Studiegids

nl en

Film- en literatuurwetenschap

Film- en Literatuurwetenschap is de nieuwe opleiding die is voortgekomen uit de bestaande opleiding Literatuurwetenschap. Klik voor het eerstejaars programma Film- en Literatuurwetenschap en voor het tweede-en derdejaars programma Literatuurwetenschap op onderstaande links. Een overzicht met het tweede- en derdejaars conceptprogramma van Film- en Literatuurwetenschap is beschikbaar in PDF-formaat

Eerste jaar

Vak EC Semester 1 Semester 2

Eerste semester

Language Acquisition 1: From Scratch to Script 5
Kerncurriculum: Inleiding literatuurwetenschap 5
Realisme in literatuur en film 5
Tekst-beeld analyse 1: proza en film 5
Academische vaardigheden 5
Filmgeschiedenis 5

Tweede semester

Comparative Studies 5
Wereldcinema A 5
Wereldliteratuur A 5
Tekst-beeld analyse 2: poëzie en 'andere' cinema 5
Representatie: cultuur en betekenis 5
Language Acquisition 2: From Ash to Affricate 5

Tweede jaar

Vak EC Semester 1 Semester 2

Eerste semester

Paragone: conflict en samenwerking tussen Woord en Beeld (Intermediaal 1) 10
Modernisme en historische Avant-garde 10
Interculturele literatuurbenaderingen 10

Tweede semester

Kerncurriculum: Wetenschapsfilosofie 5
Wereldliteratuur A 5
Literatuurbenaderingen 10
Literatuur en film (Intermediaal 2) 10.0

Derde jaar

Vak EC Semester 1 Semester 2

Eerste semester

Globalisering en postkoloniale literatuurtheorie (Intercultureel 2) 10
BA eindwerkstuk Film- en literatuurwetenschap (schrijfworkshop) 5
Keuzeruimte 15

Tweede semester

Stromingen 3: Postmodernisme 10
BA eindwerkstuk Film- en literatuurwetenschap (afronding) 5
Keuzeruimte 15

Meer info

Bachelor en Master
Vanaf 2011 is het studieprogramma van de bacheloropleiding Literatuurwetenschap te volgen onder de opleiding Film- en literatuurwetenschap. Met ingang van 1 september 2011 wordt het nieuwe programma eerst voor de propedeuse aangeboden, vanaf september 2012 voor het tweede studiejaar en vanaf september 2013 voor het derde studiejaar.
Het studieprogramma Film- en literatuurwetenschap bestaat uit twee delen: het bachelorprogramma en het masterprogramma. Deze gids beschrijft vanaf de volgende paragraaf het driejarige bachelorprogramma.

Elke student die een BA-diploma in een Leidse studie geesteswetenschappen behaalt, krijgt zonder verdere selectie toegang tot minstens één MA-programma. In het algemeen zal dat de ‘doorstroommasteropleiding’ zijn, dat wil zeggen een meestal éénjarig MA-programma op het gebied van de afgesloten BA-studie. Naast deze doorstroommasteropleiding zijn er een tweejarige ‘onderzoeksmasteropleiding’ en een ‘educatieve masteropleiding’ (lerarenopleiding). Voorts ontwikkelt de faculteit enkele eenjarige ‘beroepsvoorbereidende masteropleidingen’ en ten slotte zullen studenten een keuze kunnen maken uit een aantal een- of tweejarige ‘internationale masteropleidingen’.

Het BA-hoofdvak
Het eerste jaar van het bachelorprogramma bestaat uitsluitend uit onderdelen van het verplichte hoofdvakprogramma waar de richtingen filmwetenschap en literatuurwetenschap zowel apart als gecombineerd binnen de vakken gelijkelijk aan bod komen.

In het tweede jaar kies je een specialisatie: filmwetenschap of literatuurwetenschap. Welke je ook kiest, je krijgt in beide trajecten een overzicht van de belangrijkste stromingen en theorieën. En je zult je daarnaast ook blijven bezighouden met theorieën van de andere discipline. Verder maak je in je tweede jaar kennis met de typisch Leidse richtingen Intermedialiteit en Interculturaliteit, ofwel de brede benadering van media en culturen

In het derde studiejaar specialiseer je je verder in je gekozen afstudeerrichting en is er een vrije keuzeruimte van in totaal 30 ects voorzien. Deze keuzeruimte kun je ook invullen met een pakket vakken uit de andere afstudeerrichting.
Je sluit de bachelor af met een scriptie waarvan je het onderwerp samen met je begeleidende docent bepaalt.

