Arbeidsmarktvoorbereiding
Arbeidsmarktvoorbereiding bij Nederlandse Taal en Cultuur
Het programma
Het programma van de Nederlandse Taal en Cultuur kenmerkt zich door [inhoud aanvullen].
Hoe kun je de kennis en vaardigheden die je opdoet gebruiken? Welke richting kies je binnen je studie en waarom? Wat kan je al, en welke vaardigheden wil je nog leren? Hoe vertaal je de vakken die je kiest naar iets wat je later zou willen doen?
Op verschillende momenten tijdens je studie komen deze en andere vragen ter sprake. Mogelijk heb je er al eens met de studiecoördinator, de Humanities Career Service of met medestudenten over gesproken of gebruik gemaakt van de Leiden University Career Zone. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd waarbij je kunt reflecteren op je eigen wensen en mogelijkheden en je de kans krijgt je te oriënteren op de arbeidsmarkt. Centraal daarbij staan de vragen: ‘Wat kan ik?’, ‘Wat wil ik?’ en ‘Hoe bereik ik mijn doelen?’.
Activiteiten
Via de facultaire website en de opleidingswebsite en e-mail word je op de hoogte gehouden van verdere activiteiten rondom de arbeidsmarktvoorbereiding. Het is raadzaam om de volgende activiteiten in de gaten te houden om je goed te kunnen oriënteren:
Eerste jaar
Kennismakingsgesprek studieadviseur
Mentoraat en [Academische Vaardigheden](Link naar academische vaardigheden cursus)
Studieloopbaanbijeenkomst met studentmentoren en docentmentor
Kennismaking Humanities Career Service
Voorlichting buitenlandverblijf
Leiden University Career Zone
Tweede jaar
Derde jaar
Transferable Skills
Voor toekomstige werkgevers is niet alleen de inhoudelijke kennis die je tijdens je studie hebt opgedaan belangrijk, zij letten ook op de zogenaamde transferable skills. Dit zijn bijvoorbeeld cognitieve vaardigheden zoals kritisch denken, redeneren en beargumenteren en innovatie, interpersoonlijke vaardigheden zoals flexibiliteit, initiatief, waardering van diversiteit en metacognitie en interpersoonlijke vaardigheden zoals communicatie, verantwoordelijkheid en conflictoplossing. Het zijn kortom vaardigheden die professionals nodig hebben om goed te kunnen functioneren.
Het is daarom belangrijk dat je tijdens je studie niet alleen zoveel mogelijk inhoudelijke kennis opdoet, maar dat je je ook bewust bent van de vaardigheden die je verworven hebt en de vaardigheden die je nog wil leren. In de vakbeschrijvingen in de Studiegids van Nederlandse Taal en Cultuur vind je, naast de leerdoelen van de vakken, ook een lijst met de vaardigheden waar aan gewerkt wordt.
De vaardigheden die je bij de verschillende vakken kunt tegenkomen zijn:
Samenwerken
Overtuigen
Onderzoeken
Zelfsturend leren
Creatief denken
Vakken [naam opleiding]
Uiteraard bieden vakken van het onderwijsprogramma je voorbereiding op de arbeidsmarkt. We streven er als opleiding naar om in elk semester het onderwerp op heel directe of minder directe manier aan bod te laten komen. Binnen Nederlandse Taal en Cultuur gebeurt dit binnen de vakken:
Eerste jaar
[naam vak](link naar vak in de Studiegids) en aangeven welke arbeidsmarkt gerelateerde onderwerpen aan bod komen (bv. samenwerken aan project x, pitchen van onderzoek of oefenen in beleidsstuk schrijven).
[naam vak](link naar vak in de Studiegids) en aangeven welke arbeidsmarkt gerelateerde onderwerpen aan bod komen
Tweede jaar
[naam vak](link naar vak in de Studiegids) en aangeven welke arbeidsmarkt gerelateerde onderwerpen aan bod komen (bv. samenwerken aan project x, pitchen van onderzoek of oefenen in beleidsstuk schrijven).
