contractstudenten en studenten die cursussen filosofie volgen in het kader van de pre-master, een minor of een keuzepakket. Doordat een deel van het onderwijs voor hen in de vroege avonduren wordt verzorgd, kunnen zij de opleiding beter inpassen in hun overige activiteiten. Dubbelstudenten die bereid zijn het volledige onderwijs binnen het BA Plus-traject te volgen worden tot dit traject toegelaten.
Overigens valt de helft van de cursussen van het standaardtraject samen met cursussen van het BA Plus-traject. Deze cursussen worden overdag verzorgd. De andere helft van de cursussen van het standaardtraject wordt aangeboden in de avonduren.
Het studieprogramma
Eerste jaar (propedeuse)
De eerste helft van de bacheloropleiding Filosofie (semester 1-3) biedt een brede oriëntatie in de westerse academische filosofie. De westerse traditie wordt daarbij ook vergeleken met andere, niet-westerse denkwijzen (vergelijkende filosofie). In deze fase krijgen studenten een overzicht van de geschiedenis van de filosofie en van de systematische vakken als ethiek, logica, metafysica en cultuurfilosofie. Tijdens deze inhoudelijke cursussen oefenen zij zich tevens in academische vaardigheden als analyseren, argumenteren, helder schrijven en dergelijke. Naast deze cursussen volgen de studenten ook een cursus Academische vaardigeheden en een module Klassieke teksten (of Classical Readings), waarin aan de hand van een klassieke tekst uit de geschiedenis van de filosofie wordt geleerd hoe je met dergelijke teksten omgaat, welke hulpmiddelen er beschikbaar zijn om ze te interpreteren en hoe daarover op een acceptabele manier te rapporteren.
Het eerste studiejaar, de propedeuse, bestaat geheel uit verplichte onderdelen. In het eerste jaar volgen studenten 10 vakcursussen, de cursus Acdemische vaardigheden I en een module Klassieke teksten. Studenten in het BA Plus-traject volgen bovendien het Onderzoeksseminar, waarin zij kennismaken met het onderzoek zoals dat aan het Instituut voor Wijsbegeerte wordt verricht.
Tweede jaar
De eerste helft van het tweede bachelorjaar Filosofie vormt een voortzetting en verdieping van het inleidende programma van de propedeuse. Studenten volgen nog eens vijf verplichte filosofische vakken, en het onderdeel Academische vaardigheden II. Dit laatste onderdeel betreft een cursus Academic English. Het tweede semester van het tweede jaar biedt studenten de gelegenheid om in de keuzeruimte hun intellectuele horizon te verbreden.
Derde jaar
Het derde jaar van de bacheloropleiding wordt gekenmerkt door meer verdieping en meer keuzevrijheid. Studenten van het Nederlandstalige bachelorprogramma maken een keuze voor één van de volgende vier afstudeerrichtingen: Ethiek en Politieke filosofie, Filosofie van mens, techniek en cultuur, Geschiedenis van de filosofie, of Theoretische filosofie.
In het derde jaar worden 50 EC besteed aan wijsgerige cursussen. Studenten volgen vijf thematische cursussen van elk 10 EC uit een jaarlijks wisselend aanbod, drie in het eerste semester en twee in het tweede semester. Ten minste twee van deze vijf cursussen worden gevolgd binnen de gekozen afstudeerrrichting. De keuze van de andere drie cursussen is vrij, maar ten minste één van deze drie cursussen moet worden gekozen uit het aanbod van een andere afstudeerrichting.
Het derde jaar wordt afgesloten met een BA-eindwerkstuk van 10 EC en niveau 400 (zie onder: BA-eindwerkstuk en en afstudeereisen). In dit laatste semester volgen studenten tevens het verplichte scriptieseminar.
De keuzeruimte
In het tweede semester van het tweede jaar van de bacheloropleiding Filosofie biedt het studieprogramma een keuzeruimte van 30 EC. Het is ook mogelijk – en soms zelfs noodzakelijk – de keuzeruimte in zijn geheel door te schuiven naar het derde jaar, of gedeeltelijk in het tweede en gedeeltelijk in het derde jaar te plannen. In dat geval kunnen studenten in het tweede semester van het tweede jaar alvast BA3-cursussen volgen.
De keuzeruimte van 30 EC kan worden ingevuld met een individueel (zelf samengesteld) keuzepakket. In het pakket mogen zowel niet-wijsgerige als wijsgerige keuzevakken worden opgenomen, maar de opleiding stimuleert haar studenten de keuzeruimte te gebruiken voor niet-filosofische onderdelen. De keuzeruimte kan ook worden ingevuld met een vastgestelde minor (zie ook minorensite. Daarnaast kunnen studenten de keuzeruimte gebruiken voor een academische stage, of een studieverblijf in het buitenland.
Een individueel keuzepakket moet altijd vooraf ter goedkeuring worden voorgelegd aan de examencommissie. De examencommissie beoordeelt of het voorgestelde pakket voldoende samenhang en niveau-opbouw heeft. Ten minste één van de cursussen van het keuzepakket moet niveau 300 hebben. Ook een stageplan of het beoogde studieprogramma aan een buitenlandse universiteit moet vooraf worden goedgekeurd door de examencommissie. Een minor hoeft niet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de examencommissie.
Zie ook de centrale informatiepagina over de keuzeruimte.
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Zie hieronder.
