Griekse en Latijnse taal en cultuur
Bachelor
Bachelor en master
Het BA-hoofdvak
Opzet van de opleiding GLTC
Het bachelorprogramma GLTC
Keuzeruimte
Propedeuse- en bachelordiploma
Studiebelasting en studiepunten
Tentamens
Herkansingen
De administratie van tentamenresultaten
Adresgegevens studenten
Toegangseisen bachelorprogramma
Overstapregeling voor doctoraalstudenten
Het studieprogramma Griekse en Latijnse Taal en Cultuur bestaat uit twee delen: het bachelorprogramma en een daarop aansluitend masterprogramma.
Elke student die een BA-diploma in een Leidse studie geesteswetenschappen behaalt, krijgt zonder verdere selectie toegang tot minstens één MA-programma. In het algemeen zal dat de ‘doorstroommaster’ zijn, dat wil zeggen een meestal eenjarig MA-programma op het gebied van de afgesloten BA-studie. De Universiteit Leiden biedt in samenwerking met de UvA en de VU een regionale master Classics aan. Door deze samenwerking ontstaat een bijzonder breed collegeaanbod, dat door specialisten op allerlei gebieden verzorgd wordt. Net als in de bachelor bieden primaire teksten de eerste ingang tot de oudheid, maar kunnen studenten ook een behoorlijk deel van hun programma wijden aan cultuurhistorische vakken. De regionale master biedt direct toegang tot de lerarenopleiding, maar is ook een goede voorbereiding voor studenten die verder willen in de wetenschap. Naast deze master Classics kunnen studenten echter ook solliciteren naar een plek in de tweejarige ‘onderzoeksmaster’ Classics and Ancient Near Eastern Civilizations van de Faculteit der Geesteswetenschappen, die een speciale track ‘Classics’ kent.
De eerste twee jaar van het bachelorprogramma bestaan uitsluitend uit onderdelen van het hoofdvak, dat wil zeggen uit onderdelen van de opleiding GLTC. In het kader van het facultaire kerncurriculum maakt in het eerste jaar Inleiding Literatuurwetenschap deel uit van het programma, en in het tweede of derde jaar de cursus Wetenschapsfilosofie. In het derde jaar zit een keuzeruimte van 30 ects, die binnen of buiten de opleiding GLTC gevolgd kan worden.
De opleiding GLTC is van nature interdisciplinair: voor een goed begrip van de wereld van de oudheid zetten we veel disciplines tegelijk in. De studenten lezen en analyseren teksten, en brengen die in verband met wat men weet van de oude geschiedenis, de materiële cultuur van de oudheid en de antieke wijsbegeerte. De vaardigheden en kennis die daarvoor nodig zijn, worden uiteraard geleidelijk opgebouwd, maar essentieel voor de studie is dat ze in elk stadium tegelijk en in samenhang worden aangeboden. Het is dus niet zo dat studenten eerst Latijn en Grieks leren en later ‘de rest’. Op elk niveau leert de student te werken met een compleet en breed instrumentarium.
Alle academische vaardigheden zijn opgenomen in het leerlijnen-overzicht. Hierin staat per vak aangegeven welke vaardigheden de student bij het betreffende vak oefent, en hoe deze bijdragen tot het bereiken van de eindtermen van de opleiding.
De bacheloropleiding GLTC is een brede driejarige opleiding, die afgesloten wordt met een academisch examen. Het bachelordiploma geeft toegang tot de meer gespecialiseerde masterfase, aan de Leidse of aan een andere universiteit. Het eerste bachelorjaar wordt ook met een academisch examen afgesloten: het propedeutisch examen. Dat ijkpunt biedt de gelegenheid om te bezien of de student wel aan de goede studie begonnen is; aan het eind van het eerste jaar heeft de student namelijk al een goed beeld van de zwaarte en het interdisciplinaire karakter van de studie.