De studielast van de hoofdvakstudie is als volgt verdeeld:

Keuzeruimte
In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een vrije keuzeruimte van 30 ects (15 ects per semester).
De Vrije keuzeruimte kan worden ingevuld met:

  • een Minor

  • een door de student zelf samengesteld pakket cursussen (dat wel op niveau en samenhang door de examencommissie dient te worden getoetst), zo kun je bijvoorbeeld ook een pakket vakken samenstellen uit de andere afstudeerrichting

  • een buitenlandverblijf

  • een academische stage

Onder de naam ‘PraktijkStudies’ worden beroepsgerichte keuzepakketten aangeboden. Voor meer informatie zie de site van PraktijkStudies

Bacheloreindtermen
Bachelors film- en literatuurwetenschap beschikken op het gebied van de theoretische literatuurwetenschap over:

  • kennis van de belangrijkste literaire benaderingen

  • kennis van de verschillende visies op woord-beeldverschillen en -overeenkomsten

  • analytisch inzicht in de aard en werking van literaire teksten
    Bachelors film- en literatuurwetenschap beschikken op het gebied van de vergelijkende
    literatuurwetenschap over:

  • globale kennis van de westerse literatuurgeschiedenis van de Klassieke Oudheid tot heden

  • bijzondere kennis van de literatuurgeschiedenis van de Nieuwste Tijd (negentiende, twintigste en eenentwintigste eeuw)

  • globale kennis van enkele belangrijke literaire werken/stromingen uit Afrika, Azië of Latijns-Amerika

  • kennis van de verschillen tussen orale culturen en schriftculturen

  • kennis van, en vertrouwdheid met, de discussies over literatuur en interculturaliteit, opdat de afgestudeerde studenten begrippen als hybriditeit, transnationalisme, globalisering, kolonialisme en postkolonialisme als kritisch perspectief op de traditionele omgang met literatuur kunnen hanteren.

Bindend Studie-Advies
Het Leids studiesysteem met Bindend Studieadvies (BSA) geeft je het recht op goede begeleiding in het eerste studiejaar.
Aan de andere kant worden er ook eisen aan je studievoortgang gesteld.
Als voltijdstudent moet je in het eerste studiejaar 40 ects halen en – als de opleiding die stelt (hetgeen bij de opleiding Film- en literatuurwetenschap niet het geval is) – aan de aanvullende eis voldoen.

In beide gevallen heb je vervolgens nog een jaar om de propedeuse te halen. Je mag je opleiding alleen vervolgen als je aan beide eisen voldoet. Als je door omstandigheden buiten je wil niet in staat bent om aan de eisen te voldoen, kan daar onder bepaalde voorwaarden rekening mee worden gehouden.

Je ontvangt als voltijdstudent tenminste een drietal studieadviezen. Als het laatste advies negatief is, is het ook bindend. Je mag je dan 4 jaar niet meer voor dezelfde opleiding, of andere opleiding met dezelfde propedeuse, in Leiden inschrijven.

Studieadviezen
In de loop van het eerste studiejaar krijgt elke eerstejaarsstudent drie studieadviezen, die worden uitgebracht door de examencommissie, te weten:

  • januari-advies: > 20 ects positief; < 20 ects negatief

  • juni-advies: 60 ects propedeuse behaald definitief positief; > 40 ects positief; < 40 ects negatief

  • augustus-advies = definitief advies: 60 ects propedeuse behaald; > 40 ects positief, maar propedeuse moet voor 1/9/11 worden behaald; < 40 ECTS negatief bindend

Lees meer over de verschillende studieadviezen

Studievertraging door persoonlijke omstandigheden
Wanneer je te maken hebt gehad met persoonlijke omstandigheden die de voortgang van je studie hebben belemmerd, moet de examencommissie daar rekening mee houden bij het uitbrengen van haar studieadvies als je die omstandigheden direct bij de opleiding hebt gemeld.

Uitschrijven vóór 1 februari
Als je in het eerste jaar van inschrijving voor 1 februari schriftelijk kenbaar maakt dat je je wilt uitschrijven en voor 1 maart daadwerkelijk bent uitgeschreven krijg je in dat studiejaar verder geen studieadvies. Een nieuwe inschrijving voor de betreffende opleiding, wordt voor deze regeling beschouwd als je eerste inschrijving.

Voor meer informatie zie Het Leids studiesysteem met Bindend Studieadvies

Propedeuse- en bachelordiploma
De propedeuse- en de bachelorstudie worden afgesloten met een examen. Deze examens zijn geformaliseerd, dat wil zeggen dat studenten aan de eisen voor de examens hebben voldaan, zodra zij het programma van de propedeuse, respectievelijk het bachelorprogramma met voldoende resultaat hebben doorlopen. Aan elk van beide examens is een diploma verbonden. Aan het bachelordiploma is de titel Bachelor of Arts (BA) verbonden. Het diplomasupplement bevat nadere informatie over de gevolgde vakken en de behaalde resultaten.

