More info
Academisch jaar 2018-2019
Bachelor en Master
Het studieprogramma Italiaanse taal en cultuur bestaat uit twee delen: het Bachelorprogramma en een daarop aansluitend Masterprogramma.
Het bachelordiploma Italiaanse taal en cultuur geeft zonder verdere selectie toegang tot de eenjarige masteropleiding Linguistics (track Italian) en Literary Studies (track Italian). Studenten kunnen afhankelijk van hun resultaten, ook toegang krijgen tot een tweejarige onderzoeksmasteropleiding.
Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de inschrijvingsprocedure, zie Mastersinleiden.nl
Deze gids beschrijft vanaf de volgende paragraaf het driejarige Bachelorprogramma.
Bachelorprogramma
Het eerste jaar van het bachelorprogramma bestaat uitsluitend uit onderdelen van het hoofdvak. In het tweede en derde studiejaar worden deze hoofvakonderdelen verder uitgebouwd en in het derde jaar is er tevens een vrije keuzeruimte van in totaal 30 ec voorzien.
Doel van de opleiding
Met de opleiding wordt beoogd dat de student een zodanige academische vorming verwerft in termen van kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van de Italiaanse taal en cultuur, dat:
voldaan wordt aan de ingangseisen voor toelating tot aansluitende masteropleidingen,
de student in staat is tot het met succes uitoefenen van functies waarvoor academische kennis en vaardigheden op bachelorniveau op bovengenoemd gebied vereist dan wel wenselijk zijn.
Eindkwalificaties
Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt, gerangschikt volgens de Dublin-descriptoren:
I. Algemeen
Bachelors Italiaanse taal en cultuur beschikken over:
a) Kennis en inzicht
i. algemene kennis van en inzicht in de Italiaanse taal, de Italiaanse letterkunde en de Italiaanse cultuur, in het bijzonder: de systematiek en de globale historische ontwikkeling van de Italiaanse taal; de belangrijkste schrijvers en stromingen uit de Italiaanse letterkunde; de grote lijnen van de Italiaanse (cultuur)geschiedenis; de belangrijkste aspecten van de hedendaagse Italiaanse maatschappij en cultuur;
ii. algemene kennis van en inzicht in kernbegrippen, apparaat, onderzoeksmethoden en -technieken op het gebied van de Italiaanse taalkunde en de Italiaanse letterkunde.
b) Toepassen kennis en inzicht
het vermogen om op basis van de onder a. genoemde verworvenheden een onderwerp op de onder a. genoemde aandachtsgebieden op een degelijke en wetenschappelijke verantwoorde wijze te behandelen.
c) Oordeelsvorming
het vermogen om met behulp van de verworven kennis en inzicht een beredeneerd oordeel te vormen over een niet eerder behandeld onderwerp op het vakgebied van de Italiaanse taal en cultuur.
d) Communicatie
het vermogen om een beredeneerd oordeel helder uiteen te zetten in een mondeling en schriftelijk verslag.
e) Leervaardigheden
de leervaardigheden die vereist zijn om een relevante master te kunnen volgen.
II. Taalkunde
Bachelors Italiaanse taal en cultuur zijn in staat om:
i. kernbegrippen van de Italiaanse fonologie, morfologie, syntaxis en semantiek te definiëren en toe te passen in elementaire taalkundige analyses;
ii. de algemene lijnen van argumentatie in de taalkundige vakliteratuur te begrijpen;
iii. beargumenteerde analyses van elementaire taalkundige problemen te maken op basis van een elementair inzicht in het theoretisch begrippenapparaat van de taalkunde;
iv. historische en geografische taalvarianten van het Italiaans te herkennen, op elementair niveau te analyseren, en daarvan verslag te doen;
v. sociolinguïstische taalvarianten en gebruiksvarianten van het Italiaans te herkennen, op elementair niveau te analyseren, en daarvan verslag te doen.
III. Letterkunde
Bachelors Italiaanse taal en cultuur:
i. bezitten kennis van de grote lijnen van de ontwikkeling van de Italiaanse literatuur sinds haar oorsprong in de late middeleeuwen, en kunnen daarin de momenten duiden, typeren en met voorbeelden illustreren waarin de Italiaanse literatuur in Europese context trendsetter was, en de momenten waarin zij vooral trendvolger was. Zij zijn in staat belangrijke literaire werken te plaatsen in de (Italiaanse en Europese) literair-historische context waaruit zij zijn voortgekomen, en die zij vaak op hun beurt beïnvloed hebben;
ii. bezitten kennis van een aantal van de belangrijkste werken uit de Italiaanse literatuur, die zij geheel of gedeeltelijk hebben bestudeerd aan de hand van toonaangevende edities en commentaren en/of van belangrijke wetenschappelijke publicaties;
iii. zijn in staat een elementaire analyse te maken van de taalkundige aspecten van belangrijke literaire werken, en deze werken te plaatsen in de ontwikkeling van de Italiaanse taal;
iv. zijn in staat om langs de lijnen van gangbare onderzoeksmethoden (filologisch, retorisch, literatuurwetenschappelijk) een elementaire analyse te maken van literaire werken, en daarvan verslag te doen.
