Studiegids

nl en

Preventie, family mediation en behandeling in de forensische context

Vak
2015-2016

Toelatingseisen

In deze cursus wordt gebouwd op de kennis en vaardigheden die studenten in de volgende Bachelorvakken hebben opgedaan: Inleiding Pedagogische en Onderwijswetenschappen 1A, Inleiding Pedagogische en Onderwijswetenschappen 1B, Practicum gesprekstechnieken, Neurobiologische Achtergronden van Opvoeding en Ontwikkeling, Adoptie en pleegzorg in pedagogisch perspectief en Gezinspedagogiek.

Vakbeschrijving

In deze cursus worden mogelijke behandeltrajecten van licht (preventie) tot zwaar (interventieprogramma’s, opname) van gezinnen in de forensische zorg besproken.
Er wordt uitgebreid aandacht besteed aan de theoretische achtergrond, effectiviteit en praktische implicaties van (preventieve) interventieprogramma’s voor en klinische behandeling van probleemgezinnen in de forensische context. Dergelijke programma’s hebben als doel het voorkomen of verminderen van ernstige opvoedingsproblemen (zoals kindermishandeling), probleemgedrag bij kinderen en (jeugd)delinquentie. Voorbeelden van programma’s zijn: Video-feedback Intervention to promote Positive Parenting and Sensitive Discipline (VIPP-SD), gericht op het vergroten van positief ouderschap en het verminderen van probleemgedrag, en VIPP-Foster Care (voor pleeggezinnen) met een focus op gehechtheidsproblemen, MultiSystemic Therapy (MST), en Signs of Safety (een oplossingsgericht programma gericht op het herstellen van de veiligheid in het leven van kinderen). Er zal specifiek aandacht worden besteed aan zogenaamde ‘vechtscheidingen’, waarbij problemen ontstaan over het gezag over de kinderen, met schadelijke gevolgen voor de betrokken kinderen. In dit kader zal stilgestaan worden bij en geoefend worden met family mediation. Ten slotte zullen de studenten kennis nemen van de effectiviteit van forensische behandeling en begeleiding voor jongeren, onder andere in justitiële jeugdinrichtingen.

Leerdoelen

  • Kennis verwerven over wetenschappelijk onderzoek naar en de theoretische achtergrond en praktische toepassingen van gezinsinterventieprogramma’s en klinische behandelprogramma’s, met aandacht voor vertaling van theoretische kennis naar (klinische) programma’s;

  • Kennis maken met en oefenen van verschillende interventie- en behandeltechnieken door middel van rollenspellen en casusbesprekingen;

  • Kennis en vaardigheden verwerven betreffende family mediation in een forensische setting (bijvoorbeeld bij voogdijzaken);

  • Leren interventie- en behandelprogramma’s kritisch te evalueren.

Eindtermen

1 Substantive knowledge

1.1 has profound knowledge of the various theories and methodological approaches common within the domain of one of the specialisations offered by the Master’s programme;
1.2 is able to analyse and conceptualise questions and problems in one of the specialisations offered by the Master’s programme;
1.3 has the capacity to identify a theoretical framework suitable for addressing problems and issues relevant for one of the specialisations offered by the Master’s programme;
1.4 has knowledge of models and methods of prevention and intervention relevant for one of the specialisations offered by the Master’s programme;
1.5 is acquainted with the professional field of the Master’s specialisation.

2 Research methods and statistics

2.1 is competent in methodological and technical research skills that are current in Education and Child Studies in general, and in the Master’s specialisation in particular;
2.2 is able to independently design, organise, and conduct research in one of the specialisations of the Masters’ programme;
2.3 is able to critically evaluate aspects of study design and methodology in empirical research.

3 Academic skills

3.1 describing and analysing practical and theoretical issues in human development from both a scientific and an ethical point of view;
3.2 analysing and evaluating scientific literature critically to establish its practical or theoretical relevance;
3.3 formulating a consistent line of reasoning, based on scientific arguments;
3.4 reporting orally and in writing on issues in human development both in an academic and in a professional context.

4 Professional conduct

4.1 connect scientific knowledge and insights to practical issues in human development;
4.2 analyse child-raising and/or educational issues and establish appropriate professional strategies;
4.3 collaborate with others and take responsibility in a professional team.

Rooster

Onderwijsvorm

Hoorcolleges en werkgroepen.

Toetsingsvorm

  • Actieve houding in de werkgroep

  • Werkgroepopdrachten

  • Eindopdracht

  • Schriftelijk tentamen

Blackboard

Bij deze cursus wordt Blackboard gebruikt.

Literatuur

Miller, W.R., & Rollnick, S. (2005), Motiverende gespreksvoering. Een methode om mensen voor
te bereiden op verandering. Gorinchem: Ekklesia.

Overige literatuur wordt nader bekend gemaakt.

Aanmelden

Voor ALLE hoorcolleges, werkgroepen, tentamens en herkansingen is aparte inschrijving via uSis verplicht. Zonder geldige inschrijving in uSis kan men niet deelnemen aan onderwijs en tentamens.

Onderwijs

  • Inschrijven voor de hoorcolleges van het vak kan vanaf 100 kalenderdagen tot uiterlijk 10 kalenderdagen voordat het eerste college plaatsvindt;

  • Inschrijven voor de werkgroepen van het vak kan vanaf 100 kalenderdagen tot uiterlijk 10 kalenderdagen voordat de eerste werkgroepbijeenkomst plaatsvindt.

Tentamens

Het is verplicht om je voor ieder tentamen in uSis apart aan te melden. Dat geldt ook voor deeltentamens van een vak. Dit kan tot uiterlijk 10 kalenderdagen voorafgaand aan het tentamen. Lees meer

Contact information

Coördinatoren: Sanne Hissel (kamer 4B34) en Lenneke Alink
Bij vragen kan per email een afspraak gemaakt worden.