[naam vak](link naar vak in de Studiegids) en aangeven welke arbeidsmarkt gerelateerde onderwerpen aan bod komen
Derde jaar
[naam vak](link naar vak in de Studiegids) en aangeven welke arbeidsmarkt gerelateerde onderwerpen aan bod komen (bv. samenwerken aan project x, pitchen van onderzoek of oefenen in beleidsstuk schrijven).
[naam vak](link naar vak in de Studiegids) en aangeven welke arbeidsmarkt gerelateerde onderwerpen aan bod komen
Contact
Vragen over je (studie)loopbaan keuzes? Maak een afspraak met de loopbaanadviseur van de Humanities Career Service via 071-5272235, of met je studiecoördinator studiecoördinator.
Meer info
Onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding
Bindend studieadvies (BSA)
Het programma
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Aansluitende programma’s
Onderwijs- enexamenregeling (OER) van de opleiding
Voor eindtermen, regelingen en procedures van de opleiding kan de Onderwijs- en examenregeling (OER) worden geraadpleegd.
Facultaire OER
Opleidingsspecifiek deel
Bindend studieadvies (BSA)
Voor meer informatie over de BSA-regeling en het bijbehorende studiebegeleidingsplan, zie de BSA regeling online.
Het programma
De bacheloropleiding Nederlandse taal en cultuur bestaat uit een verplicht deel van anderhalf jaar (90 ec) en een keuze- en specialisatiedeel van anderhalf jaar (90 ec). De opleiding biedt 5 specialisaties: Moderne Letterkunde, Oudere Letterkunde, Taalkunde, Taalbeheersing en Media.
Eerste jaar: propedeuse
Het eerste jaar van het bachelorprogramma bestaat uit verplichte vakken op het gebied van de oudere en moderne letterkunde, taalkunde, taalbeheersing en media. Ook wordt aandacht besteed aan algemene vaardigheden die voor de rest van de studie van belang zijn. Daarnaast wordt in het eerste jaar tezamen met studenten van andere opleidingen Geesteswetenschappen het vak Inleiding Literatuurwetenschap gevolgd. Er is in het eerste jaar geen keuzemogelijkheid voor de student. Alle onderdelen van het eerste jaar moeten met een voldoende worden afgesloten om de propedeuse te kunnen behalen.
Tweede jaar en derde jaar
Het eerste semester van het tweede jaar is gevuld met vijf verplichte vakken uit bovenstaande specialisaties alsmede het kerncurriculumvak Wetenschapsfilosofie. In het tweede semester van het tweede jaar kiest de student zes vakken uit het aanbod van keuzevakken van de opleiding, waaronder in elk geval het vak Digital and Quantitative Skills.
In het derde jaar kiest de student definitief één van bovenstaande specialisaties. Een specialisatie bestaat uit twee keuzevakken van Nederlands, een mondeling specialisatietentamen en een bacheloreindwerkstuk. De specialisatiekeuze moet vóór het begin van het derde jaar kenbaar worden gemaakt aan de studiecoördinator door middel van het Studieplan. Het bacheloreindwerkstuk wordt in het tweede semester van het derde jaar geschreven, gecombineerd met het verplichte scriptieseminar.
Keuzeruimte
In het derde jaar heeft de student een keuzeruimte van 30 ec voor minor, stage of zelf samengesteld keuzevakkenpakket, en 15 ec voor vakken in aanpalende opleidingen zoals Taalwetenschap en Film- en Literatuurwetenschap. Voor meer informatie over de mogelijkheden voor invulling van deze keuzeruimte zie de e-Studiegids onder Minoren, keuzevakken en keuzepakketten.
