Eerste jaar
Het eerste jaar van het bachelorprogramma bestaat uitsluitend uit onderdelen van het hoofdvak Nederlandse taal en cultuur.
De propedeuse bestaat uit vakken die een algemeen en oriënterend overzicht geven van de gehele neerlandistiek. De richtingen Letterkunde, Taalkunde, Taalbeheersing en Media komen in beide semesters aan bod in de vorm van hoor- en werkcolleges. De hoorcolleges geven de grote lijnen aan, terwijl in de werkcolleges specifieke onderwerpen aan de orde komen, die aan de hand van teksten en casussen worden uitgediept.
De propedeuse wordt afgesloten met een propedeutisch examen, waarvoor men is geslaagd als men alle onderdelen met een voldoende cijfer (6.0 of hoger) heeft afgerond.
Voor de gehele propedeuse wordt extra onderwijstijd geprogrammeerd voor 12 uur voor de verplichte introductiedagen, 1 uur ten behoeve van het Studieplan en 2 uur ten behoeve van mentoraat/tutoraat.
Arbeidsmarktvoorbereiding
Arbeidsmarktvoorbereiding bij Nederlandse Taal en Cultuur
Het programma
Hoe kun je de kennis en vaardigheden die je opdoet gebruiken? Welke richting kies je binnen je studie en waarom? Wat kan je al, en welke vaardigheden wil je nog leren? Hoe vertaal je de vakken die je kiest naar iets wat je later zou willen doen? Op verschillende momenten tijdens je studie komen deze en andere vragen ter sprake. Mogelijk heb je er al eens met de studiecoördinator, de Humanities Career Service of met medestudenten over gesproken of gebruik gemaakt van de Leiden University Career Zone. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd waarbij je kunt reflecteren op je eigen wensen en mogelijkheden en je de kans krijgt je te oriënteren op de arbeidsmarkt. Centraal daarbij staan de vragen: ‘Wat kan ik?’, ‘Wat wil ik?’ en ‘Hoe bereik ik mijn doelen?’.
Activiteiten
Via de facultaire website en de opleidingswebsite en e-mail word je op de hoogte gehouden van verdere activiteiten rondom de arbeidsmarktvoorbereiding. Het is raadzaam om de volgende activiteiten in de gaten te houden om je goed te kunnen oriënteren:
Eerste jaar
Tweede jaar
Derde jaar
Transferable Skills
Voor toekomstige werkgevers is niet alleen de inhoudelijke kennis die je tijdens je studie hebt opgedaan belangrijk, zij letten ook op de zogenaamde transferable skills. Dit zijn bijvoorbeeld cognitieve vaardigheden zoals kritisch denken, redeneren en beargumenteren en innovatie, interpersoonlijke vaardigheden zoals flexibiliteit, initiatief, waardering van diversiteit en metacognitie en interpersoonlijke vaardigheden zoals communicatie, verantwoordelijkheid en conflictoplossing. Het zijn kortom vaardigheden die professionals nodig hebben om goed te kunnen functioneren.
Het is daarom belangrijk dat je tijdens je studie niet alleen zoveel mogelijk inhoudelijke kennis opdoet, maar dat je je ook bewust bent van de vaardigheden die je verworven hebt en de vaardigheden die je nog wil leren. In de vakbeschrijvingen in de Studiegids van Nederlandse Taal en Cultuur vind je, naast de leerdoelen van de vakken, ook een lijst met de vaardigheden waar aan gewerkt wordt.
De vaardigheden die je bij de verschillende vakken kunt tegenkomen zijn:
Samenwerken
Overtuigen
Onderzoeken
Zelfsturend leren
Creatief denken
Vakken Nederlandse taal en cultuur
Uiteraard bieden vakken van het onderwijsprogramma je voorbereiding op de arbeidsmarkt. We streven er als opleiding naar om in elk semester het onderwerp op heel directe of minder directe manier aan bod te laten komen. Binnen Nederlandse Taal en Cultuur gebeurt dit onder andere binnen de vakken:
Eerste jaar
Taal Sociaal: samenwerken aan groepsopdracht (zelfstandig bedenken en uitvoeren van een klein onderzoek).
Taal en media: het vak richt zich op taalgebruik in verschillende media en in de journalistiek, waardoor studenten worden voorbereid op werk in de media- en journalistieksector.
Tweede jaar
Derde jaar
- Taaldiagnostiek: toepassing van taalkundige kennis in de forensische en juridische praktijk en in de gezondheidszorg.
Contact
Vragen over je (studie)loopbaan keuzes? Maak een afspraak met de loopbaanadviseur van de Humanities Career Service via 071-5272235, of met je studiecoördinator.
