Prospectus

nl en

Italian Language and Culture

De bachelor Italiaanse taal en cultuur omvat een driejarige opleiding (180 ec). Hierbinnen wordt aandacht besteed aan taalvaardigheid en ook en vooral aan de vakgebieden taalkunde, letterkunde en cultuurkunde. In de propedeuse (60 ec) en in het tweede jaar bachelorjaar (60 ec) ligt het programma geheel vast.

In het derde bachelorjaar (60 ec) bestaat het programma, behalve uit de vaste onderdelen Italiaanse taalkunde en de scriptie (het BA-eindwerkstuk), uit keuzeonderdelen (Corsi monografici) binnen de opleiding Italiaans en een vrije keuzeruimte van 30 ec t.b.v. een minor of een keuzepakket.

First year

Course EC Semester 1 Semester 2

Eerste semester

Italian Language Proficiency Ia 5
Italian Language Proficiency Ib 5
Core Curriculum: Introduction to literary theory 5
Modern Italian Literature 5
Modern Italian Culture 5
Core Curriculum: Introduction to Linguistics 5

Tweede semester

Italian Language Proficiency Ic 5
Italian Language Proficiency Id 5
Klassieke Italiaanse letterkunde 5
Het Italië van pausen, keizers en steden (cultuurkunde) 5
Comparative Romance Linguistics 5
Italiaanse taalkunde: Introduzione alla linguistica italiana 5

Second year

Course EC Semester 1 Semester 2

Eerste semester

Italian Language Proficiency IIa 5
Language Skills IIb 5
La tradizione novellistica 5
L’Italia oggi 5
Linguistica Italiana: sintassi e dialettologia 5
Core Curriculum: Philosophy of Science 5

Tweede semester

Language Skills IIc 5
Language Proficiency IId 5
Dante poeta del mondo medievale 5
Capolavori moderni e contemporanei 5
Storia della lingua italiana 5
Werkstuk 2e jaar Italiaans 5

Third year

Course EC Semester 1 Semester 2

Eerste semester

La tradizione novellistica 5
Aspetti dell'italiano contemporaneo 5

Kies in het derde jaar in totaal twee Corsi monografici uit het eerste en/of tweede semester.

Corso monografico: Trasporre e tradurre la letteratura: italiano-olandese 5
Corso monografico: Sociolinguistica dell’italiano 5
Corso monografico: Traduzione olandese-italiano 5

Tweede semester

Kies in het derde jaar in totaal twee Corsi monografici uit het eerste en/of tweede semester.

Corso monografico: Cinema & Letteratura nel Novecento Italiano 5
Corso monografico: L'italiano dell'economia e del commercio 5

Eerste en tweede semester

BA-eindwerkstuk 10
Keuzeruimte (Invulling eerste en tweede semester Italiaans) 30

Electives

Keuzevakken voor niet-hoofdvakstudenten Italiaans

N.B.: De taalvaardigheidsvakken voor hoofd- en keuzevakstudenten zijn verschillend: keuzevakstudenten dienen zich in te schrijven voor de vakken Italiano I, Italiano II en Italiano III.

Voor studenten binnen de Leidse faculteit der Geesteswetenschappen die een individueel vakkenpakket (zoals het keuzepakket Italiaanse taal en cultuur) samenstelllen gelden de volgende voorwaarden: de vakken, met een totaal van 30 ec, moeten met elkaar samenhangen, een opbouw vertonen en minimaal twee cursussen van 5 ec op niveau 300 bevatten.

Om een keuzepakket samen te stellen volgens deze voorwaarden kun je vakken kiezen uit het onderstaande aanbod, waarbij in begeleide zelfstudie het keuzepakket afgerond met een paper, het lavoro scritto en één of meerder vakkenn uit het tweede/derde jaar van de het bachelorprogramma Italiaanse taal en cultuur.

In individuele gevallen en om inhoudelijke redenen kan van de samenstelling van dit pakket worden afgeweken: neem hierover in ieder geval contact op met de studiecoördinator.