Inhoudelijk bestaat het bachelorprogramma uit vakgericht onderwijs en uit een training in algemene academische vaardigheden. In het vakgericht onderwijs komen de volgende disciplines aan de orde: letterkunde (Grieks en Latijn), taalkunde (Grieks en Latijn), geschiedenis, wijsbegeerte en materiële cultuur van de oudheid. Een deel van het talenonderwijs is expliciet gericht op taalbeheersing. De training in algemene academische vaardigheden is geheel geïntegreerd in het vakonderwijs. Het gaat daarbij om schriftelijke en mondelinge presentatievaardigheden, onderzoeksvaardigheden, en samenwerkingsvaardigheden.
In de eerste twee jaren bestaat het bachelorprogramma uit een basisopleiding die voor alle studenten gelijk is. In het derde jaar kiest de student uit de vijf vakken twee specialisatievakken, waarin hij/zij werkcolleges volgt. Tenminste één van de specialisatievakken dient Grieks of Latijn te zijn. Beide talen moeten in het derdejaarsprogramma vertegenwoordigd zijn (in de vorm van het BA3 pensum, een bachelorwerkcollege of het bacheloreindwerkstuk).
In het eindwerkstuk dient de student een redelijke hoeveelheid primaire bronnen zodanig te bespreken, dat daaruit zijn/haar competentie in het omgaan met die bronnen blijkt.Dit geldt ook als het werkstuk over een cultuurhistorisch onderwerp gaat. In dit geval zal een docent van de sectie Grieks of Latijn als tweede lezer optreden.
Verplicht voor alle studenten zijn in dit laatste jaar het bovengenoemde BA3 pensum en de zogeheten Geïntegreerde activiteit (N.B. dit college wordt afwisselend met Wetenschapsfilosofie in het tweede of derde jaar aangeboden). Een overzicht van (de bacheloreindtermen van) het BA-programma GLTC en de manier waarop de academische vaardigheden in het programma zijn opgenomen is te vinden in het BA-format [pdf].
Elk bachelorprogramma biedt een flinke keuzeruimte: 30 ects in het derde jaar. Deze keuzeruimte is als volgt verdeeld: 15 ects in het eerste semester en 15 ects in het tweede semester.
Studenten kunnen deze keuzeruimte vullen met een keuzepakket (een door het College van Bestuur goedgekeurd samenhangend pakket van vakken) binnen of buiten de faculteit. Ook kan de keuzeruimte geheel naar eigen keuze worden ingevuld, mits voldaan wordt aan een aantal randvoorwaarden en de examencommissie van de eigen opleiding toestemming verleent. De keuzeruimte kan desgewenst ook (gedeeltelijk) binnen GLTC worden opgevuld.
Voor studenten GLTC doet zich hier de mogelijkheid voor de keuzeruimte te vullen met extra vakken Grieks en Latijn, en/of met vakken Oude Geschiedenis, Klassieke Archeologie en Antieke Wijsbegeerte die niet in het reguliere programma zitten (denk hierbij bijvoorbeeld aan extra werkcolleges of colloquia).
Studenten die in aanmerking willen komen voor een master die niet direct aansluit op GLTC (bijvoorbeeld een master geschiedenis of archeologie) doen er verstandig aan hier bij de invulling van hun minorruimte rekening mee te houden. Het is raadzaam in een vroegtijdig stadium contact op te nemen met de studiecoördinator en/of met de betrokken hoogleraar.
Voor studenten die zich alvast op een baan in het onderwijs willen oriënteren, is er de educatieve minor van 30 ects. Wie de educatieve minor en de bacheloropleiding heeft afgerond, kan met een beperkte bevoegdheid vast in de onderbouw aan de slag. Bovendien kunnen studenten die tijdens hun bachelor de educatieve minor gedaan hebben een aantal vrijstellingen binnen de tweejarige educatieve master krijgen. De vrijgekomen ruimte kan benut worden voor verdieping binnen of buiten het eigen vakgebied, of om de lerarenopleiding versneld af te ronden.