De examencommissie bepaalt tijdens een vergadering het judicium van het betreffende diploma. Uitgangspunt daarbij is het gewogen gemiddelde van de cijfers die je voor de verschillende onderdelen hebt behaald. Bij het bepalen van het judicium voor het BA-diploma worden ook de resultaten van de propedeuse meegeteld. Komt dit gemiddelde niet precies uit op een heel of half cijfer, dan beslist de examencommisie op grond van de algemene indruk of naar boven of beneden wordt afgerond. Als je volgens het gewogen gemiddelde een 8,5 of hoger hebt, krijg je op je diploma de eervolle vermelding cum laude (‘met lof’).

Propedeutisch examen
Je bent geslaagd voor het propedeutisch examen als je voor alle onderdelen van het examenprogramma tenminste een voldoende (=6) hebt behaald. Alle zaken betreffende het propedeutisch examen vallen onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Voor beroepsmogelijkheden verwijzen we naar het Studentenstatuut, dat iedere student kan raadplegen

Bachelorexamen
De bacheloropleiding wordt afgesloten met een bachelorexamen waaraan een getuigschrift is verbonden. Tot de eisen waaraan men moet voldoen, behoort in ieder geval een schriftelijke neerslag van een redelijke omvang van een onderzoeksopdracht: het BA-eindwerkstuk van 10 ects.

Voor het behalen van het bachelorexamen geldt, net als bij de propedeuse, dat de student voor alle examenonderdelen van het tweede en derde jaar ten minste een voldoende (= 6) heeft behaald.

Diploma
Het is aan het begin van je studie soms lastig voorstelbaar, maar voor het merendeel der studenten komt die dag toch: de diplomauitreiking. Voor het zover is, heb je als laatste de bachelorscriptie geschreven. De datum van het afstuderen wordt vervolgens door de examencommissie vastgesteld. Om daadwerkelijk je diploma te kunnen ontvangen, moet je alle belangrijke bescheiden inleveren bij het secretariaat. Aan de hand van alle gegevens kan worden beoordeeld of je daadwerkelijk alle benodigde punten hebt behaald. Van het goedgekeurde werkstuk dient een kopie op het secretariaat worden ingeleverd voor het archief. Gemiddeld genomen moeten al die bescheiden vier weken voor de afstudeerdatum worden ingeleverd.

Op de dag van de diplomauitreiking zelf wordt de student feestelijk ontvangen door de examencommissie. Achter een tafel zitten dan de docenten, van wie minimaal één de student in gloedvolle bewoordingen zal toespreken. De student wordt niet langer geplaagd met lastige vragen, maar krijgt een bescheiden laudatio vanwege het feit dat een ingewikkelde, boeiende, moeilijke, verrijkende, verwarrende, inzicht verschaffende studie is afgerond.

Studiebelasting en studiepunten
Uitgangspunt is dat een student per cursus 42 weken aan de studie besteedt en dan veertig uur per week werkt. Een studiejaar telt zo 1680 studie-uren. De studiebelasting wordt uitgedrukt met behulp van het European Credit Transfer System. De 1680 studie-uren staan gelijk aan 60 ects-punten (kortweg ‘ects’), dus 1 ects-punt staat voor 28 uur.

De administratie van tentamenresultaten
De resultaten van tentamens, werkgroepen en scripties worden door het secretariaat van de opleiding verwerkt in het geautomatiseerde administratiesysteem uSis. Daarvoor is het noodzakelijk dat er gebruik wordt gemaakt van een aantal vaste codes die overeenkomen met de afgelegde studieonderdelen, zoals ook vermeld in deze studiegids. Studenten kunnen via uSis hun tentamenresultaten opvragen en zich aan- en afmelden voor colleges en tentamens.

Mondelinge en schriftelijke tentamens worden gedateerd op de dag van aflegging, werkstukken en scripties worden gedateerd op de dag dat de docenten of scriptiebegeleiders het cijfer toekennen. Docenten verplichten zich tot een tijdige correctie en geven de resultaten direct door aan het secretariaat.

Studenten die in het kader van hun hoofdvakstudie cursussen volgen aan andere Nederlandse of buitenlandse universiteiten, dienen daar zelf om studiebewijzen te vragen en deze zo spoedig mogelijk te bezorgen bij de studieadministratie van de eigen opleiding.

Het is de verantwoordelijkheid van de student dat de administraties van de universiteit en de opleiding steeds over zijn of haar juiste adres beschikken (dit is het adres waarop men het best en snelst wordt bereikt). Adreswijzigingen dient men onmiddellijk door te geven. Dat kan het best via uSis of bij de centrale informatiebalie, Studentencentrum Plexus, Kaiserstraat 25. De nieuwe gegevens zijn daarmee ook bereikbaar voor de studieadministratie van de eigen opleiding. De studieresultaten kunnen door de student worden geraadpleegd via ditzelfde webadres. Je dient als student ook zelf alert toezicht te houden op je studieresultaten en de registratie daarvan.

