Het nationalisme had een grote invloed op de Europese cultuur. Dat gold niet alleen voor beeldhouwers die opdrachten kregen voor nationale monumenten, maar ook voor schrijvers, schilders, componisten, architecten en wetenschappers. Dit begon tijdens de Romantiek, maar intensiveerde toen vanaf 1870 het proces van de ‘nationalisering van de massa’s’ op gang kwam. Het culturele leven raakte met nationalistische thema’s en motieven doordrenkt. Dit uitte zich ook in een groeiende invloed van de ‘oorspronkelijke volkscultuur’ op de hoge cultuur. Zo begonnen musea oude landbouwwerktuigen ten toon te stellen en zochten kunstenaars inspiratie op het platteland. Nationalisme kon zich echter ook in megalomane vormen uiten, zoals vooral duidelijk werd onder fascistische regimes. In dit college zullen we vooral onderzoek doen naar de overeenkomsten en verschillen tussen de vele nationalistische cultuuruitingen. Op welke wijze werd de natie gerepresenteerd, welke retorische strategieën werden hierbij ingezet, en wat beoogde men ermee?
Onderwijsvorm
- Werkcollege. NB verplichte aanwezigheid zie studiereglement Instituut voor Geschiedenis, art 2)
Leerdoelen
Gedegen kennis van de geschiedenis van de ontwikkeling van het nationalisme en de invloed daarvan op de Europese cultuur in de periode 1815-1945, inzicht in de belangrijkste geschiedkundige problemen daarvan, vaardigheid in het verrichten van een beperkte literatuur- of bronnenstudie over een zelfgekozen onderwerp, het mondeling daarover kunnen rapporteren in de werkgroep, en het zelfstandig schrijven van een wetenschappelijk werkstuk.
Studielast
Totale studielast 10 ects = 280 uur.
Het volgen en voorbereiden van college: 40 uur
Tijd voor het bestuderen van de verplichte literatuur: 60 uur
Tijd voor het schrijven van een werkstuk (inclusief inlezen / onderzoek): 180 uur
Literatuur
Joep Leerssen, National thought in Europe: A cultural history (Amsterdam 2006) p. 1-241.
Toetsing
Instaptoets met enkele essayvragen over boek van Joep Leerssen tijdens de tweede bijeenkomst
Referaat
Deelname aan het college en kleine opdrachten
Werkstuk
Het eindcijfer wordt voor 80 % bepaald door het werkstuk. De andere onderdelen tellen mee ter afronding van het cijfer.
Rooster
Semester II zie rooster.
Informatie
Bij de docent: Dr. H.J. Storm
Blackboard/webpagina
Ja.
Aanmelden
Aanmelden via U-TWIST, zie aanmeldingsprocedures.