Japan Studies
Bachelor
NB De opleiding Japanstudies heette voorheen Talen en culturen van Japan.
Zie voor het programma van voorgaande jaren: Talen en culturen van Japan (tot 2010-2011).
NB De opleiding Japanstudies heette voorheen Talen en culturen van Japan.
Zie voor het programma van voorgaande jaren: Talen en culturen van Japan (tot 2010-2011).
Course | EC | Semester 1 | Semester 2 |
---|---|---|---|
Eerste semester |
|||
Taalverwerving IIIa: conversatie & luistervaardigheid, teksten | 5 | ||
Studenten worden geplaatst in een Cluster Seminar en bijbehorend Text Seminar van elk 5 EC |
|||
Politics, Economics and International Relations Seminar | 5 | ||
Politics, Economics and International Relations Text Seminar | 5 | ||
Arts and Media Seminar | 5 | ||
Arts and Media Text Seminar | 5 | ||
BA3 Japanese History Seminar | 5 | ||
History Text Seminar | 5 | ||
Language & Linguistics Seminar | 5 | ||
Language & Linguistics Text Seminar | 5 | ||
Society and Culture Seminar | 5 | ||
Society & Culture Text Seminar | 5 | ||
Keuzeruimte 15 ECTS |
|||
Tweede semester |
|||
Taalverwerving IIIb | 5 | ||
Thesis Class in combinatie met het BA-eindwerkstuk |
|||
BA - Final essay Japan Studies 2013-2014 | 10 | ||
Keuzeruimte 15 ECTS |
Doel van de opleiding
Het programma
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Aansluitende programma’s
Een Bachelor Talen en culturen van Japan beschikt over:
Taalvaardigheid: Een Bachelor is in staat om modern geschreven en gesproken Japans te begrijpen, te lezen en te vertalen, en een conversatie te voeren in het Japans; hij beschikt voorts over een gedegen inzicht in de grammatica en de geschiedenis van het Japans;
Regiokennis: De bachelor heeft weet van belangrijke historische, cultureel-maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Deze regiokennis zal (1) de taalverwerving verrijken en contextualiseren, (2) een brede algemene kennis van Japan bieden, en (3) de basis bieden voor verdere studie op het masterniveau (en hoger);
Algemene academische vaardigheden: het kunnen vinden, ordenen en kritisch bespreken van informatie en
Disciplinair bewustzijn: bekendheid met de benaderingen (probleemstellingen, theorieën, methoden, analytisch taalgebruik) van ten minste drie disciplines die binnen het hoofdvakprogramma worden aangeboden.
De studie van de Japanse taal en cultuur is een brede studie, die aan de ene kant gestoeld is op een generalistische kennis van Japan en beheersing van de Japanse taal en aan de andere kant op de beheersing van specifieke disciplines binnen het grotere geheel van de ‘japanologie’. Het bachelorprogramma houdt vast aan het principe dat zowel het generalistische aspect als het disciplinaire aspect aan bod moet komen.
Het bachelorcurriculum biedt de student derhalve een combinatie van een brede, regionaal-cultureel georiënteerde benadering en de mogelijkheid zich te specialiseren in een van de gebieden die binnen het hoofdvakprogramma worden aangeboden. Praktisch betekent dit dat het propedeuseprogramma (het programma voor het eerste jaar) alsmede een deel van het tweede jaar voor elke student precies hetzelfde is, maar dat al in het tweede jaar de student de mogelijkheid geboden krijgt om zich te specialiseren. Specialisaties waarvoor de student in het tweede jaar kiest worden deels verder uitgebouwd in het derde jaar en monden uit in een eindwerkstuk. Het bachelorprogramma zal dus een basis bieden die elke student nodig heeft om in of met betrekking tot Japan te kunnen functioneren, ook in de toekomstige werkomgeving.
Bindend studieadvies (BSA)
De opleiding stelt als aanvullende eis dat bepaalde onderdelen van de opleidingsprogramma’s in de propedeuse in ieder geval zijn afgerond, namelijk de vakken:
Teksten: basis teksten I & II (onderdeel van Taalverwerving BA1) en Japanse verhalen: schrift, tekst, verbeelding.
Keuzeruimte
In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een keuzeruimte van 30 EC (15 EC per semester). Voor meer informatie over de mogelijkheden voor invulling van deze keuzeruimte zie www.hum.leidenuniv.nl/onderwijs/keuzeruimte/.
Om af te kunnen studeren moeten studenten het programma van 180 EC hebben behaald, voldoen aan de eisen van de keuzeruimte en, als onderdeel van het programma, hun BA-eindwerkstuk voldoende hebben afgerond.
Ter afronding van het bachelorprogramma schrijft de student een werkstuk in combinatie met het focus-college 5b.
Het onderwerp hiervoor stelt de student in overleg met een docent vast. In het werkstuk zet de student uiteen wat de vakliteratuur over dit onderwerp beweert. Vervolgens dient de student, op basis van de door hem geraadpleegde bronnen, nieuwe inzichten toe te voegen aan hetgeen in de vakliteratuur wordt gesteld, respectievelijk een der bestaande door hem omschreven opvattingen op een nieuwe manier te onderbouwen of te weerleggen. De student maakt daartoe gebruik van Japanstalige bronnen; de geraadpleegde vakliteratuur mag, maar hoeft niet, in andere talen dan het Japans te zijn gesteld.
Als aan alle verplichte onderdelen van het studieprogramma is voldaan, kan de student afstuderen. De regeling van het BA-eindwerkstuk is hier te vinden.
Een afgeronde bacheloropleiding Talen en culturen van Japan geeft rechtstreeks toegang tot de doorstroom-masteropleiding Japanese Studies. Studenten kunnen, op basis van hun resultaten, ook toegang krijgen tot de tweejarige onderzoeksmasteropleiding Asian Studies. Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de aanmeldingsprocedure, zie mastersinleiden.nl.