IV. Cultuurkunde
Bachelors Italiaanse taal en cultuur:
i. bezitten kennis van de grote lijnen van de Italiaanse (cultuur)geschiedenis;
ii. bezitten kennis van de belangrijkste politieke, maatschappelijke en culturele aspecten van het eigentijdse Italië.
V. Taalvaardigheid
In termen van het Europees referentiekader taalvaardigheid beoogt de opleiding de volgende opleidingsdoelen, uitgesplitst naar de daar genoemde aspecten: na 1 jaar en na 3 jaar
Luisteren B1 C1
Lezen B1 C1
Gesproken interactie A2/B1 B2
Gesproken productie B1 B2
Schrijven A2 B2
Het Europees Referentiekader taalvaardigheden (Common European Framework of Reference: CFER) is een systeem van doelstellingen dat in de afgelopen jaren op Europees niveau is uitgewerkt en op zes niveaus voor vijf aspecten van taalvaardigheid een samenhangende beschrijving van taalvaardigheidsdoelen geeft. Bij alle niveaus en alle aspecten gaat het om taalvaardigheid in een vreemde taal. Voor meer informatie zie de beschrijving van deze zes niveaus en van deze vijf aspecten.
Opbouw Bachelorprogramma
Eerste jaar: propedeuse
Het doel van de propedeuse is dat de student zich een duidelijk beeld vormt dat representatief is voor de totale opleiding Italiaanse taal en cultuur in Leiden. Het propedeuseprogramma is daarom zo ingericht, dat de student niet alleen een begin maakt met een intensieve verwerving van de Italiaanse taal, maar ook kennismaakt met en enig inzicht verwerft in de wetenschappelijke bestudering van de taal- en de letterkunde in het algemeen en van de Italiaanse in het bijzonder. Zo legt de propedeuse de noodzakelijke basis waarop later in de studie wordt voortgebouwd.
Extra uren
Bindend studieadvies (BSA)
Voor meer informatie over het BSA en het bijbehorende studiebegeleidingsplan,
zie BSA-regeling.
Tweede en derde jaar
Tijdens het tweede en derde jaar van de studie Italiaans verdiept de student zich verder in de vakgebieden taalvaardigheid, taalkunde, letterkunde en cultuurkunde. Een enkel college taal- en letterkunde van het tweede en derde jaar wordt alternerend, dat wil zeggen om het jaar, aangeboden.
Studenten dienen in het derde jaar drie corsi monografici te kiezen.
Keuzeruimte
In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een vrije keuzeruimte van 30 ec (15 ec per semester).
De vrije keuzeruimte kan worden ingevuld met:
Voor meer informatie over de keuzeruimte en de mogelijke invulling daarvan, zie Invulling van je keuzeruimte.
Zie ook de e-Studiegids voor Minoren, keuzevakken en keuzepakketten.
De keuze van de studieonderdelen ter invulling van de keuzeruimte behoeft de goedkeuring van de examencommissie.
BA-eindwerkstuk
Alle studenten dienen ter afronding van hun bacheloropleiding een eindwerkstuk te schrijven. Dit eindwerkstuk heeft een studielast van 10 ec.
Het BA-eindwerkstuk sluit aan bij één van de specialismen van de Opleiding Italiaanse taal en cultuur, te weten: de letterkunde van de Middeleeuwen en de Renaissance, moderne letterkunde, historische taalkunde en moderne taalkunde.
Eisen voor het behalen van het bachelordiploma Italiaanse taal en cultuur
Voor het behalen van het bachelordiploma Italiaanse taal en cultuur dienen studenten aan onderstaande eisen te voldoen:
Propedeuse
Alle vaste onderdelen van de propedeuse dienen met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 60 ec).
Tweede/derde jaar
Alle vaste onderdelen van het tweede en derde jaar dienen met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 65 ec).
In totaal drie keuze-onderdelen (Corsi monografici) dienen met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 15 ec).
Alle goedgekeurde onderdelen t.b.v. Keuzeruimte dienen met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 30 ec).
Het goedgekeurde BA-eindwerkstuk dient met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 10 ec).
Propedeuse- en bachelordiploma
De propedeuse- en de bachelorstudie worden afgesloten met een examen. Deze examens zijn geformaliseerd, dat wil zeggen dat studenten aan de eisen voor de examens hebben voldaan, zodra zij het programma van de propedeuse, respectievelijk het bachelorprogramma met voldoende resultaat hebben doorlopen. Het diplomasupplement bevat nadere informatie over de gevolgde vakken en de behaalde resultaten.
Studiebelasting en studiepunten
Uitgangspunt is dat een student per studiejaar 42 weken aan de studie besteedt en dan veertig uur per week werkt. Een studiejaar telt zo 1680 studie-uren. De studiebelasting wordt uitgedrukt met behulp van het European Credit Transfer System. De 1680 studie-uren staan gelijk aan 60 ec-punten, dus 1 ec-punt (kortweg ‘ec’) staat voor 28 uur.
