NB Deze vakbeschrijving geldt voor alle afstudeerrichtingen Rechtsgeleerdheid, behalve Public International Law en European Law.
Meer informatie over de masterscriptie is te lezen in de facultaire scriptiehandleiding 2023-2024 (link volgt). Aparte regelingen per afstudeerrichting m.b.t. deadlines, introductiecolleges etcetera staan vermeld op de Brightspaceomgeving van de desbetreffende afstudeerrichting.
Toegangseisen
Studenten die minimaal 20 EC of drie vakken van hun masterprogramma hebben behaald, kunnen beginnen aan hun masterscriptie, d.w.z. kunnen aanspraak maken op scriptiebegeleiding door een docent. Afhankelijk van de afstudeerrichting of het beoogde scriptieonderwerp kan nog vereist zijn dat bepaalde specifieke vakken zijn behaald.
Beschrijving
De masterscriptie is het sluitstuk van de opleiding. Je doet in hoge mate individueel, zelfstandig, wetenschappelijk onderzoek naar een juridisch onderwerp. Je dient te laten zien dat je – onder begeleiding – in staat bent een juridisch vraagstuk of probleem te herkennen, hierover een afdoende afgebakende wetenschappelijke vraag- of probleemstelling te identificeren en formuleren, om vervolgens beargumenteerd tot een beantwoording en/of oplossing te komen van deze vraag met behulp van zelf gevonden juridische en academische bronnen, waaronder regelgeving, jurisprudentie en wetenschappelijke literatuur. Kennis, theorie, inzicht en vaardigheden moeten methodologisch worden toegepast en mede via een kritische oordeelsvorming beargumenteerd tot uitdrukking worden gebracht in een helder wetenschappelijk betoog van 10.000 à 15.000 woorden (inclusief noten en exclusief literatuurlijst).
Leerdoelen masterscriptie
Na afronding van de masterscriptie hebben studenten de volgende kwalificaties verworven:
Kennis en inzicht
- De student heeft een grondige beheersing van het voor de scriptie onderzochte deelonderwerp van het vakgebied.
Toepassen kennis en inzicht
De student is in staat met behulp van de kennis opgedaan uit jurisprudentie, wetenschappelijke literatuur en andere bronnen een relevante onderzoeksvraag (probleemstelling) te formuleren en deze op te splitsen in goed geformuleerde en afgebakende deelvragen die de scribent gezamenlijk in staat stellen om de onderzoeksvraag te beantwoorden.
De student is in staat een passend beoordelingskader te ontwerpen voor de beantwoording van zijn/haar onderzoeksvraag, waaronder, waar nodig, een in het recht en de literatuur geankerde benchmark om eventuele conclusies of claims te onderbouwen.
De student is in staat zelfstandig de informatie te verzamelen en te selecteren die hij/zij nodig heeft voor de beantwoording van zijn/haar onderzoeksvra(a)g(en) (regelgeving, jurisprudentie, wetenschappelijke literatuur, indien van toepassing ander materiaal zoals beleidsstukken, onderzoeksrapportages e.d.).
De student is in staat juridisch materiaal (o.a. regelgeving, jurisprudentie, wetenschappelijke literatuur) te begrijpen, diepgaand te analyseren en toe te passen op de beantwoording van zijn onderzoeksvra(a)g(en).
Oordeelsvorming
De student is in staat juridisch-wetenschappelijke literatuur op het onderzochte deelonderwerp van het vakgebied op waarde te schatten.
De student is in staat de verschillende feiten en meningen uit het door hem/haar zelf gevonden materiaal tegen elkaar af te wegen en op deze manier te komen tot een beargumenteerde, verantwoorde beantwoording van zijn/haar onderzoeksvra(a)g(en). Dit omhelst mede het op academische en juridische waarde kunnen schatten van online bronnen en informatie die afkomstig is van niet-academische of juridisch deskundige bronnen waaronder de media.
De student is in staat gefundeerde conclusies te formuleren op basis van de resultaten van zijn/haar onderzoek, en doet dit op basis van een onafhankelijk, volwassen, en waar nodig creatief-constructieve analyse die ondersteund wordt door de relevante bronnen en geankerd is in de voor het deelgebied geldende methoden voor interpretatie.
De student is in staat zijn/haar conclusies in een breder (juridisch) kader te plaatsen, waaronder idealiter een koppeling aan bredere maatschappelijke uitdagingen.
De student kan onderscheid maken tussen juridische vragen en claims enerzijds, en empirische vragen en claims anderzijds. Waar (deels) empirische claims worden gemaakt, kan de student deze onderbouwen met afdoende empirische literatuur.
Communicatie
- De student is in staat zijn/haar vraagstelling, onderzoek en conclusies - inclusief bronvermelding - te presenteren in de vorm van een helder, leesbaar en gestructureerd betoog dat voldoet aan de eisen van het juridisch-wetenschappelijk onderzoek.
Inleverprocedures
U dient uw scriptie in ieder geval digitaal in te leveren. Deze wordt namelijk via een computerprogramma op plagiaat gecontroleerd. Veel scriptiebegeleiders stellen daarnaast prijs op een geprint exemplaar. Op de Brightspaceomgeving van uw afstudeerrichting staan de exacte inleverprocedures beschreven.
Rooster
De masterscriptie wordt in beginsel grotendeels geschreven in het tweede semester van de opleiding (en in het eerste semester van het studiejaar voor en door studenten die in februari zijn gestart). Bij een aantal afstudeerrichtingen krijgen studenten echter al in het eerste semester een introductiecollege of wordt hun gevraagd een begin te maken met de scriptieopzet. Het is hoe dan ook raadzaam tijdig – nog tijdens het eerste semester dat u de opleiding begint – te beginnen met u te oriënteren op de scriptie, om studievertraging te voorkomen.
Zie MyTimetable", of in het Engels "Check [MyTimetable](https://rooster.universiteitleiden.nl/schedule
Toetsing
Twee examinatoren beoordelen het eindwerkstuk onafhankelijk van elkaar.
Wanneer de masterscriptie als onvoldoende wordt beoordeeld, zijn er twee mogelijkheden:
Reparatie van de scriptie: een herziening van de oorspronkelijke scriptie, waarbij maximaal een 6 als eindcijfer kan worden behaald.
Herkansing van de scriptie: de student begint helemaal opnieuw met een nieuw onderwerp. Hierbij is ieder eindcijfer mogelijk, afhankelijk van het resultaat van de nieuwe scriptie.
Zie hierover uitgebreider: de facultaire scriptiehandleiding (link volgt) en de Regels&masterRichtlijnen Tentamens en Examens master van de examencommissie.
Meer informatie over de masterinscriptie
In de facultaire scriptiehandleiding staat meer gedetailleerd beschreven wat van je wordt verwacht bij het schrijven van de scriptie en welke begeleiding jij kunt verwachten van je scriptiebegeleider. Daarnaast bestaat er voor de meeste afstudeerrichtingen Rechtsgeleerdheid nog een aparte scriptieleidraad en/of Brightspaceomgeving, zie daarvoor de website of Brightspaceomgeving van je afstudeerrichting.
Zie voor informatie over aanmelding de website onder het kopje “aanmelden onderwijs en tentamens”.
Ten slotte, ook in de Onderwijs- en examenregeling (OER) en in de Regels&Richtlijnen Tentamens en Examens (R&R) van de examencommissie zijn bepalingen over de masterscriptie opgenomen.