Course EC Semester 1 Semester 2

Taalvaardigheid

Italian Language I (elective course) 5
Italian Language II (elective course) 5
Italian Language III (elective course) 5

Letterkunde, Taalkunde, Cultuurkunde

Modern Italian Literature 5
Modern Italian Culture 5
Klassieke Italiaanse letterkunde 5
Het Italië van pausen, keizers en steden (cultuurkunde) 5
Comparative Romance Linguistics 5

Afrondende paper

Italiaans: Keuzepakket Paper (Lavoro scritto) 5

Career Preparation

Arbeidsmarktvoorbereiding bij de opleiding Italiaanse taal en cultuur

Het programma

Het programma van de bachelor Italiaanse taal en cultuur kenmerkt zich door een breed aanbod van (grotendeels) Italiaanstalige colleges, die onze studenten in staat stellen zich te ontwikkelen tot academici met een grondige kennis van de Italiaanse taal academisch en een brede basiskennis van de Italiaanse taal en cultuur.

Hoe kun je de kennis en vaardigheden die je opdoet gebruiken? Welke richting kies je binnen je studie en waarom? Wat kan je al, en welke vaardigheden wil je nog leren? Hoe vertaal je de vakken die je kiest naar iets wat je later zou willen doen?
Op verschillende momenten tijdens je studie komen deze en andere vragen ter sprake. Mogelijk heb je er al eens met de studiecoördinator, de Humanities Career Service of met medestudenten over gesproken of gebruik gemaakt van de Leiden University Career Zone. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd waarbij je kunt reflecteren op je eigen wensen en mogelijkheden en je de kans krijgt je te oriënteren op de arbeidsmarkt. Centraal daarbij staan de vragen: ‘Wat kan ik?’, ‘Wat wil ik?’ en ‘Hoe bereik ik mijn doelen?’.

Activiteiten

Via de facultaire website en de opleidingswebsite en e-mail word je op de hoogte gehouden van verdere activiteiten rondom de arbeidsmarktvoorbereiding. Het is raadzaam om de volgende activiteiten in de gaten te houden om je goed te kunnen oriënteren:

Eerste jaar

Tweede jaar

Derde jaar

Transferable skills

Voor toekomstige werkgevers is niet alleen de kennis die je tijdens je studie hebt opgedaan belangrijk, zij letten ook ook op de zogenaamde transferable skills. Dit zijn bijvoorbeeld cognitieve vaardigheden zoals kritisch denken, redeneren en beargumenteren en innovatie, intrapersoonlijke vaardigheden zoals flexibiliteit, initiatief, waardering van diversiteit en metacognitie en interpersoonlijke vaardigheden zoals communicatie, verantwoordelijkheid en conflictoplossing. Het zijn kortom vaardigheden die professionals nodig hebben om goed te kunnen functioneren.
Het is daarom belangrijk dat je tijdens je studie niet alleen zoveel mogelijk kennis opdoet, maar dat je je ook bewust bent van de vaardigheden die je verworven hebt en de vaardigheden die je nog wil leren. De vaardigheden die je bij de verschillende studie-onderdelen kunt opdoen zijn:

  • Problemen oplossen (problemen herkennen-analyseren, oplossingsgericht denken)

  • Analytisch denken (analytische vaardigheden, abstractie, bewijsvoering)

  • Projectmanagement (planning, afbakening, resultaatgerichtheid)

  • Verantwoordelijkheid (eigenaarschap, zelfdiscipline, verantwoordelijke houding t.o.v. eigen project, fouten erkennen)

  • Inzet (toewijding, motivatie, proactieve houding, eigen initiatief)

  • Zelfregulering (zelfstandigheid, zicht op eigen doelen, motieven en capaciteiten)

  • Mondelinge communicatie (presenteren, spreekvaardigheid, luisteren)

  • Schriftelijke communicatie (schrijfvaardigheid, verslagleggen, structureren, samenvatten)

  • Samenwerken (teamwork, ondersteunen, loyaliteit, afspraken nakomen, aanwezigheid)

  • Flexibiliteit (omgaan met veranderingen, leergierigheid, aanpassingsvermogen)

  • Kritisch denken (vragen stellen, aannames controleren)

  • Creatief denken (vindingrijkheid, nieuwsgierigheid, out of the box denken)

  • Integriteit (eerlijkheid, moraal, ethisch handelen, persoonlijke waarden)

  • Interculturele vaardigheden (communicatie met verschillende culturen)

Vakken Italiaanse taal en cultuur

Uiteraard bieden vakken van het onderwijsprogramma je voorbereiding op de arbeidsmarkt. We streven er als opleiding naar om binnen het programma het onderwerp op directe of minder directe manier aan bod te laten komen.
Binnen de opleiding Italiaanse taal en cultuur gebeurt dit op verschillende manieren bij de verschillende vakken. Hieronder enkele voorbeelden.

Eerste jaar

  • Taalvaardigheid Ib (eigen CV in het Italiaans samenstellen)

  • Moderne Italiaanse letterkunde (videopitch maken)

Tweede jaar

  • Taalvaardigheid IIb (initiatief nemen, organiseren, communicatie en interviewtechnieken)

  • Capolavori moderni e contemporanei (Projectmatig werken, samenwerken, presenteren)

Derde jaar

  • Sociolinguistica dell’italiano (informatie verzamelen, analyseren en reflecteren, interculturele interactie)

  • Traduzione olandese-italiano (oplossingen genereren, digitale vaardigheden, samenwerke, schriftelijk communiceren)

Contact

Vragen over je (studie)loopbaan keuzes? Maak een afspraak met een loopbaanadviseur van de Humanities Career Service, of met je studiecoördinator mw. drs. E.M.T. Poolman.

More info

Academisch jaar 2024-2025

Bachelor en Master

Het studieprogramma Italiaanse taal en cultuur bestaat uit twee delen: het Bachelorprogramma en een daarop aansluitend Masterprogramma.
Het bachelordiploma Italiaanse taal en cultuur geeft zonder verdere selectie toegang tot de eenjarige masteropleiding Linguistics (track Modern Languages) en Literary Studies (track Italian). Studenten kunnen afhankelijk van hun resultaten, ook toegang krijgen tot een tweejarige onderzoeksmasteropleiding.
Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de inschrijvingsprocedure, zie Mastersinleiden.nl
Deze gids beschrijft vanaf de volgende paragraaf het driejarige Bachelorprogramma.

Bachelorprogramma

Het eerste jaar van het bachelorprogramma bestaat uitsluitend uit vaste onderdelen van het hoofdvak. In het tweede en derde studiejaar worden deze hoofvakonderdelen verder uitgebouwd en in het derde jaar is er tevens een vrije keuzeruimte van in totaal 30 ec voorzien.

Doel van de opleiding

Met de opleiding wordt beoogd dat de student een zodanige academische vorming verwerft in termen van kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van de Italiaanse taal en cultuur, dat:

  • voldaan wordt aan de ingangseisen voor toelating tot aansluitende masteropleidingen,

  • de student in staat is tot het met succes uitoefenen van functies waarvoor academische kennis en vaardigheden op bachelorniveau op bovengenoemd gebied vereist dan wel wenselijk zijn.

Eindkwalificaties

Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt, gerangschikt volgens de Dublin-descriptoren:

I. Algemeen
Bachelors Italiaanse taal en cultuur beschikken over:

a) Kennis en inzicht
i. algemene kennis van en inzicht in de Italiaanse taal, de Italiaanse letterkunde en de Italiaanse cultuur, in het bijzonder: de systematiek en de globale historische ontwikkeling van de Italiaanse taal; de belangrijkste schrijvers en stromingen uit de Italiaanse letterkunde; de grote lijnen van de Italiaanse (cultuur)geschiedenis; de belangrijkste aspecten van de hedendaagse Italiaanse maatschappij en cultuur;
ii. algemene kennis van en inzicht in kernbegrippen, apparaat, onderzoeksmethoden en -technieken op het gebied van de Italiaanse taalkunde en de Italiaanse letterkunde.

b) Toepassen kennis en inzicht
het vermogen om op basis van de onder a. genoemde verworvenheden een onderwerp op de onder a. genoemde aandachtsgebieden op een degelijke en wetenschappelijke verantwoorde wijze te behandelen.

c) Oordeelsvorming
het vermogen om met behulp van de verworven kennis en inzicht een beredeneerd oordeel te vormen over een niet eerder behandeld onderwerp op het vakgebied van de Italiaanse taal en cultuur.

d) Communicatie
het vermogen om een beredeneerd oordeel helder uiteen te zetten in een mondeling en schriftelijk verslag.

e) Leervaardigheden
de leervaardigheden die vereist zijn om een relevante master te kunnen volgen.

II. Taalkunde
Bachelors Italiaanse taal en cultuur zijn in staat om:

i. kernbegrippen van de Italiaanse fonologie, morfologie, syntaxis en semantiek te definiëren en toe te passen in elementaire taalkundige analyses;
ii. de algemene lijnen van argumentatie in de taalkundige vakliteratuur te begrijpen;
iii. beargumenteerde analyses van elementaire taalkundige problemen te maken op basis van een elementair inzicht in het theoretisch begrippenapparaat van de taalkunde;
iv. historische en geografische taalvarianten van het Italiaans te herkennen, op elementair niveau te analyseren, en daarvan verslag te doen;
v. sociolinguïstische taalvarianten en gebruiksvarianten van het Italiaans te herkennen, op elementair niveau te analyseren, en daarvan verslag te doen.

III. Letterkunde
Bachelors Italiaanse taal en cultuur:

i. bezitten kennis van de grote lijnen van de ontwikkeling van de Italiaanse literatuur sinds haar oorsprong in de late middeleeuwen, en kunnen daarin de momenten duiden, typeren en met voorbeelden illustreren waarin de Italiaanse literatuur in Europese context trendsetter was, en de momenten waarin zij vooral trendvolger was.
Zij zijn in staat belangrijke literaire werken te plaatsen in de (Italiaanse en Europese) literair-historische context waaruit zij zijn voortgekomen, en die zij vaak op hun beurt beïnvloed hebben;

ii. bezitten kennis van een aantal van de belangrijkste werken uit de Italiaanse literatuur, die zij geheel of gedeeltelijk hebben bestudeerd aan de hand van toonaangevende edities en commentaren en/of van belangrijke wetenschappelijke publicaties;
iii. zijn in staat een elementaire analyse te maken van de taalkundige aspecten van belangrijke literaire werken, en deze werken te plaatsen in de ontwikkeling van de Italiaanse taal;
iv. zijn in staat om langs de lijnen van gangbare onderzoeksmethoden (filologisch, retorisch, literatuurwetenschappelijk) een elementaire analyse te maken van literaire werken, en daarvan verslag te doen.

IV. Taalvaardigheid
Bachelors Italiaanse taal en cultuur:

i. beschikken over een vaardigheid in de Italiaanse taal die overeenkomt met de in de onderstaande tabelaangegeven competentieniveaus, in termen van het Europees Referentiekader (CEFR):

Skill Propedeuse Bachelor
Luisteren B1 C1
Lezen B1 C1
Gesproken interactie A2/B1 B2
Gesproken productie B1 B2
Schrijven A2 B2

Het Europees Referentiekader taalvaardigheden (Common European Framework of Reference: CFER) is een systeem van doelstellingen dat in de afgelopen jaren op Europees niveau is uitgewerkt en op zes niveaus voor vijf aspecten van taalvaardigheid een samenhangende beschrijving van taalvaardigheidsdoelen geeft. Bij alle niveaus en alle aspecten gaat het om taalvaardigheid in een vreemde taal. Voor meer informatie zie de beschrijving van deze zes niveaus en van deze vijf aspecten.

V. Cultuurkunde
Bachelors Italiaanse taal en cultuur:

i. bezitten kennis van de grote lijnen van de Italiaanse (cultuur)geschiedenis;
ii. bezitten kennis van de belangrijkste politieke, maatschappelijke en culturele aspecten van het eigentijdse Italië.

Voorts leidt elke Leidse geesteswetenschappelijke opleiding op tot facultair geformuleerde algemene academische vaardigheden. Deze hebben betrekking op de Dublin descriptoren Oordeelsvorming,Communicatie en Leervaardigheden.

Opbouw Bachelorprogramma

Eerste jaar: propedeuse

Het doel van de propedeuse is dat de student zich een duidelijk beeld vormt dat repre­sen­tatief is voor de totale opleiding Italiaanse taal en cultuur in Leiden. Het propedeuse­pro­gramma is daarom zo ingericht, dat de student niet alleen een begin maakt met een intensieve verwerving van de Italiaanse taal, maar ook kennismaakt met en enig inzicht verwerft in de weten­schappe­lijke be­studering van de taal- en de letter­kun­de in het al­gemeen en van de Italiaanse in het bij­zonder. Zo legt de propedeu­se de noodzakelijke ba­sis waarop later in de studie wordt voortge­bouwd.

Bindend studieadvies (BSA)

Aan de Universiteit Leiden krijgt een student een bindend studieadvies (BSA). Dat wil zeggen dat de student in het eerste jaar van de bacheloropleiding genoeg studiepunten moet halen om door te mogen gaan met de studie. Bij sommige opleidingen zijn er daarnaast aanvullende eisen waaraan voldaan dient te worden. Voor meer informatie over het BSA, zie BSA-regeling.

Tweede en derde jaar

Tijdens het tweede en derde jaar van de studie Italiaans verdiept de student zich verder in de vakgebieden taalvaardigheid, taalkunde, letterkunde en cultuurkunde. Een enkel college taal- en letterkunde van het tweede en derde jaar wordt alterne­rend, dat wil zeggen om het jaar, aangeboden.
Studenten dienen in het derde jaar corsi monografici te kiezen.

Keuzeruimte

In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een vrije keuzeruimte van 30 ec (15 ec per semester).
De vrije keuzeruimte kan worden ingevuld met:

  • een Minor

  • een door de student zelf samengesteld vakkenpakket

  • een een door de student zelf samengesteld vakkenpakket tijdens een buitenlandverblijf

  • een door de student zelf samengesteld vakkenpakket in combinatie met een academische stage

Voor meer informatie over de keuzeruimte en de mogelijke invulling daarvan, zie Invulling van je keuzeruimte.
Zie ook de Studiegids voor Minoren, keuzevakken en keuzepakketten.
De keuze van de studieonderdelen ter invulling van de keuzeruimte behoeft de goedkeuring van de examencommissie.

BA-eindwerkstuk

Alle studenten dienen ter afronding van hun bacheloropleiding een eindwerkstuk te schrij­ven. Dit eindwerkstuk heeft een studielast van 10 ec.
Het BA-eindwerkstuk sluit aan bij één van de specialismen van de Opleiding Italiaanse taal en cultuur, te weten: de letterkunde van de Middeleeuwen en de Renaissance, mo­derne letterkunde, historische taalkunde en moderne taalkunde.

Eisen voor het behalen van het bachelordiploma Italiaanse taal en cultuur

Voor het behalen van het bachelordiploma Italiaanse taal en cultuur dienen studenten aan onderstaande eisen te voldoen:

Propedeuse

  • Alle vaste onderdelen van de propedeuse dienen met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 60 ec).

Tweede/derde jaar

  • Alle vaste onderdelen van het tweede en derde jaar dienen met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 70 ec).

  • In totaal twee keuze-onderdelen (Corsi monografici) dienen met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 10 ec).

  • Alle goedgekeurde onderdelen t.b.v. Keuzeruimte dienen met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 30 ec).

  • Het goedgekeurde BA-eindwerkstuk dient met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 10 ec).

Propedeuse- en bachelordiploma

De propedeuse- en de bachelorstudie worden afgesloten met een examen. Deze examens zijn geformaliseerd, dat wil zeggen dat studenten aan de eisen voor de examens hebben voldaan, zodra zij het programma van de propedeuse, respectievelijk het bachelorprogramma met voldoende resultaat hebben doorlopen. Het diplomasupplement bevat nadere informatie over de gevolgde vakken en de behaalde resultaten.

Studiebelasting en studiepunten

Uitgangspunt is dat een student per studiejaar 42 weken aan de studie besteedt en dan veertig uur per week werkt. Een studiejaar telt zo 1680 studie-uren. De studiebelasting wordt uitgedrukt met behulp van het European Credit Transfer System. De 1680 studie-uren staan gelijk aan 60 ec-punten, dus 1 ec-punt (kortweg ‘ec’) staat voor 28 uur.

De onderwijstijd in uren (colleges, toetsen e.d.) wordt per vak in de egids aangegeven. Na elk tentamen is er de mogelijkheid op een afgesproken uur het tentamen in te zien en te bespreken.

Werkvormen

Binnen de opleiding Italiaanse taal en cultuur bestaan voor het onderwijs verschillende werkvormen. In alle gevallen is actieve deelname van de student van groot belang.

Om de participatie van de student te stimuleren zijn verschillende (elementen van) actieve werkvormen binnen het studiecurriculum. Ook maakt -Brightspace-, de digitale leeromgeving van de Faculteit der Geesteswetenschappen, deel uit van het onderwijsproces.

De werkvormen kunnen worden gecombineerd met diverse manieren van toetsing.
Voor werkcolleges, waarbij de eindwaardering ook op grond van de inbreng van de student tot stand komt, kan de verplichting van aanwezigheid worden gesteld.
De corsi monografici binnen de opleiding Italiaans hebben allemaal de vorm van werkcollege.
Het BA-eindwerkstuk kan de student tot stand brengen door middel van ondersteunende werkcolleges in combinatie met individuele docentbegeleiding.

Toetsing

Om de student snel tot studeren aan te zetten en al spoedig met de eerste studieresultaten te confronteren, zijn halverwege het eerste semester reeds tentamens gepland.

