Meer info
(1) Literatuur: geschiedenis en maatschappij
Literatuur ontstaat niet in een isolement. Hoe mooi de droom van de ivoren toren ook is – iedere tekst reageert op de maatschappelijke omgeving. In dit thema gaat de aandacht naar de maatschappelijke functie van literatuur. Hoe maakte de roman zich bijvoorbeeld nuttig in de 19e eeuw? We gaan na hoe schrijvers en dichters het evenwicht tussen autonomie en heteronomie bewaren, en wat we kunnen begrijpen als de ethiek van de literaire tekst en het ethos van de auteur. Daarnaast kijken we hoe maatschappelijke discoursen herhaald of bekritiseerd en geparodieerd worden in de literatuur, net als actuele en politieke debatten. Mogelijke invalshoeken zijn hier bijvoorbeeld Ecokritiek in de roman, Literatuur en burgerschap, Jeugdliteratuur en leescultuur, of de politieke aspecten van het Modernisme.
Programma
Het programma van 60 EC ziet er als volgt uit:
20 EC: Een kern van 2 MA-werkgroepen binnen het thema ‘Literatuur: geschiedenis en maatschappij’ van elk 10 EC.
10 EC: Een derde cursus binnen de eigen Moderne Letterkunde-opleiding.
10 EC: Kies een cursus uit de master Literary Studies of de master Neerlandistiek van de eigen of een andere universiteit. Ook twee cursussen van 5 EC uit het programma van Masterlanguage zijn toegestaan. Daarnaast is het mogelijk om in dit deel een stage of onderzoeksopdracht (10 EC) uit te voeren.
20 EC: De MA-scriptie en het scriptie-seminar.
Wijzigingen in dit programma zijn mogelijk in overleg met de sectievoorzitter, Esther Op de Beek, en de examencommissie.
(2) Mondiale en postkoloniale literatuur
Om de Nederlandse literatuur goed te begrijpen, is niet een nationale maar een mondiale blik nodig. Deze teksten staan altijd en per definitie in relatie tot andere culturen - uit Europa en daarbuiten. In dit thema onderzoeken we bijvoorbeeld teksten van immigranten, representaties van de culturele Ander, (post)koloniale herinnering, of reisverhalen. Met name de relatie met de voormalige Nederlandse koloniën, de Nederlands-Indische, Surinaamse, Caribische, Antilliaanse en Zuid-Afrikaanse letteren, komen aan de orde in specialisatiewerkgroepen. Zo verwerven studenten kennis en inzicht over literatuur die is ontstaan dankzij de Nederlandse aanwezigheid op andere continenten, en aan de nasleep en verwerking van deze koloniale aanwezigheid in de vorm van romans, verhalen, gedichten, egodocumenten, en journalistiek. Theorie die daarbij onder andere wordt ingezet gaat over Culturele Identiteit, Culturele Herinnering, Representatie-analyse en Discours-analyse.
Programma
Het programma van 60 EC ziet er als volgt uit:
20 EC: Een kern van 2 MA-werkgroepen binnen het thema ‘Mondiale en (post)koloniale literatuur’
10 EC: Een derde cursus binnen de eigen Moderne Letterkunde opleiding.
10 EC: Kies een cursus uit de master Literary Studies of de master Neerlandistiek van de eigen of een andere universiteit. Ook twee cursussen van 5 EC uit het programma van Masterlanguage zijn toegestaan. Daarnaast is het mogelijk om in dit deel een stage of onderzoeksopdracht (10 EC) uit te voeren.
20 EC: De MA-scriptie en het scriptie-seminar.
Wijzigingen in dit programma zijn mogelijk in overleg met de sectievoorzitter, Esther op de Beek, en de examencommissie.