Studiegids

nl en

Eerste Jaar

Vak EC Semester 1 Semester 2
Apparaat/ Werkstuk/ Referaat 5
Archeologie van Mesopotamië en Anatolië 5
Cultuurgeschiedenis I: Bronnen 5
Cultuurgeschiedenis II: Godsdienst en literatuur 5
Geschiedenis van Mesopotamie en Anatolië 5
Inleiding Akkadisch en Schriftleer 10
Kerncurriculum: Area Studies 5
Kerncurriculum: Inleiding taalwetenschap 5
Oudbabylonisch I: Codex Hammurabi 5
Oudbabylonisch II: Koningsinscripties 5
Standaardbabylonisch I: Religieuze teksten 5

Tweede Jaar

Vak EC Semester 1 Semester 2
Cultuurgeschiedenis III: Anatolie 5
Geschiedenis van Mesopotamië en Anatolië III 5
Geschiedenis van Mesopotamiën Anatolië II 5
Kerncurriculum: Wetenschapsfilosofie s2 5
Originelen en stage 5
Oudbabylonisch III: Cursief 5
Standaardbabylonisch II: Koningsinscripties 5
Standaardbabylonisch III: Literaire en religieuze teksten 5
Sumerisch I: Inleiding 5
Sumerisch II: Inscripties van Gudea van Lagasj 5

Keuze uit:

Midden-Assyrisch 5
Midden-Babylonisch 5

Derde Jaar

Vak EC Semester 1 Semester 2
Eindwerkstuk 10
Hettitisch I 5
Minor- en keuzevakkenruimte semester 1 15
Minor- en keuzevakkenruimte semester 2 15

Keuze uit:

Akkadisch 5
Sumerisch III 5

Werkcollege I: keuze uit:

Werkcollege Akkadisch I 5
Werkcollege Hettitisch 5
Werkcollege Overige spijkerschrifttalen I 5
Werkcollege Sumerisch I 5

Werkcollege II: keuze uit

Werkcollege Akkadisch II 5
Hettitisch II 5
Werkcollege Overige Spijkerschrifttalen II 5
Werkcollege Sumerisch II 5

Meer info

Doel van de opleiding
Aansluitende programma’s
Het programma
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen

2009-2010

Doel van de opleiding

Tijdens de bacheloropleiding Talen en culturen van Mesopotamië en Anatolië verwerven de studenten een grondige kennis van de grammatica van het Akkadisch en van het (spijker)schrift in drie afzonderlijke taalfasen (Oudbabylonisch, Standaardbabylonisch en het Akkadisch van het eerste millennium). Daarnaast maken zij kennis met het Sumerisch en het Hettitisch. Ze leren de kernbegrippen en worden getraind in het gebruik van het apparaat en de onderzoeksmethoden en technieken van de drie talen.
Ze verwerven algemene kennis van de geschiedenis van Mesopotamië en Anatolië en een goede kennis van een aantal te selecteren aandachtgebieden (capita selecta) door verdieping van één van deze gebieden via zelfstandig literatuuronderzoek en rapportage.
Tevens maken ze kennis met de cultuur, het staatsbestel en de religie van Mesopotamië en Anatolië.
Tenslotte nemen de studenten kennis van de archeologie (opgravingsplaatsen, publicaties van vondsten e.d.) en de kunstgeschiedenis (architectuur en beeldende kunst) van Mesopotamië en Anatolië, nodig om het tekstmateriaal in zijn juiste context te kunnen plaatsen.

Aansluitende programma’s

Een afgeronde bacheloropleiding Talen en culturen van Mesopotamië en Anatolië geeft rechtstreekse toegang tot de eenjarige masteropleiding Languages and Cultures of Mesopotamia and Anatolia. Studenten kunnen, afhankelijk van hun resultaten, ook toegang krijgen tot de tweejarige onderzoeksmasteropleiding Middle Eastern Studies. Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de aanmeldingsprocedure, zie mastersinleiden.nl.