Aanwezigheidsplicht
Tijdens werkcolleges geldt een aanwezigheidsplicht. Studenten mogen per college maximaal twee van de dertien bijeenkomsten missen (met een geldige reden, te melden aan de docent en de studieadviseur voorafgaand aan het te verzuimen college). Studenten die meer dan twee keer afwezig zijn geweest dienen contact op te nemen met de studieadviseur. Als er naar diens oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden, kan van de regel om maximaal twee bijeenkomsten te mogen missen worden afgeweken. De studieadviseur neemt zijn/haar besluit in overleg met de docent(en) en maakt de uitkomst kenbaar aan de student en de betrokken docent(en).
Herkansingen tentamens
Bij elk vak staat de wijze van toetsing beschreven alsmede de wijze waarop er herkanst kan worden. Onvoldoendes (d.w.z. lager dan een 5,5) van schriftelijke (deel)tentamens moeten altijd herkanst worden. Voldoendes mogen in principe niet herkanst worden, met de volgende nadere bepaling: een student mag tijdens zijn hele bachelorperiode bij schriftelijke (deel)tentamens drie keer een voldoende herkansen. De herkansing van het desbetreffende vak / de desbetreffende voldoende moet plaatsvinden in hetzelfde studiejaar waarin de te herkansen voldoende is behaald. De herkansing van een voldoende moet tijdig worden aangevraagd bij de examencommissie.
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Om te kunnen afstuderen moeten studenten het programma van 180 ec hebben behaald, voldoen aan de eisen van de keuzeruimte en, als onderdeel van het programma, hun BA-eindwerkstuk met succes hebben afgerond. Het BA-eindwerkstuk is een werkstuk van 10 ec dat in veel gevallen wordt geschreven in samenhang met een derdejaarswerkcollege. De opleiding hanteert een scriptiebegeleidingsplan.
Hierin staan alle stappen van het begeleidingstraject beschreven en het dient als basis voor de te maken afspraken tussen de beoogde scriptiebegeleider en de student. Tevens wordt er per sectie een (verplicht) BA-scriptieseminar aangeboden. Men is gerechtigd het bachelordiploma in ontvangst te nemen als alle onderdelen van het studieprogramma met een voldoende zijn afgesloten en de scriptie als voldoende is beoordeeld. De regeling van het BA-eindwerkstuk is te vinden op de website.
Specialisaties
Studenten specialiseren zich in hun derde jaar in een van de vier specialisaties die de opleiding kent: Taalbeheersing, Oudere Letterkunde, Moderne Letterkunde of Taalkunde. De specialisatie bestaat uit het volgen van ten minste twee accentwerkgroepen, het afleggen van het accenttentamen en het schrijven van het BA-eindwerkstuk binnen de gekozen specialisatie. Het hebben gevolgd van de methodemodule op het gebied van de specialisatie behoort eveneens tot de vereisten.
Aansluitende Masterprogramma’s
Het bachelordiploma Nederlandse taal en cultuur geeft zonder verdere selectie toegang tot de eenjarige masteropleiding Neerlandistiek en tot de track Literature and Society. Europe and Beyond van de master Literary Studies. Studenten kunnen afhankelijk van hun resultaten, ook toegang krijgen tot een tweejarige onderzoeksmasteropleiding, bijvoorbeeld de research master Literary Studies of Linguistics. Wie een researchmaster wil gaan doen, dient via het online toelatingsportaal van Universiteit Leiden (uSis) een toelatingsverzoek te doen
Na het afronden van de eenjarige masteropleiding Neerlandistiek kunnen studenten die tevens een bachelordiploma Nederlandse taal en cultuur bezitten en die zich willen voorbereiden op een loopbaan in het voortgezet onderwijs, de lerarenopleiding bij het ICLON gaan doen (een jaar voltijd, twee jaar deeltijd) en daarmee een eerstegraads lesbevoegdheid in het schoolvak Nederlands verwerven. Als studenten in de keuzeruimte de educatieve minor (30 ec) hebt afgerond en en vervolgens het masterdiploma neerlandistiek hebben behaald, kunnen ze met een verkort traject de lerarenopleiding volgen (30 ec in plaats van 60 ec).
Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de inschrijvingsprocedure, zie www.mastersinleiden.nl.