Meer info
Onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding
Bindend studieadvies (BSA)
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Aansluitende programma’s
Onderwijs- enexamenregeling (OER) van de opleiding
Voor eindtermen, regelingen en procedures van de opleiding kan de Onderwijs- en examenregeling (OER) worden geraadpleegd.
Facultaire OER
Opleidingsspecifiek deel
Bindend studieadvies (BSA)
Voor meer informatie over de BSA-regeling en het bijbehorende studiebegeleidingsplan, zie de BSA regeling online.
Aanwezigheidsplicht
Tijdens werkcolleges geldt een aanwezigheidsplicht. Studenten mogen per college maximaal twee van de dertien bijeenkomsten missen (met een geldige reden, te melden aan de docent voorafgaand aan het te verzuimen college). Studenten die meer dan twee keer afwezig zijn geweest dienen contact op te nemen met de studieadviseur. Als er naar diens oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden, kan van de regel om maximaal twee bijeenkomsten te mogen missen worden afgeweken. De studieadviseur neemt zijn/haar besluit in overleg met de docent(en) en maakt de uitkomst kenbaar aan de student en de betrokken docent(en).
Herkansingen tentamens
Bij elk vak staat de wijze van toetsing beschreven alsmede de wijze waarop er herkanst kan worden. Onvoldoendes (d.w.z. lager dan een 5,5) van schriftelijke (deel)tentamens moeten altijd herkanst worden. Voldoendes mogen in principe niet herkanst worden, met de volgende nadere bepaling: een student mag tijdens zijn hele bachelorperiode bij schriftelijke (deel)tentamens één keer een voldoende herkansen. Herkansing van een voldoende voor een werkstuk, scriptie, presentatie en/of stage is niet toegestaan. De herkansing van het desbetreffende vak / de desbetreffende voldoende moet plaatsvinden in hetzelfde studiejaar waarin de te herkansen voldoende is behaald. De herkansing van een voldoende moet tijdig worden aangevraagd bij de examencommissie.
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Om te kunnen afstuderen moeten studenten het programma van 180 ec hebben behaald, voldoen aan de eisen van de keuzeruimte en, als onderdeel van het programma, hun BA-eindwerkstuk met succes hebben afgerond. Het BA-eindwerkstuk is een werkstuk van 10 ec dat in veel gevallen wordt geschreven in samenhang met een derdejaarswerkcollege. De opleiding hanteert een scriptiebegeleidingsplan.
Hierin staan alle stappen van het begeleidingstraject beschreven en het dient als basis voor de te maken afspraken tussen de beoogde scriptiebegeleider en de student. Tevens wordt er per sectie een (verplicht) BA-scriptieseminar aangeboden. Men is gerechtigd het bachelordiploma in ontvangst te nemen als alle onderdelen van het studieprogramma met een voldoende zijn afgesloten en de scriptie als voldoende is beoordeeld. De regeling van het BA-eindwerkstuk is te vinden op de website.
Specialisaties
Studenten specialiseren zich in hun derde jaar in een van de vijf specialisaties die de opleiding kent: Taalbeheersing, Oudere Letterkunde, Moderne Letterkunde, Taalkunde of Media. De specialisatie bestaat uit het volgen van ten minste twee accentwerkgroepen, het afleggen van het accenttentamen en het schrijven van het BA-eindwerkstuk binnen de gekozen specialisatie.
Aansluitende Masterprogramma’s
Het bachelordiploma Nederlandse taal en cultuur geeft zonder verdere selectie toegang tot de eenjarige masteropleiding Neerlandistiek en tot de track Literature and Society. Europe and Beyond van de master Literary Studies. Studenten kunnen afhankelijk van hun resultaten, ook toegang krijgen tot een tweejarige onderzoeksmasteropleiding, bijvoorbeeld de research master Arts, Literature and Media of Linguistics. Wie een research master wil gaan doen, dient via het online toelatingsportaal van Universiteit Leiden (uSis) een toelatingsverzoek te doen.
Na het afronden van de eenjarige masteropleiding Neerlandistiek kunnen studenten die tevens een bachelordiploma Nederlandse taal en cultuur bezitten en die zich willen voorbereiden op een loopbaan in het voortgezet onderwijs, de lerarenopleiding bij het ICLON gaan doen (een jaar voltijd, twee jaar deeltijd) en daarmee een eerstegraads lesbevoegdheid in het schoolvak Nederlands verwerven. Als studenten in de keuzeruimte de educatieve minor (30 ec) hebben afgerond en vervolgens het masterdiploma neerlandistiek hebben behaald, kunnen ze met een verkort traject de lerarenopleiding volgen (30 ec in plaats van 60 ec). Je kunt de eerstegraads bevoegdheid ook behalen bij het ICLON door direct na de bacheloropleiding de tweejarige educatieve master te volgen. Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de inschrijvingsprocedure, zie www.mastersinleiden.nl.