Studiegids

nl en

Eerste jaar

Mocht je vragen hebben, dan kun je contact opnemen met de studieadviseur

Tijdens het eerste jaar zijn de volgende activiteiten gepland:

  • Informatiebijeenkomst opleiding en openinsgcollege van 1 uur

  • Excursie Nino en papyrologisch instituut van 2 uur

  • Excursie RMO van 2 x 1 uur

  • Informatiebijeenkomst USIS, blackboard, website, e-gids van 1 uur

  • Informatiebijeenkomst specialisatiekeuze ONOS en BSA van 1 uur

  • Informatiebijeenkomst tweede jaar en studieplan van 1 uur

  • Loopbaanorientatie bijeenkomst 2 uur

Voor hoofdvakkers Oude Nabije Oosten-studies geldt aanvullend op het Bindend Studieadvies van 45 EC een aanvullende eis, namelijk het met goed gevolg afronden van de volgende onderwijseenheden in academisch jaar 2019-2020:

10 EC taal uit het eerste semester, maak een keuze uit:

5 EC aanvullende eis in het tweede semester:

Vak EC Semester 1 Semester 2

Eerste semester

Gemeenschappelijk

Gilgamesh, Mozes, Echnaton: godsdienst in het oude Nabije Oosten 5
De oudste geschiedenis. Egypte en het Nabije Oosten tot ca. 1000 voor Christus. 5
Hoorcollege Oude Geschiedenis (OG) 5
Archeologie van het Oude Nabije Oosten 5
Academische Vaardigheden (Oude Nabije Oosten-studies) 0

Kies één taal (10 EC) uit:

Grieks voor iedereen: basiscursus grammatica en leesvaardigheid 1 en 2 5+5
Grieks taalverwerving 1 (B/C-groep) 5
Grieks taalverwerving 2 (B/C-groep) 5
Inleiding Middelegyptisch en hiërogliefenschrift 10
Inleiding Akkadisch en spijkerschrift 10
Bijbels Hebreeuws 1 10

Tweede semester

Gemeenschappelijk

Seminar Oude Nabije Oosten 1 5
De eerste wereldrijken: Egypte en het Nabije Oosten (1ste Mill v.Chr. – 7de eeuw n.Chr.) 5
Antieke Godsdiensten 5
Academische Vaardigheden (Oude Nabije Oosten-studies) 0

Trackspecifiek 15 EC

Materiële cultuur van het oude Egypte 5
Van Aram tot Zakho 5
Cultuurgeschiedenis van Anatolië 5

Tweede jaar

Vak EC Semester 1 Semester 2

Eerste semester

Gemeenschappelijk 15 EC

Kerncurriculum: Area Studies 5
Materiële cultuur van het Oude Nabije Oosten 5
Museologie van het Oude Nabije Oosten 5

Trackspecifiek 15 EC

Overzicht Antieke Wijsbegeerte 1: van Thales tot en met Plato 5
Kerncurriculum: Wetenschapsfilosofie 5
Onderwerpen uit de Griekse papyrologie (teksten in vertaling) 5

Tweede semester

Gemeenschappelijk 10 EC

Seminar Oude Nabije Oosten Studies 2 5
Kunstgeschiedenis van Egypte en Syrië-Mesopotamië 5

Trackspecifiek Breed 20 EC

Overzicht Antieke Wijsbegeerte 2: van Aristoteles tot en met Neoplatonisme 5
Cultuurgeschiedenis van Anatolië 5

Kies één van de twee werkcolleges van Oude Geschiedenis:

Identiteit shopping in het Romeinse Rijk? Debatten over romanisering, globalisering en acculturatie 10
Palmen, zwavel en rebellen. Leven aan de Dode Zee in de Oudheid 10

Derde jaar

In het derde jaar is 30 ec gereserveerd voor keuzevakken: 15 ec in het eerste semester en 15 ec in het tweede semester.

Vak EC Semester 1 Semester 2
Vrije Keuzeruimte Oude nabije oosten-studies 30

Eerste semester

Keuzeruimte (15 ects)

Trackspecifiek (15 EC)

Van Nijl tot Indus: de bronnen van het Perzische Rijk 5
De smaak van de oudheid: antieke voedselcultuur 10

Tweede semester

Keuzeruimte (15 ects)

Gemeenschappelijk

Seminar Oude Nabije Oosten Studies 3 5
Scriptieseminar Oude Nabije Oosten-studies 0
BA Eindwerkstuk Oude Nabije Oosten- studies 10

Meer info

Kijk voor algemene informatie over de opleiding hier

Doel van de opleiding

Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt, gerangschikt volgens de Dublin-descriptoren:

