Flexibiliteit in het Honours traject
Binnen het Honours Traject is er naast het reguliere programma ook ruimte voor flexibiliteit. Dit betekent dat studenten op basis van een gedegen motivatie mogen kiezen voor een alternatieve invulling van een aantal standaard onderdelen: de onderzoekspraktijk, de Honours stage en het LUC keuzevak.
Voorstellen voor een alternatieve invulling van deze onderdelen zullen worden voorgelegd aan de Examencommissie Archeologie. Deze commissie komt met een advies dat vervolgens wordt voorgelegd aan de Examencommissie van de Honours Academy.
Vaststellingen
Een aantal regels zijn afgesproken t.a.v. dit flexibele traject:
Studenten mogen geen reguliere vakken vanuit de opleiding Archeologie aandragen als alternatief voor de Honours Stage, de Onderzoeksstage en het vak bij het University College. Reden hiervoor is dat onderdelen uit het reguliere traject ook kunnen worden gevolgd als minor en bijvak en aldus niet de status ‘Honours Vak’ hebben.
Studenten mogen met alternatieven komen die buiten het reguliere traject vallen. Te denken valt aan een zomerschool, deelname aan een seminar/workshop of cursus aan een internationaal instituut of het volgen van een Honours vak bij een ander traject. Deze alternatieven moeten in combinatie met een gedegen motivatie worden voorgelegd aan de Examencommissie.
Studenten mogen kiezen voor een extra Honours Class als vervanging voor een van de drie bovengenoemde onderdelen.
Voor de Onderzoekspraktijk wordt studenten de mogelijkheid geboden deze te vervangen door de organisatie van een workshop/seminar met gastsprekers. Zij kunnen hiervoor een thema naar keuze als uitgangspunt nemen of een thema kiezen dat wordt aangedragen door de Honours coördinator. Hiervoor zal budget worden vrijgemaakt vanuit het Honours Traject. Duidelijke taakverdeling zal hierbij worden uitgewerkt zodat de werklast overeenkomt met de 5 ects die normaalgesproken voor de Onderzoekspraktijk staan. Elke student wordt gevraagd een verslag op te stellen naar aanleiding van dit seminar.
Wat betreft de Honours Stage, zal de vereiste dat dit een stage moet zijn met een sterk archeologische focus wat minder strikt gehanteerd worden. Er kunnen dus ook stages worden aangedragen van een meer cultuur-historische aard. Bovendien kunnen deze stages plaatsvinden bij andere instituten dan alleen de instituten die zich bezighouden met archeologie (o.a. ministeries en scholen). Ook stages in het buitenland kunnen worden aangedragen. Wel vragen we de student om een motivatie waarin wordt onderbouwd waarom hij/zij deze stage wil gaan volgen. Voorop moet staan dat het een maatschappelijk georiënteerde stage is en niet een academische stage.
Procedure
In het geval dat een student een alternatief aandraagt dat buiten het reguliere traject valt moet dit verzoek worden voorgelegd aan de Examencommissie. De student moet met een gedegen motivatiebrief komen met daarin:
Reden vervanging;
Argumentatie waarom het voorgedragen seminar/vak/workshop verbreding en verdieping biedt;
Argumentatie dat de zwaarte van deze vervanging overeenkomt met een werklast van 5 ects;
Laten zien welk deel van het Honours Traject wordt vervangen;
De wijze van toetsing en de beoogd beoordelaar.
Wat betreft de Honours Stage en de Onderzoekspraktijk zal dit in eerste instantie in overleg plaatsvinden met de Honours coördinator die met de studenten verdere afspraken zal maken. Op basis van nader overleg zal in beide gevallen een formulier worden opgesteld. Concepten voor beide formulieren zijn te vinden op de BlackBoard pagina van het Honours Traject. Deze documenten zullen worden voorgelegd aan de Honours coördinator en de Examencommissie en bij goedkeuring door beide partijen worden ondertekend.