Afstudeerrichtingen
De bacheloropleiding Filosofie heeft de volgende afstudeerrichtingen:
Ethiek en Politieke filosofie
Filosofie van mens, techniek en cultuur
Geschiedenis van de filosofie
Theoretische filosofie
Global and Comparative Perspectives
Om te kunnen afstuderen in de gekozen richting dienen ten minste twee van de vijf door de student afgeronde derdejaarscursussen (niveau 300-400) te behoren tot de betreffende afstudeerrichting, evenals het onderwerp van het BA-eindwerkstuk.
De afstudeerrichting Global and Comparative Perspectives is een Engelstalig programma. De keuze voor dit programma wordt gemaakt direct in het eerste jaar van de bacheloropleiding.
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Om te kunnen afstuderen dienen studenten de propedeuse en alle onderdelen van het tweede en derde jaar te hebben behaald. De bacheloropleiding wordt afgesloten met een BA-eindwerkstuk. In het werkstuk laat een student zien dat hij of zij in staat is zelfstandig een kritische beschrijving te geven van de state of the art met betrekking tot een filosofisch probleem op het terrein van de gekozen specialisatie.
Eindtermen
Uit het eindwerkstuk moet blijken dat de student voldoet aan de eindtermen die voor deze opleiding zijn vastgesteld voor zowel kennis als vaardigheden. Meer concreet moet uit het werkstuk en uit de werkwijze die tot dat werkstuk heeft geleid blijken dat de student in staat is om:
onder supervisie een werkplan te ontwikkelen, uit te voeren en te evalueren;
vakwetenschappelijke literatuur te selecteren en te verzamelen;
de in de opleiding verworven kennis en inzichten toe te passen bij het oplossen van problemen binnen het vakgebied;
zelfstandig een eigen standpunt te bepalen in een actuele filosofische discussie;
onderzoeksresultaten ordelijk, helder, toegankelijk en met argumenten omkleed in een schriftelijk verslag vast te leggen.
Afstudeerfase
De afstudeerfase start uiterlijk op het moment dat de student 150 EC van het bachelorprogramma heeft afgerond en niet eerder dan het moment waarop de student 120 EC van het bachelorprogramma heeft afgerond en ten minste één cursus uit het gekozen afstudeerrichting succesvol heeft afgesloten. In het BA-eindwerkstuk wordt in principe een onderwerp uitgewerkt uit één van de BA3-cursussen die de student heeft gevolgd. Een student die 150 EC van het bachelorprogramma heeft afgelegd en die geen onderwerp voor een werkstuk heeft weten te kiezen binnen drie weken te rekenen vanaf het moment waarop 150 EC zijn behaald, maakt een keuze uit het standaardaanbod voor afstudeerwerkstukken van de betreffende specialisatie.
Begeleiding
De student wordt bij het schrijven van het werkstuk begeleid door een docent van het Instituut voor Wijsbegeerte. De opleiding hecht aan duidelijke afspraken over de rechten en plichten van de student in deze belangrijke fase van de opleiding. Deze rechten en plichten, waaraan overigens ook de begeleider zich committeert, zijn vastgelegd in het Protocol afstudeerfase.
De afspraken met betrekking tot de planning en begeleiding bij het schrijven van het eindwerkstuk worden door de student en de begeleider schriftelijk vastgelegd in het Afsprakenformulier BA-eindwerkstuk. De afspraken betreffen de keuze van het onderwerp van het werkstuk en de fasering van het onderzoek resulterend in het werkstuk. In de fasering zijn ten minste vier rapportage/feed back momenten opgenomen, en wel met betrekking tot:
Formele eisen en beoordelingscriteria
Het eindwerkstuk heeft een studielast van 10 EC en een omvang van maximaal 8.500 woorden inclusief noten, bibliografie en bijlagen. De vereisten waaraan het BA-eindwerkstuk moet voldoen en de criteria die worden gehanteerd bij de beoordeling van het eindwerkstuk zijn vastgelegd in het Protocol afstudeerfase.
Aansluitende masterprogramma’s
Het bachelordiploma Filosofie geeft rechtstreeks toegang tot de masteropleiding Philosophy (60 EC) aan de Universiteit Leiden. Na afronding van de eenjarige masteropleiding Philosophy kunnen studenten die zich willen voorbereiden op een loopbaan in het voortgezet onderwijs de educatieve masteropleiding bij het ICLON volgen (één jaar voltijd, twee jaar deeltijd) en daarmee een eerstegraads lesbevoegdheid in filosofie verwerven. Studenten die in de keuzeruimte de educatieve minor hebben afgerond en hun masterdiploma hebben behaald, kunnen daarna met een verkort traject de educatieve master afronden (30 EC in plaats van 60 EC).
Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de aanmeldingsprocedure, zie mastersinleiden.nl.
Compensatieregeling
Compensatie van onvoldoendes is mogelijk indien:
a. het gewogen gemiddelde in het betrokken cluster ten minste 6.0 bedraagt;
b. een student per cluster voor maximaal één onderwijseenheid een onvoldoende heeft behaald;
c. geen van de behaalde resultaten binnen een cluster lager is dan een 5.0;
d. voor ten minste één onderwijseenheid van dat cluster een 8.0 of hoger is behaald.
Indien een student aan deze voorwaarden voldoet wordt hij geacht te hebben voldaan aan de eisen voor het examen waarop hij zich voorbereidt met dit cluster van onderwijseenheden.
Met het oog op de hiervoor omschreven compensatieregeling zijn er de volgende clusters van onderwijseenheden binnen de opleiding.
In de propedeuse kan compensatie plaatsvinden tussen de cursussen binnen het volgende cluster:
Continentale filosofie;
Epistemologie;
Ethiek;
Klassieke teksten;
Logica;
Metafysica;
Philosophy of Culture.
In de postpropedeuse is compensatie niet mogelijk.