Het oriëntatiegedeelte van de educatieve minor kan ook als onderdeel van een individuele invulling van de keuzeruimte worden ingezet. De keuzeruimte kan ook bestaan uit een stage en hierop aansluitende keuzevakken (onder goedkeuring van de examencommissie en het stagecoördinaat Geesteswetenschappen) of een buitenlandverblijf.
Onder de naam ‘PraktijkStudies’ biedt de Faculteit Geesteswetenschappen vier beroepsgerichte keuzepakketten aan:
Boek, boekhandel en uitgeverij
Europese Unie Studies
Internationaal Management en Cultuur
Journalistiek en Nieuwe Media
Voor meer informatie over de PraktijkStudies, zie: www.praktijkstudies.nl.
Voor een individuele invulling van de keuzeruimte of voor vragen over de keuzemogelijkheden wordt geadviseerd contact op te nemen met de studiecoördinator.
Een uitgebreide beschrijving van de facultaire keuzeruimte is te vinden in de e-Studiegids van de Universiteit Leiden.
De propedeuse- en de bachelorstudie worden afgesloten met een examen. Deze examens zijn geformaliseerd, dat wil zeggen dat studenten aan de eisen voor de examens hebben voldaan, zodra zij het programma van de propedeuse, respectievelijk het bachelorprogramma met voldoende resultaat hebben doorlopen. Het diplomasupplement bevat nadere informatie over de gevolgde vakken en de behaalde resultaten.
Uitgangspunt is dat een student per cursusjaar 42 weken aan de studie besteedt en dan veertig uur per week werkt. Een studiejaar telt zo 1680 studie-uren. De studiebelasting wordt uitgedrukt met behulp van het European Credit Transfer System. De 1680 studie-uren staan gelijk aan 60 ects-punten (kortweg ‘ects’), dus 1 ects staat voor 28 uur. De ects vervangen de vroegere studiepunten (stp.).
Alle tentamens van de opleiding GLTC vinden plaats in de tentamenweek aan het eind van ieder blok of in de collegevrije periode. Op de helft van ieder blok vinden ook de zogenaamde tussentoetsen plaats. Sommige vakken uit het eerste en tweede jaar worden afgesloten door een schriftelijke opdracht tijdens het blok. Werkcolleges worden afgesloten met een referaat en/of schriftelijke opdracht.
Zodra de tentamenresultaten ingevoerd zijn door het secretariaat, ontvangt iedere student via zijn/haar umailadres een mail met daarin het tentamenresultaat. Daarnaast worden de resultaten zonder naamsvermelding bekend gemaakt op het mededelingenbord van GLTC, in het Huizinga-gebouw.
Er zijn drie herkansingsmomenten: tijdens de twee collegevrije periodes in januari en juni, en tijdens de maand augustus.
Per vak worden 2 tentamenmogelijkheden per jaar aangeboden: één regulier tentamen en één herkansing. In verband het Bindend Studieadvies worden in het eerste jaar, wanneer het rooster dit toelaat, 3 tentamenmomenten per jaar aangeboden (1 regulier tentamen en 2 herkansingen). Voor data: zie het
tentamenrooster.
Het is niet mogelijk hertentamens te doen op andere dan de reguliere momenten.
Opgave voor herkansingen: uiterlijk twee weken voor de tentamendatum via U-twist. Er worden geen hertentamens gemaakt voor wie zich niet (tijdig) opgeeft!
De resultaten van tentamens, werkgroepen en scripties worden door het secretariaat van de opleiding verwerkt in het geautomatiseerde administratiesysteem uSis. Daarvoor is het noodzakelijk dat er gebruik wordt gemaakt van een aantal vaste codes die overeenkomen met de afgelegde studieonderdelen, zoals ook vermeld in deze studiegids.
