Beschrijving
In dit college behandelen we de vorm(ing) en betekenis van woorden en zinnen vanuit de gedachte dat er geen strikte scheiding bestaat tussen het lexicon en de grammatica: bij zowel woorden als zinnen houden we ons bezig met systematische eenheden van een bepaalde vorm en een bepaalde betekenis.
In het deel ‘Woord’ stellen we ons de vraag hoe de Nederlandse woordenschat in elkaar zit. Welke systematische (studeerbaarheid, poldermodel) en minder systematische (macha, emo-tv) types woordvorming zijn er, en hoe verwerven kinderen deze systematiek? Ook bekijken we hoe betekenisverandering plaatsvindt, bijvoorbeeld de overgang van de handeling ‘selecteren’ (aan een strenge selectie onderwerpen) naar ‘de geselecteerde groep’ (de nationale selectie). Welke bijdrage leveren leenwoorden aan de woordenschat? Blijven ze vreemd (flats in plaats van flatten), of passen ze zich aan het Nederlands aan (veryupping)? Naast woordvorming komt ook flexie (de verbuiging en vervoeging van woorden) aan de orde. Ook zullen we zien hoe de morfologische bouw van woorden samenhangt met de klankvorm ervan.
In het deel ‘Zin’ gaan we kijken naar grotere eenheden dan woorden, d.w.z. min of meer vaste combinaties van woorden en/of grammaticale patronen die samen een zin kunnen vormen. Het gaat dan deels om specifieke constructies zoals die voorkomen in hij baant zich een weg door het oerwoud of hoe komt de zee zo zout? Maar ook om meer abstracte, grammaticale constructies zoals woordvolgordepatronen en bijvoorbeeld ‘de ditransitieve constructie’ (NP-V-NP-NP).
Onderwijsvorm
Hoor-/werkcollege
A la carte- en Contractonderwijs
Niet beschikbaar voor A la carte- of Contractonderwijs.
Toegangseisen
-
Leerdoelen
Studenten maken kennis met de verschillende types woordstructuur van het Nederlands, en met de mogelijkheden om zaken <del>onder woorden te brengen</del> door het maken van nieuwe woorden, ontlening, en uitbreiding van de betekenis van bestaande woorden . Ze verwerven inzicht in de vraag hoe deze kennis is georganiseerd en welke relatie er is met kennis van grotere gehelen dan het woord, uiteenlopend van min of meer vaste combinaties van woorden (collocaties) tot en met abstracte, grammaticale patronen.
Studenten krijgen via wekelijkse opdrachten de mogelijkheid de kennis die zij opdoen toe te passen op concrete gevallen van taalgebruik.
Literatuur
Indien een boek wordt gebruikt, wordt dat tijdig opgegeven. De collegestof bestaat in elk geval ook uit artikelen die aan het begin van het college worden opgegeven, en voor de studenten ter inzage worden gelegd, waar mogelijk via Blackboard.
Toetsing
Schriftelijk tentamen met open vragen.
Rooster
Zie het rooster van de opleiding Nederlandse taal en cultuur.
Informatie
Aanmelden
Via USIS
Blackboard
Alle cursusinformatie (programma, leesstof en opdrachten) is na te lezen op blackboard. Aanmelding voor de cursus op Blackboard is noodzakelijk.