I Algemeen

  1. Kennis en inzicht
    a. De afgestudeerde beschikt over kennis van een of meerdere van de talen van het oude Nabije Oosten en van de daarbij behorende schriftsoorten.
    b. De afgestudeerde beschikt over kennis van de geschiedenis en cultuur van het oude Nabije Oosten en van Griekenland en Rome en over inzicht in de historische samenhang en de processen die bij de ontwikkeling van dit gebied een rol hebben gespeeld.
    c. De afgestudeerde beschikt over kennis van de godsdiensten van het oude Nabije Oosten en inzicht in de maatschappelijke verankering van godsdienstige voorstellingen en praktijken.
    d. De afgestudeerde beschikt over kennis van de archeologie, kunstgeschiedenis en materiële cultuur van het oude Nabije Oosten.
    e. De afgestudeerde beschikt over kennis van de kernbegrippen, het apparaat en de onderzoeksmethoden en onderzoekstechnieken benodigd voor de interpretatie van archeologische en schriftelijke bronnen binnen de gekozen regio.

  2. Toepassen van kennis en inzicht
    a. De afgestudeerde is in staat om originele teksten van eenvoudige tot middelmatige moeilijkheidsgraad in de taal of talen en schriften die behoren bij zijn of haar specialisatie met behulp van de gangbare wetenschappelijke hulpmiddelen (woordenboeken, grammatica's, tekenlijsten) zelfstandig te lezen en de daaruit verkregen gegevens in hun cultuurhistorische context te plaatsen.
    b. De afgestudeerde kan taal-, literatuur- en cultuurwetenschappelijke kennis en inzicht op elementair niveau (ook interdisciplinair) inzetten ten behoeve van analyse van divers materiaal uit het oude Nabije Oosten.
    c. De afgestudeerde is in staat een wetenschappelijke onderzoeksvraag te formuleren, het onderzoek uit te voeren, op elementair academisch niveau relevante wetenschappelijke literatuur te verzamelen, te analyseren en kritisch te toetsen.

  3. Oordeelsvorming
    a. De afgestudeerde kan zich een afgewogen oordeel vormen over archeologische en schriftelijke bronnen uit de bestudeerde regio en hun rol in culturele processen, mede gebaseerd op het afwegen van relevante maatschappelijke en wetenschappelijke aspecten.
    b. De afgestudeerde is in staat om de resultaten van cultuurwetenschappelijk onderzoek op het terrein van de bestudeerde regio kritisch te evalueren en te gebruiken.

  4. Communicatie
    a. De afgestudeerde heeft de vaardigheid om van de resultaten van eigen onderzoek helder en goed gestructureerd mondeling en schriftelijk verslag te doen aan specialisten (peers).
    b. De afgestudeerde heeft de vaardigheid om resultaten van eigen onderzoek op heldere wijze te verwoorden aan een breder algemeen publiek.

  5. Leervaardigheden
    a. De afgestudeerde beschikt over de leervaardigheden die benodigd zijn om met succes en zonder aanvullende scholing deel te nemen aan de masteropleidingen die in het verlengde liggen van de bacheloropleiding Oude Nabije Oosten-studies.

II Afstudeerrichting Het Oude Nabije Oosten in breed perspectief

In aanvulling op bovenstaande eindtermen gelden onderstaande eindtermen voor de afstudeerrichting Het Oude Nabije Oosten in breed perspectief:

  1. Kennis en inzicht:
    a. De afgestudeerde beschikt over elementaire leesvaardigheid in ten minste één belangrijke fase van de gekozen taal (Bijbels Hebreeuws of Egyptisch of Akkadisch of Grieks) en de daarbij behorende schriftsoort.
    b. De afgestudeerde beschikt over brede kennis van de oude culturen van zowel het oude Nabije Oosten als Griekenland en Rome.

  2. Toepassen van kennis en inzicht:
    a. De afgestudeerde is in staat de verworven kennis te plaatsen binnen de bredere context van van het oude Nabije Oosten als geheel.

III Afstudeerrichting Hebreeuws en Aramees

In aanvulling op bovenstaande eindtermen gelden onderstaande eindtermen voor de afstudeerrichting Hebreeuws en Aramees:

  1. Kennis en inzicht:
    a. De afgestudeerde beschikt over grondige kennis van de grammatica van de klassieke fasen van het Hebreeuws en Aramees, van hun oorspronkelijke schriftsoorten, en van de historische ontwikkeling van deze talen en schriftsoorten.

