Dit college behandelt op wijsgerige wijze enkele vraagstukken betreffende de aard, inhoud en status van geloof, met name geloof in God. Wat is de verhouding van geloof en rede en wat de rol van ervaring? Wat voor conceptie(s) van God zijn serieus te nemen? Welke wijsgerige argumenten zijn er voor en tegen geloof in God ingebracht? Hoe functioneert religieuze taal? Hoe in dit verband te denken over rampen en ander kwaad, over wonderen, over leven na de dood, en over de veelheid aan religies?
Doelstelling
Studenten zijn na afloop van de colleges bekend met enkele belangrijke conceptuele problemen en analytische benaderingen op het terrein van de godsdienstwijsbegeerte, waaronder de rol van rationaliteit ten aanzien van geloven, argumenten voor en tegen geloof in het bestaan van God, de inhoud van het godsbegrip; ze kunnen in de gebruikte literatuur of op college behandelde posities in eigen woorden weergeven en beargumenteerd een eigen opvatting ter zake formuleren..
Onderwijsvorm
Hoorcollege.
Toetsing
Schriftelijk tentamen over het behandelde boek, de aanvullende teksten en de collegestof, en een kleine schriftelijke opdracht.
Literatuur
Beverley Clack & Brian R. Clack, The Philosophy of Religion: A Critical Introduction. (Fully revised and updated edition.) Cambridge: Polity, 2008. ISBN (pb) 978-07456-3868-3.
Syllabus: handouts, via blackboard.
Aanvullende teksten, via blackboard.
Toelating
Het propedeusecollege ‘geschiedenis van de filosofie’ moet zijn afgerond.