Mondelinge en schriftelijke tentamens worden gedateerd op de dag van aflegging, werkstukken en scripties worden gedateerd op de dag dat de docenten/ scriptiebegeleiders het cijfer toekennen. Docenten verplichten zich tot een tijdige correctie en geven de resultaten direct door aan het secretariaat. Tentamenuitslagen van GLTC worden ook zonder naamsvermelding gepubliceerd op het mededelingenbord van GLTC in het Huizinga-gebouw.
Studenten kunnen hun tentamenresultaten via uSis opvragen en uitprinten.
Het is van groot belang dat studenten deze lijst goed controleren en eventuele hiaten of fouten zo spoedig mogelijk aan het secretariaat doorgeven.
Studenten die in het kader van hun opleiding cursussen volgen aan andere Nederlandse of buitenlandse universiteiten, dienen daar zelf om studiebewijzen te vragen en deze zo spoedig mogelijk te bezorgen bij de studieadministratie van de eigen opleiding.
Het is de verantwoordelijkheid van de student dat de administraties van de universiteit en de opleiding steeds over zijn of haar juiste adres beschikken (dit is het adres waarop men het best en snelst wordt bereikt). Adreswijzigingen dient men onmiddellijk door te geven aan de centrale administratie via Studielink. Het secretariaat van de opleiding kan zelf geen adreswijzigingen doorvoeren in de centrale administratie!
Voor communicatie per email maakt de opleiding gebruik van het umailadres dat ieder student bij inschrijving van de universiteit ontvangen heeft. Het is de verantwoordelijkheid van de student regelmatig zijn of haar umail te bekijken, of te zorgen voor het forwarden van de umail naar een ander adres. Voor problemen met het computeraccount, umail en aanverwante zaken kan men terecht bij de Servicedesk in het Lipsius-gebouw.
Studenten die toegelaten willen worden tot het Bachelorprogramma Griekse en Latijnse taal en cultuur moeten Grieks of Latijn met voldoende resultaat in hun eindexamenpakket gehad hebben. Wie in geen van beide talen eindexamen heeft gedaan moet vóór aanvang van de studie voor de examencommissie van GLTC aannemelijk hebben gemaakt tenminste één van de talen op eindexamenniveau te beheersen. Het is in het laatste geval zeer raadzaam voor nader advies in een zo vroeg mogelijk stadium contact op te nemen met de studiecoördinator.
Voor toegang met een buitenlands diploma zijn geen vaste regels te geven. Een aanvraag moet in ieder geval zeer ruim (soms een jaar) vóór aanvang van de studie worden ingediend. Voor informatie en hulp kunt u zich wenden tot het Informatiecentrum van het Expertisecentrum Internationalisering, Communicatie en Studenten (ICS), telefoon 071-527 8011 of e-mail informatiecentrum@ics.leidenuniv.nl
Studenten die niet één van de bovengenoemde vooropleidingen hebben gedaan, kunnen een colloquium doctum afleggen om toegang te krijgen tot de universiteit, als zij tenminste 21 jaar zijn op het moment dat ze aan de studie beginnen. Een colloquium doctum-brochure inclusief aanvraagformulier is op te vragen bij de Studielijn, tel. 071-527 1111, studielijn@ics.leidenuniv.nl
Informatie over het colloquium doctum voor studies geesteswetenschappen is verkrijgbaar bij het Studiepunt Geesteswetenschappen, WSD Lipsiusgebouw, Postbus 9515, 2300 RA Leiden, studiepunt@hum.leidenuniv.nl of via de website: www.colloquiumdoctum.leidenuniv.nl.
Studenten die begonnen zijn met de doctoraalopleiding, maar ervoor kiezen als bachelor af te studeren, moeten de volgende onderdelen met voldoende resultaat hebben afgerond:
Studenten die van deze overstapregeling gebruik willen maken, wordt dringend aangeraden in overleg te treden met de studiecoördinator.