De onderwijstijd in uren (colleges, toetsen e.d.) wordt per vak in de egids aangegeven. Na elk tentamen is er de mogelijkheid op een afgesproken uur het tentamen in te zien en te bespreken.
Werkvormen
Binnen de opleiding Italiaanse taal en cultuur bestaan voor het onderwijs verschillende werkvormen. In alle gevallen is actieve deelname van de student van groot belang.
Om de participatie van de student te stimuleren zijn steeds meer (elementen van) actieve werkvormen binnen het studiecurriculum ingevoerd. Ook maakt Blackboard, de digitale leeromgeving van de Faculteit der Geesteswetenschappen, steeds vaker deel uit van het onderwijsproces.
De werkvormen kunnen worden gecombineerd met diverse manieren van toetsing.
Voor werkcolleges, waarbij de eindwaardering ook op grond van de inbreng van de student tot stand komt, kan de verplichting van aanwezigheid worden gesteld.
Werkcolleges die met een testimonium worden afgesloten, hebben in ieder geval het karakter van verplichte aanwezigheid.
De corsi monografici binnen de opleiding Italiaans hebben allemaal de vorm van werkcollege.
Het BA-eindwerkstuk komt op individuele basis, in overleg met een docent, tot stand.
Toetsvormen
Om de student snel tot studeren aan te zetten en al spoedig met de eerste studieresultaten te confronteren, zijn halverwege het eerste semester reeds tentamens gepland.
Bij verschillende studieonderdelen zijn, als ijkpunten voor de student, tussentijdse toetsen ingebouwd. De tentamenperiodes zijn gedurende de toetsweek in het eerste semester (22 oktober - 26 oktober 2018), aan het einde van het eerste semester, gedurende de toetsweek in het tweede semester (18 - 22 maart 2019) en na het tweede semester (voor precieze data: zie Tentamenroosters)
Toetsvorm van hoor-/werkcolleges: tentamen.
Mogelijke toetsvormen van werkcolleges:
werkstuk(ken) eventueel gecombineerd met opdrachten
tentamen eventueel gecombineerd met opdrachten
opdrachten bekroond met testimonium.
Examinering geschiedt schriftelijk, in een enkel geval mondeling, of door middel van een werkstuk. Referentiepunten bij de examinering zijn kennis, inzicht en vaardigheden. Elk studieonderdeel heeft tenminste één herkansing in hetzelfde studiejaar.
Het secretariaat verstrekt telefonisch geen inlichtingen over tentamenresultaten. De cijfers voor tentamens worden vastgesteld door de docenten en doorgegeven aan het secretariaat. Bij onvoldoendes (< 5,49) worden slechts hele cijfers genoteerd. Bij voldoendes worden hele en halve cijfers genoteerd, zoals bijvoorbeeld een 6 (= 5,5 t/m 6,25), een 6,5 (= 6,3 t/m 6,75) of een 7 (= 6,8 t/m 7,25). Bij een voldoende resultaat (minimaal 6,0) worden studiepunten toegekend. Dit betekent dat in principe het tentamen niet mag worden overgedaan.
Zie voor de Onderwijs- en Examenregeling (OER): Reglementen.
Studentadministratiesysteem uSis
De universiteit maakt gebruik van het studentadminstratiesysteenm uSis.
Het is voor àlle studenten verplicht zich in te schrijven voor colleges, werkgroepen en tentamens.
De resultaten van tentamens, werkgroepen en scripties worden door het secretariaat van de opleiding verwerkt in het geautomatiseerde administratiesysteem uSis. Daarvoor is het noodzakelijk dat er gebruik wordt gemaakt van vaste codes die overeenkomen met de afgelegde studieonderdelen, zoals ook vermeld in deze studiegids. Studenten kunnen via de self-service component van uSis hun onderwijsprogramma, tentamenresultaten, rooster etc. opvragen en zich aan- en afmelden voor tentamens en cursussen.
Mondelinge en schriftelijke tentamens worden gedateerd op de dag van aflegging. Werkstukken en scripties worden gedateerd op de dag dat de docenten of scriptiebegeleiders het cijfer toekennen. Studenten die in het kader van hun hoofdvakstudie cursussen volgen aan andere Nederlandse of buitenlandse universiteiten, dienen daar zelf om studiebewijzen te vragen en deze zo spoedig mogelijk te bezorgen bij de studiecoördinator van de eigen opleiding.
Het is de verantwoordelijkheid van de student dat de administraties van de universiteit en de opleiding steeds over zijn of haar juiste adres beschikken (dit is het adres waarop men het best en snelst wordt bereikt). Adreswijzigingen dient men onmiddellijk door te geven. Dat kan het best via uSis of bij de centrale informatiebalie, Studentencentrum Plexus, Kaiserstraat 25. De nieuwe gegevens zijn daarmee ook bereikbaar voor de eigen studieadministratie.