Toegangseisen
Eenieder die in het bezit is van een VWO- of HBO-diploma of een propedeuse- dan wel einddiploma WO, kan het bachelorprogramma Film- en literatuurwetenschap volgen. Ook een met goed gevolg afgelegde propedeuse van een HBO-opleiding behaald in of na 1986 geeft toegang tot deze studie.

Voor toelating met een buitenlands diploma zijn geen vaste regels te geven.
Een aanvraag moet in ieder geval zeer ruim (soms een jaar) vóór aanvang van de studie worden ingediend.
Voor meer informatie zie de site “Toelating”: http://aanstaande-studenten.leidenuniv.nl/info/toelating-bachelor/internationale-studenten/internationale-studenten.html of via het International Office, telefoonnummer 071 527 7287.

Studenten die niet één van de bovengenoemde vooropleidingen hebben gedaan, kunnen een colloquium doctum afleggen om toegang te krijgen tot de universiteit, mits zij 21 jaar worden voor het beoogde studiebegin. Informatie over het colloquium doctum voor studies geesteswetenschappen is verkrijgbaar bij het Studiepunt Geesteswetenschappen of via de site Colloquium doctum

Informatie over onderwijsvormen
Er zijn hoorcolleges en werkcolleges. Een hoorcollege is bestemd voor alle studenten van een bepaald jaar en is meestal niet interactief; een werkcollege wordt gegeven aan een groep van ongeveer zeventien studenten.

Van de deelnemers aan een werkcollege wordt actieve mondelinge en schriftelijke medewerking verwacht, wat onder andere inhoudt dat je werkstukken moet maken en een referaat moet houden.

Werkstukken zijn schriftelijke presentaties, oplopend in moeilijkheidsgraad en omvang, van relatief korte werkstukken in de propedeuse tot het lange afsluitende werkstuk, het BA-eindwerkstuk. Voor werkstukken wordt steeds een bepaalde inleverdatum gesteld, die (behoudens bijzondere omstandigheden) niet mag worden overschreden.

Om het maken van werkstukken eenvoudiger te maken heeft de opleiding Film- en literatuurwetenschap een uitgebreide handleiding opgesteld. Zie de opleidingswebsite onder Handleiding bij het schrijven van papers

Aanwezigheid bij colleges
In principe word je als deelnemer aan een cursus geacht bij iedere bijeenkomst aanwezig te zijn. Voor absentie gelden de volgende algemene regels:
1. Per cursus mogen niet meer dan drie colleges worden gemist.
2. Bij één gemist college is geen verantwoording nodig. Ben je meer dan één keer afwezig, dan moet je dit van tevoren aan de docent melden.

Heb je meer dan drie colleges gemist en bestaat er een goede reden voor die absentie, dan kun je in overleg met de docent een regeling treffen waarbij aanvullende opdrachten worden gemaakt. Voorwaarde daarbij is dat je je afwezigheid steeds vooraf hebt gemeld. De beslissing ligt in alle gevallen bij de docent.

Evaluatie van de colleges
Tot besluit van ieder college vindt een schriftelijke evaluatie door de studenten plaats. De resultaten van deze evaluatie worden verwerkt in een rapport ten behoeve van de staf, de Opleidingscommissie (OLC) en de faculteit der Geesteswetenschappen. Nu kan het voorkomen dat studenten daarnaast behoefte hebben aan een gezamenlijke mondelinge evaluatie zonder dat de docent daarbij aanwezig is. Doet deze situatie zich voor, stel je als groep dan tijdig in verbinding met de student die jullie jaar vertegenwoordigt in de Opleidingscommissie. Deze organiseert op verzoek een mondelinge evaluatieronde buiten het college om, waarvan de resultaten in een interne rapportage aan de docent en de Opleidingscommissie ter kennis worden gebracht.

Tentamens
Aan het eind van elk semester is er een tentamenperiode. Het definitieve tentamenrooster zal in september bekend gemaakt worden. Actuele informatie over tentamens is ook altijd te vinden op de website van de opleiding.

Je bent geslaagd voor een tentamen of examenonderdeel als je daarvoor ten minste een voldoende (=6) hebt behaald.

Nadere algemene regels met betrekking tot beoordeling, herkansingen e.d. zijn te vinden in de Facultaire Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling (OER)
Voor de onderwijs en examenregeling die specifiek is voor de opleiding Film-en literatuurwetenschap zie Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleidingen