Meer info
Bachelor en Master
Het BA-hoofdvak
Bacheloreindtermen
Opleidingsdoelen
Bindend Studieadvies
Propedeuse- en bachelordiploma
Studiebelasting en studiepunten
Werkvormen
Toetsvormen
Studentenadminstratiesysteenm uSis
Toegangseisen
2015-2016
Bachelor en Master
Het studieprogramma Franse taal en cultuur bestaat uit twee delen: het Bachelorprogramma en een daarop aansluitend Masterprogramma.
Het bachelordiploma Italiaanse taal en cultuur geeft zonder verdere selectie toegang tot de eenjarige masteropleiding Linguistics (track French) en Literary Studies (track French). Studenten kunnen afhankelijk van hun resultaten, ook toegang krijgen tot een tweejarige onderzoeksmasteropleiding.
Tevens bestaat eren een tweejarige ‘educatieve masteropleiding’ (lerarenopleiding).
Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de inschrijvingsprocedure, zie www.mastersinleiden.nl.
Deze gids beschrijft vanaf de volgende paragraaf het driejarige Bachelorprogramma.
Bachelorprogramma
Het eerste jaar van het bachelorprogramma bestaat uitsluitend uit onderdelen van het hoofdvak. In het tweede en derde studiejaar worden deze hoofvakonderdelen verder uitgebouwd en in het derde jaar is er tevens een vrije keuzeruimte van in totaal 30 ec voorzien.
Voltijd en deeltijd
De opleiding Frans kan als voltijdstudie en als deeltijdstudie overdag gevolgd worden. In deze studiegids wordt onder de term ‘opleiding Frans’ of ‘studie Frans’ de voltijdstudie bedoeld, tenzij anders is aangegeven.
Opbouw Bachelorprogramma
De Leidse bachelorstudie kent een propedeutische fase van één jaar met het afsluitende propedeusediploma. De propedeuse bestaat geheel uit verplichte onderdelen. In het tweede en derde bachelorjaar wordt allengs meer keuze geboden: naast het verplichte basisprogramma kan de student naar eigen inzicht en voorkeur, evenwel in overleg met de studiecoördinator, inhoud geven aan de keuzeonderdelen binnen het programma.
De student kiest, uit de jaarlijks wisselende cursussen, keuzevakken (séminaires) voor totaal 10 ec binnen de opleiding Frans en maakt de scriptie; ook is er een vrije keuzeruimte van 30 ec.
De propedeuse bestaat uit 60 ec, het hele bachelorprogramma (inclusief de propedeuse) bestaat uit 180 ec.
Voor elk programmaonderdeel dat de student met voldoende resultaat afrondt, krijgt hij een aantal studiepunten, dat de studielast wordt genoemd.
Na afronding van de bacheloropleiding kan de student instromen in de masterfase.
Vrije keuzeruimte
In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een vrije keuzeruimte van 30 ec (15 ec per semester).
De vrije keuzeruimte kan worden ingevuld met:
Voor meer informatie over de keuzeruimte en de mogelijke invulling daarvan, zie Invulling van je keuzeruimte
Zie ook de e-Studiegids onder Minoren, keuzevakken en keuzepakketten.
De keuze van de studieonderdelen ter invulling van de keuzeruimte behoeft de goedkeuring van de examencommissie.
Studenten die overwegen de lerarenopleiding bij het ICLON te doen na de Master Linguistics: French Language and Linguistics of de Master Literary Studies: French Literature and Culture, doen er verstandig aan de Educatieve minor in hun studieparcours op te nemen.
Bacheloreindtermen
De algemene doelstelling van de opleiding Franse taal en cultuur betreft het verwerven van:
Algemene kennis van en inzicht in de Franse taal en de Franse letterkunde, neerkomend op de systematiek en de globale historische ontwikkeling van de Franse taal; de belangrijkste schrijvers, stromingen en theorieën uit de Franse letterkunde; de grote lijnen van de Franse (cultuur)geschiedenis; de belangrijkste aspecten van de hedendaagse Franse maatschappij en cultuur.
Algemene kennis van en inzicht in de kernbegrippen, het apparaat, de onderzoeksmethoden en technieken e.d. van de Franse taal en letterkunde.
Praktische taalvaardigheid Frans op het gebied van luisteren, lezen, gesproken interactie, gesproken productie en schrijven van en in het Frans.
Algemene academische vaardigheden op het gebied van ict, schriftelijke en mondelinge presentatie en samenwerking.
Opleidingsdoelen
Bachelors Franse taal en cultuur beschikken over:
Algemene kennis van en inzicht in de Franse taal en de Franse letterkunde, neerkomend op de systematiek en de globale historische ontwikkeling van de Franse taal; de belangrijkste schrijvers, stromingen en theorieën uit de Franse letterkunde; de grote lijnen van de Franse (cultuur)geschiedenis; de belangrijkste aspecten van de hedendaagse Franse maatschappij en cultuur.
Algemene kennis van en inzicht in de kernbegrippen, het apparaat, de onderzoeksmethoden en technieken e.d. van de Franse taal- en letterkunde.
Op taalkundig gebied zijn bachelors in staat om:
Basisbegrippen van Franse fonologie, morfologie, syntaxis en semantiek te definiëren en toe te passen in elementaire taalkundige analyses.
De algemene lijnen van argumentatie in de taalkundige vakliteratuur te begrijpen.
Beargumenteerde analyses van elementaire taalkundige problemen te formuleren aan de hand van een elementair inzicht in het theoretisch begrippenapparaat van de taalkunde.
Geografische, historische, en sociale taalvarianten van het Frans te herkennen, op elementair niveau te analyseren, en daarvan verslag te doen.
Op letterkundig gebied zijn bachelors in staat om:
Basisbegrippen van de literatuurtheorie te definiëren en toe te passen in analyses van literaire teksten op het gebied van de vier hoofdgenres: narratieve teksten, poëzie, toneel en beschouwende teksten, en daarvan verslag te doen.
De algemene lijnen van argumentatie in de literatuurwetenschappelijke vakliteratuur te begrijpen.
De belangrijkste schrijvers, stromingen en theorievorming in de Franse letterkunde te plaatsen in een literatuurwetenschappelijk en cultuurhistorisch kader.
In termen van het Europees referentiekader taalvaardigheid beoogt de opleiding de volgende opleidingsdoelen, uitgesplitst naar de daar genoemde aspecten: instroom na 1 jaar na 3 jaar
Luisteren A2 B2 C1
Lezen A2 B2 C1
Gesproken interactie A2 B2 C1
Gesproken productie A2 B2 C1
Schrijven A2 B2 C1
Het Europees Referentiekader taalvaardigheden (Common European Framework of Reference: CFER) is een systeem van doelstellingen dat in de afgelopen jaren op Europees niveau is uitgewerkt en op zes niveaus voor vijf aspecten van taalvaardigheid een samenhangende beschrijving van taalvaardigheidsdoelen geeft. Bij alle niveaus en alle aspecten gaat het om taalvaardigheid in een vreemde taal. Voor meer informatie zie de beschrijving van deze zes niveaus en van deze vijf aspecten.
Bindend Studieadvies
Bindend studieadvies (BSA)
Voor meer informatie over het BSA en het bijbehorende studiebegeleidingsplan, zie
BSA-regeling
Van voltijd naar deeltijd en omgekeerd
Als je als voltijdstudent vóór 1 februari van het eerste jaar van inschrijving je inschrijving als voltijder beëindigt en je als deeltijdstudent inschrijft, word je voor de regeling Bindend Studieadvies als deeltijdstudent beschouwd. Als je na 1 februari je inschrijving van voltijd in deeltijd wijzigt, word je voor deze regeling als voltijdstudent beschouwd. Als je als deeltijdstudent je inschrijving van deeltijd wijzigt in voltijd word je voor deze regeling vanaf het moment van verandering als voltijdstudent beschouwd.
Propedeuse- en bachelordiploma
De propedeuse- en de bachelorstudie worden afgesloten met een examen. Deze examens zijn geformaliseerd, dat wil zeggen dat studenten aan de eisen voor de examens hebben voldaan, zodra zij het programma van de propedeuse, respectievelijk het bachelorprogramma met voldoende resultaat hebben doorlopen. Het diplomasupplement bevat nadere informatie over de gevolgde vakken en de behaalde resultaten.
Studiebelasting en studiepunten
Uitgangspunt is dat een student per studiejaar 42 weken aan de studie besteedt en dan veertig uur per week werkt. Een studiejaar telt zo 1680 studie-uren. De studiebelasting wordt uitgedrukt met behulp van het European Credit Transfer System. De 1680 studie-uren staan gelijk aan 60 ec-punten, dus 1 ec-punt (kortweg ‘ec’) staat voor 28 uur.
Werkvormen
Binnen de opleiding Franse taal en cultuur bestaan voor het onderwijs verschillende werkvormen. In alle gevallen is actieve deelname van de student van groot belang.
Om de participatie van de student te stimuleren zijn steeds meer (elementen van) actieve werkvormen binnen het studiecurriculum ingevoerd. Ook maakt Blackboard, de digitale leeromgeving van de Faculteit der Geesteswetenschappen, steeds vaker deel uit van het onderwijsproces.
De werkvormen kunnen worden gecombineerd met diverse manieren van toetsing.
Voor werkcolleges, waarbij de eindwaardering ook op grond van de inbreng van de student tot stand komt, kan de verplichting van aanwezigheid worden gesteld. Werkcolleges die met een testimonium worden afgesloten, hebben in ieder geval het karakter van verplichte aanwezigheid.
De séminaires binnen Frans hebben allemaal de vorm van werkcollege.
De scriptie komt op individuele basis, in overleg met een docent, tot stand.
Toetsvormen
Om de student snel tot studeren aan te zetten en al spoedig met de eerste studieresultaten te confronteren, zijn halverwege het eerste semester reeds tentamens gepland.
Bij verschillende studieonderdelen zijn, als ijkpunten voor de student, tussentijdse toetsen ingebouwd. De tentamenperiodes zijn gedurende de toetsweek in het eerste semester (19-23 oktober), aan het einde van het eerste semester, gedurende de toetsweek in het tweede semester (14-18 maart) en na het tweede semester (voor precieze data: zie Tentamenroosters).
Toetsvorm van hoor-/werkcolleges: tentamen.
Mogelijke toetsvormen van werkcolleges:
werkstuk(ken) eventueel gecombineerd met opdrachten
tentamen eventueel gecombineerd met opdrachten
opdrachten bekroond met testimonium.
Examinering geschiedt schriftelijk, in een enkel geval mondeling, of door middel van een werkstuk. Referentiepunten bij de examinering zijn kennis, inzicht en vaardigheden. Elk studieonderdeel heeft tenminste één herkansing in hetzelfde studiejaar.
Het secretariaat verstrekt telefonisch geen inlichtingen over tentamenresultaten. De cijfers voor tentamens worden vastgesteld door de docenten en doorgegeven aan het secretariaat. Bij onvoldoendes (< 5,49) worden slechts hele cijfers genoteerd. Bij voldoendes worden hele en halve cijfers genoteerd, zoals bijvoorbeeld een 6 (= 5,5 t/m 6,25), een 6,5 (= 6,3 t/m 6,75) of een 7 (= 6,8 t/m 7,25). Bij een voldoende resultaat (minimaal 6,0) worden studiepunten toegekend. Dit betekent dat in principe het tentamen niet mag worden overgedaan.
Studentenadminstratiesysteenm uSis
De universiteit maakt gebruik van het studentadminstratiesysteenm uSis.
Het is voor àlle studenten verplicht zich in te schrijven voor colleges, werkgroepen en tentamens.
De resultaten van tentamens, werkgroepen en scripties worden door het secretariaat van de opleiding verwerkt in het geautomatiseerde administratiesysteem uSis. Daarvoor is het noodzakelijk dat er gebruik wordt gemaakt van vaste codes die overeenkomen met de afgelegde studieonderdelen, zoals ook vermeld in deze studiegids. Studenten kunnen via de self-service component van uSis hun onderwijsprogramma, tentamenresultaten, rooster etc. opvragen en zich aan- en afmelden voor tentamens en cursussen.
Mondelinge en schriftelijke tentamens worden gedateerd op de dag van aflegging. Werkstukken en scripties worden gedateerd op de dag dat de docenten of scriptiebegeleiders het cijfer toekennen. Studenten die in het kader van hun hoofdvakstudie cursussen volgen aan andere Nederlandse of buitenlandse universiteiten, dienen daar zelf om studiebewijzen te vragen en deze zo spoedig mogelijk te bezorgen bij de studiecoördinator van de eigen opleiding.
Het is de verantwoordelijkheid van de student dat de administraties van de universiteit en de opleiding steeds over zijn of haar juiste adres beschikken (dit is het adres waarop men het best en snelst wordt bereikt). Adreswijzigingen dient men onmiddellijk door te geven. Dat kan het best via uSis of bij de centrale informatiebalie, Studentencentrum Plexus, Kaiserstraat 25. De nieuwe gegevens zijn daarmee ook bereikbaar voor de eigen studieadministratie.
Toegangseisen
Eenieder die in het bezit is van een VWO- of HBO-diploma kan het bachelorprogramma Franse taal en cultuur volgen.
Voor toegang met een buitenlands diploma zijn geen vaste regels te geven. Een aanvraag moet in ieder geval zeer ruim (soms een jaar) vóór aanvang van de studie worden ingediend. Voor informatie en hulp kunt u zich wenden tot het International Office.
Studenten die niet één van de bovengenoemde vooropleidingen hebben gedaan, kunnen een colloquium doctum afleggen om toegang te krijgen tot de universiteit, mits zij 21 jaar worden voor het beoogde studiebegin.
Voor aanmelding en toelatingsprocedures zie Colloquium doctum.
Instroomregeling diploma tweedegraads- of eerstegraadslerarenopleiding Frans
Voor studenten met een diploma tweedegraads- of eerstegraadslerarenopleiding Frans (alsmede studenten met een MO-A diploma of een MO-B diploma Frans) bestaan speciale instroomprogramma’s
(zie ook Premastermastertraject) waarbij aanzienlijke vrijstellingen kunnen worden verkregen.
Nadere inlichtingen bij de studiecoördinator mw. drs. E.M.T. Poolman.
Zie voor de Onderwijs- en Examenregeling (OER): Reglementen.