Het programma

Hoofddoel van het bachelorprogramma is de beheersing van de drie belangrijkste in spijkerschrift geschreven talen (Akkadisch, Sumerisch en Hettitisch), het kritisch omgaan met het beschikbare bronnenmateriaal, het onder begeleiding verrichten van onderzoek en het presenteren van onderzoeksresultaten. Alleen een spreiding van het taalonderwijs over de eerste twee jaren geeft de student de mogelijkheid de verwervingsfase per taal optimaal te benutten.

Eerste jaar: propedeuse

Het eerste jaar vormt de propedeuse, waarin de basis wordt gelegd voor de volgende twee jaar van het bachelorprogramma. Tijdens de propedeuse leert men het Akkadisch en het spijkerschrift, en wordt de basis gelegd voor de kennis over geschiedenis en cultuur van Mesopotamië en Anatolië. Ook krijgt men een inleiding in de Taalwetenschap.

Bindend studieadvies (BSA): aamvullende eisen
De opleiding stelt als aanvullende eis dat bepaalde onderdelen van de opleidingsprogramma’s in de propedeuse in ieder geval zijn afgerond, namelijk de taalonderdelen die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van de studie in het tweede en derde jaar en tenminste één werkstuk.

Voor het studiejaar 2009/2010 zijn de volgende onderdelen aangewezen:

  • Inl. Akkadisch/Schriftleer (MA11IAS), 10 ects;

  • Apparaat/Werkstuk/Referaat (MA11AWR), 5 ects en

  • Oud-Babylonisch I: Codex Hammurabi (MA12OB1), 5 ects.

Tweede en derde jaar

Het tweede en derde jaar bevatten colleges die de kennis van het Akkadisch verdiepen. Daarnaast leert men twee andere talen die met spijkerschrift zijn geschreven: het Sumerisch en het Hettitisch.
Tijdens het derde jaar volgt men in het eerste semester een stage in de vorm van een kort verblijf in het buitenland. In het tweede semester maken studenten een werkstuk. Studenten moeten er rekening mee houden dat een stage in het buitenland een gedegen voorbereiding vraagt. Reken op minimaal een jaar aan voorbereidingstijd, zeker als men in het betreffende land geen familie of andere relaties heeft die kunnen helpen met het leggen van contacten. Een stage in het buitenland kan extra kosten met zich meebrengen: reiskosten moeten veelal zelf worden betaald. Er bestaan mogelijkheden voor het aanvragen van beurzen hiervoor.
In het derde jaar specialiseert men zich door binnen het hoofdvak twee werkcolleges van elk 5 ects te volgen over een bepaalde periode of regio. De onderwerpen waaruit men kan kiezen zijn: Akkadisch, Sumerisch, Hettitisch of één van de andere spijkerschrifttalen. Ten slotte schrijft men een afsluitend werkstuk en houdt men een afsluitend referaat.

Keuzeruimte
In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een keuzeruimte van 30 ects (15 ects per semester).

BA-eindwerkstuk en afstudeereisen

Om te kunnen afstuderen moeten studenten het programma van 180 ects hebben behaald, voldoen aan de eisen van de keuzeruimte en, als onderdeel van het programma, hun BA-eindwerkstuk met succes te hebben afgerond. Het BA-eindwerkstuk is gebaseerd op literatuur en/of bronnenonderzoek. Het onderwerp van het eindwerkstuk dient aan te sluiten bij een van de werkcolleges van het derde jaar. Studenten worden bij het maken van het eindwerkstuk begeleid door een docent aan de opleiding Talen en culturen van Mesopotamië en Anatolië. De zwaarte van het werkstuk is 10 ects, wat betekent dat het maximaal 8500 woorden omvat. Studenten die aan het eind van het lopende studiejaar wensen af te studeren, dienen in de eerste helft van juni een eerste complete versie van hun eindwerkstuk in te leveren. De regeling van het BA-eindwerkstuk is hier te vinden.