Bij verschillende studieonderdelen zijn, als ijkpunten voor de student, tussentijdse toetsen ingebouwd.
De tentamenperiodes zijn gedurende de toetsweek in het eerste semester (28 oktober - 1 november 2024), aan het einde van het eerste semester, gedurende de toetsweek in het tweede semester (24 maart - 28 maart 2025) en na het tweede semester (voor precieze data: zie MyTimetable).

Mogelijke toetsvormen van hoor-/werkcolleges:

  • Tentamen eventueel gecombineerd met opdrachten en/of deeltentamens

Mogelijke toetsvormen van werkcolleges:

  • Werkstuk/papers eventueel gecombineerd met opdrachten

  • Tentamen eventueel gecombineerd met opdrachten en/of deeltentamens

Toetsing geschiedt schriftelijk, in een enkel geval mondeling, of door middel van een werkstuk. Referentiepunten bij de toetsing zijn kennis, inzicht en vaardigheden. Elk studieonderdeel heeft tenminste één herkansing in hetzelfde studiejaar.

De resultaten van (afgeronde) vakken worden vastgesteld door de docenten en doorgegeven aan de onderwijsadministratie.
De uitslag van wordt uitgedrukt in een geheel getal of een getal met maximaal één decimaal, tussen 1,0 tot 10,0, beide grenzen inbegrepen. De uitslag wordt niet uitgedrukt in een getal tussen 5,0 en 6,0.
Bij een voldoende resultaat (minimaal 6,0) worden studiepunten toegekend.
Onder voorwaarden kan een met goed gevolg afgelegd tentamen worden overgedaan, zie: Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen Faculteit der Geesteswetenschappen, artikel 4.1.8: Facultaire onderwijs- en examenregelingen
Zie voor de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de opleiding en andere regelingen: Facultaire en opleidingsreglementen.

Studentadministratiesysteem uSis

De universiteit maakt gebruik van het studentadminstratiesysteenm uSis.
Het is voor àlle studenten verplicht zich in te schrijven voor colleges, werkgroepen en tentamens.
De resultaten van tentamens, werkgroepen en scripties worden door het onderwijssecretariaat van de opleiding verwerkt in het geautomatiseerde administratiesysteem uSis. Daarvoor is het noodzakelijk dat er gebruik wordt gemaakt van vaste codes die overeenkomen met de afgelegde studieonderdelen, zoals ook vermeld in deze studiegids. Studenten kunnen via de self-service component van uSis hun onderwijsprogramma, tentamenresultaten, rooster etc. opvragen en zich aan- en afmelden voor tentamens en cursussen.
Studenten die in het kader van hun hoofdvakstudie cursussen volgen aan andere Nederlandse of buitenlandse universiteiten, dienen daar zelf om studiebewijzen te vragen en deze zo spoedig mogelijk te bezorgen bij de studiecoördinator van de eigen opleiding.
Het is de verantwoordelijkheid van de student dat de administratie van de universiteit en de opleiding steeds over zijn of haar juiste adres beschikken (dit is het adres waarop men het best en snelst wordt bereikt). Adreswijzigingen dient men onmiddellijk door te geven. Dat kan het best via uSis of bij de centrale informatiebalie, Studentencentrum Plexus, Kaiserstraat 25. De nieuwe gegevens zijn daarmee ook bereikbaar voor de onderwijsadministratie van de opleiding.

Toegangseisen

Eenieder die in het bezit is van een VWO- of HBO-diploma kan het bachelorprogramma Italiaanse taal en cultuur volgen.
Voor toegang met een buitenlands diploma zijn geen vaste regels te geven. Een aanvraag moet in ieder geval zeer ruim (soms een jaar) vóór aanvang van de studie worden ingediend. Voor informatie zie: Toelatingseisen.

Studenten die niet één van de bovengenoemde vooropleidingen hebben gedaan, kunnen een colloquium doctum afleggen om toegang te krijgen tot de universiteit, mits zij 21 jaar worden voor het beoogde studiebegin.
Voor aanmelding en toelatingsprocedures zie Colloquium doctum.

Er bestaan speciale instroomprogramma's in aanloop naar een master met focus op Italiaanse letterkunde of Italiaanse taalkunde (zie MA Literary Studies: Pre-master Italian Literature and Culture en MA Linguistics: Pre-master Modern Languages (Italian Linguistics) waarbij vrijstellingen kunnen worden verkregen ten opzichte van het bachelorprogramma.
Nadere inlichtingen bij de studiecoördinator mw. drs. E.M.T. Poolman.