IV Afstudeerrichting Egyptologie

In aanvulling op bovenstaande eindtermen gelden onderstaande eindtermen voor de afstudeerrichting Egyptologie:

  1. Kennis en inzicht:
    a. De afgestudeerde beschikt over grondige kennis van de grammatica van het Klassiek Egyptisch, Nieuwegyptisch en Koptisch, van hun oorspronkelijke schriftsoorten, en van de historische ontwikkeling van deze talen en schriftsoorten.
    b. De afgestudeerde beschikt over gedegen kennis van de materiële cultuur en de archeologie van het oude Egypte.

V Afstudeerrichting Assyriologie

In aanvulling op bovenstaande eindtermen gelden onderstaande eindtermen voor de afstudeerrichting Assyriologie:

  1. Kennis en inzicht:
    a. De afgestudeerde beschikt over grondige kennis van de grammatica van de belangrijkste fasen van het Akkadisch, Sumerisch en Hittitisch, van hun oorspronkelijke schriftsoorten, en van de historische ontwikkeling van deze talen en schriftsoorten.

Zie ook de Opleidingssprecifieke Onderwijs- en examenregeling

Voorts leidt elke Leidse geesteswetenschappelijke opleiding op tot facultair geformuleerde algemene academische vaardigheden. Deze hebben betrekking op de Dublin descriptoren Oordeelsvorming, Communicatie en Leervaardigheden en zijn opgenomen in bijlage A van de facultaire Onderwijs- en Examenregeling

Voertaal

Met inachtneming van de Gedragscode voertaal zijn de voertalen binnen de opleiding Nederlands en Engels.

Bindend Studieadvies (BSA)

Voor hoofdvakkers in het eerste studiejaar Oude Nabije Oosten-studies geldt aanvullend op het Bindend Studieadvies van 45 EC een aanvullende eis, namelijk het met goed gevolg afronden van de volgende onderwijseenheden in academisch jaar 2019-2020:

10 EC taal uit het eerste semester, maak een keuze uit:

5 EC aanvullende eis in het tweede semester:

Het programma

Je leert over de cultuur van het oude Egypte, van Mesopotamië en Anatolië of verdiept je in de Hebreeuwse en Aramese talen en culturen. Je bestudeert de geschiedenis, religie en kunst en specialiseert je in een enkele regio, of in het hele cultuurgebied.

Eerste jaar: propedeuse
Na een korte intensieve kennismaking met alle specialisaties in de introductieweek kies je voor een van de vier trajecten: Egyptologie, Assyriologie, Hebreeuws en Aramees of Het Oude Nabije Oosten in breed perspectief. Alle trajecten hebben een aantal gezamenlijke colleges in de verschillende deelgebieden, zoals geschiedenis en cultuur van de gehele oude mediterrane wereld.

Tweede en derde jaar
In het tweede jaar specialiseer je verder in het traject dat je hebt gekozen.
In je derde jaar verbreed je je kennis door je keuzeruimte in te vullen met vakken bij andere opleidingen, een stage of buitenlandverblijf. Maar je kunt er ook voor kiezen om extra vakken bij je eigen opleiding te volgen.

Keuzeruimte

In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een keuzeruimte van 30 EC. In het derde jaar is 30 ec gereserveerd voor keuzevakken: 15 ec in het eerste semester en 15 ec in het tweede semester. Er zijn verschillende mogelijkheden om deze keuzeruimte in te vullen: een minor, een zelf samengesteld keuzevakkenpakket of een stage. Stel je zelf een pakket samen uit het aanbod aan keuzevakken, dan is het goed te weten dat zo’n pakket aan verschillende voorwaarden moet voldoen: het moet een samenhangend geheel vormen en opbouwen in niveau. Het is daarom raadzaam vooraf contact op te nemen met de studieadviseur

Meer informatie vind je in de beschrijving van de Vrije Keuzeruimte Oude Nabije Oosten-studies

Voltijd en deeltijd

De opleiding oude Nabije Oosten-studies is alleen in voltijd te volgen.

BA-eindwerkstuk en afstudeereisen

Om te kunnen afstuderen dienen studenten alle onderdelen van het programma van 180 EC te hebben behaald, inclusief het BA-eindwerkstuk. Alle studenten dienen ter afronding van hun bacheloropleiding een eindwerkstuk te schrijven. Dit eindwerkstuk heeft een studielast van 10 EC (minmaal 8.000 woorden – maximaal 10 000 woorden).

Zie ook de beschrijving van het Ba-eindwerstuk ONOS

Honours

Ben je toe aan extra uitdaging naast je studie? Misschien is het Honours programma iets voor jou.

Afstudeerrichtingen

Oude Nabije Oosten-studies kent vier afstudeerrichtingen:

  • Het Oude Nabije Oosten in breed perspectief

  • Egyptologie

  • Hebreeuws en Aramees

  • Assyriologie

Afstuderen kan iedere maand van het academisch jaar, behalve in juli.

Aansluitende masteropleidingen

Eenjarige masters:

BA ONOS Assyriologie > MA CAC Assyriology
BA ONOS Egyptologie > MA CAC Egyptology
BA ONOS HATC > MA CAC Hebrew and Aramaic Studies
BA ONOS Breed > MA History: Ancient History

Tweejarige masters: Classics and Ancient Civilizations (research)

Arbeidsmarktvoorbereiding

Arbeidsmarktvoorbereiding bij Oude Nabije Oosten-studies

Het programma

Hoe kun je de kennis en vaardigheden die je opdoet gebruiken? Welke richting kies je binnen je studie en waarom? Wat kan je al, en welke vaardigheden wil je nog leren? Hoe vertaal je de vakken die je kiest naar iets wat je later zou willen doen?
Op verschillende momenten tijdens je studie komen deze en andere vragen ter sprake. Mogelijk heb je er al eens met de studiecoördinator, de Humanities Career Service of met medestudenten over gesproken of gebruik gemaakt van de Leiden University Career Zone. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd waarbij je kunt reflecteren op je eigen wensen en mogelijkheden en je de kans krijgt je te oriënteren op de arbeidsmarkt. Centraal daarbij staan de vragen: ‘Wat kan ik?’, ‘Wat wil ik?’ en ‘Hoe bereik ik mijn doelen?’.

Activiteiten

Via de facultaire website en de opleidingswebsite en e-mail word je op de hoogte gehouden van verdere activiteiten rondom de arbeidsmarktvoorbereiding. Het is raadzaam om de volgende activiteiten in de gaten te houden om je goed te kunnen oriënteren:

Alle jaren
Als opleiding willen we jullie zo goed mogelijk voorbereiden op de toekomst. Daarom organiseert de opleiding Oude Nabije Oosten-studies in samenwerking met de opleidingen Griekse en Latijnse taal en cultuur en de MA Classics and Ancient Civiliszations om het jaar de Leidse Oudheid Netwerkbijeenkomst. Om het andere jaar organiseert de opleiding een arbeidsmarktbijeenkomst alleen voor studenten Oude Nabije Oosten-studies.
Tijdens deze bijeenkomsten maak je kennis met alumni en kijg je tips van mensen uit het veld hoe jij je als oudheidkundige het beste kunt voorbereiden op de arbeidsmarkt.

Eerste jaar

Tweede jaar

Derde jaar

Transferable Skills

Voor toekomstige werkgevers is niet alleen de inhoudelijke kennis die je tijdens je studie hebt opgedaan belangrijk, zij letten ook op de zogenaamde transferable skills. Dit zijn bijvoorbeeld cognitieve vaardigheden zoals kritisch denken, redeneren en beargumenteren en innovatie, intrapersoonlijke vaardigheden zoals flexibiliteit, initiatief, waardering van diversiteit en metacognitie en interpersoonlijke vaardigheden zoals communicatie, verantwoordelijkheid en conflictoplossing. Het zijn kortom vaardigheden die professionals nodig hebben om goed te kunnen functioneren.
Het is daarom belangrijk dat je tijdens je studie niet alleen zoveel mogelijk inhoudelijke kennis opdoet, maar dat je je ook bewust bent van de vaardigheden die je verworven hebt en de vaardigheden die je nog wil leren. In de vakbeschrijvingen in de e-Studiegids van Oude Nabije Oosten-studies vind je, naast de leerdoelen van de vakken, ook een lijst met de vaardigheden waar aan gewerkt wordt.
De vaardigheden die je bij de verschillende vakken kunt tegenkomen zijn:

  • Onderzoeken

  • Zelfsturend leren

  • Creatief denken

  • Samenwerken

  • Overtuigen

Vakken Oude Nabije Oosten-studies

Uiteraard bieden vakken van het onderwijsprogramma je voorbereiding op de arbeidsmarkt. We streven er als opleiding naar om in elk semester het onderwerp op heel directe of minder directe manier aan bod te laten komen. Binnen de opleiding Oude Nabije Oosten-studies gebeurt dit binnen de vakken:

  • Scriptieseminar ONOS. Een loopbaanadviseur van de Humanities Careers Service verzorgt twee colleges binnen het scriptieseminar. Tijdens deze bijeenkomsten wordt er aandacht besteed aan arbeidsmarktvoorbereiding specifiek voor studenten Oude Nabije Oosten-studies.

Contact

Vragen over je (studie)loopbaan keuzes? Maak een afspraak met de loopbaanadviseur van de Humanities Career Service via 071-5272235, of met je studiecoördinator Noortje van Swieten.