Studiegids

nl en

Franse taal en cultuur

De bachelor Franse taal en cultuur omvat een driejarige opleiding (180 ec). Hierbinnen wordt aandacht besteed aan taalvaardigheid en ook en vooral aan de vakgebieden taalkunde, letterkunde en cultuurkunde. In de propedeuse (60 ec) ligt het programma geheel vast. Het tweede en derde jaar bachelorjaar bestaan behalve uit vaste onderdelen ook uit keuzeonderdelen (Séminaires) binnen de opleiding Frans.
Het derde bachelorjaar (60 ec) omvat naast vaste onderdelen en de scriptie (het BA-eindwerkstuk) tevens een vrije keuzeruimte van 30 ec t.b.v. een minor of een keuzepakket.

Eerste jaar

Vak EC Semester 1 Semester 2

Eerste semester

Grammaire et vocabulaire I 5
Expression et compréhension orales I 5
Kerncurriculum: Inleiding Literatuurwetenschap 5
Letterkunde I: Introduction à la littérature française (1500-1800) 5
De erfenis van Trajanus 5
Taalkunde I: Introduction à la linguistique française 5

Tweede semester

Grammaire et vocabulaire II 5
Expression et compréhension orales II 5
Letterkunde II: Introduction à la littérature française (de 1800 à nos jours) 5
Middeleeuwen I: Littérature Moyen-Age 5
Romaanse taalkunde 5
Cultuurkunde I: Histoire et culture 5

Tweede jaar

In het tweede en derde jaar moeten in totaal vijf Séminaires met goed gevolg afgerond worden, minimaal drie hiervan dienen met een onderzoekscomponent (Séminaire de recherche) te zijn.

Vak EC Semester 1 Semester 2

Eerste semester

Expression écrite 5
Letterkunde: Littératures francophones 5
Taalkunde II: Syntaxe du français 5
Cultuurkunde II: Culture et société 5

Kies in het tweede jaar in totaal vier Séminaires uit het eerste en/of tweede semester.

Séminaire de recherche: Marcel Proust aujourd'hui: roman, cinéma, bande dessinée 5
Séminaire de recherche: Politique linguistique et culturelle de la France en Méditerranée arabe 5
Séminaire pratique: Oriëntatie op het leren en lesgeven 5

Tweede semester

Expression et compréhension orales III 5
Taalkunde III: De la forme au sens 5
Cultuurkunde III: Francophonies 5
Kerncurriculum: Wetenschapsfilosofie 5

Kies in het tweede jaar in totaal vier Séminaires uit het eerste en/of tweede semester.

Séminaire de recherche: Le thème de l’oiseau dans la littérature française 5
Séminaire de recherche: L’apprentissage des langues étrangères 5
Séminaire pratique: Le Français des Affaires CCIP- DFP Affaires C1 5
Séminaire pratique: Le Français Juridique CCIP- DFP juridique B2 5

Derde Jaar

In het tweede en derde jaar moeten in totaal vijf Séminaires met goed gevolg afgerond worden, minimaal drie hiervan dienen met een onderzoekscomponent (Séminaire de recherche) te zijn.

Vak EC Semester 1 Semester 2

Eerste semester

Letterkunde: Littératures francophones 5
BA-eindwerkstuk Franse taal en cultuur (Werkcollege en onderzoek) 5
Vrije keuzeruimte (Invulling eerste semester Franse taal en cultuur) 15

Tweede semester

Taalkunde III: De la forme au sens 5
Cultuurkunde III: Francophonies 5
BA-eindwerkstuk Franse taal en cultuur (Uitwerking en afronding) 5
Vrije keuzeruimte (Invulling tweede semester Franse taal en cultuur) 15

Kies in het derde jaar een Séminaire de recherche uit het eerste of eventueel tweede semester

Séminaire de recherche: Marcel Proust aujourd'hui: roman, cinéma, bande dessinée 5
Séminaire de recherche: Politique linguistique et culturelle de la France en Méditerranée arabe 5
Séminaire pratique: Oriëntatie op het leren en lesgeven 5
Séminaire de recherche: Le thème de l’oiseau dans la littérature française 5
Séminaire de recherche: L’apprentissage des langues étrangères 5
Séminaire pratique: Le Français Juridique CCIP- DFP juridique B2 5
Séminaire pratique: Le Français des Affaires CCIP- DFP Affaires C1 5

Keuzevakken

Keuzevakken voor niet-hoofdvakstudenten Frans (meer informatie)

Vak EC Semester 1 Semester 2

Taalvaardigheid

Frans: Taalvaardigheid A (keuzevak voor niet hoofvakstudenten Frans) 5
Frans: Taalvaardigheid B (keuzevak voor niet hoofvakstudenten Frans) 5

Letterkunde, Taalkunde, Cultuurkunde

Cultuurkunde II: Culture et société 5
Letterkunde I: Introduction à la littérature française (1500-1800) 5
De erfenis van Trajanus 5
Taalkunde I: Introduction à la linguistique française 5
Séminaire pratique: Le Français Juridique CCIP- DFP juridique B2 5
Séminaire pratique: Le Français des Affaires CCIP- DFP Affaires C1 5
Letterkunde II: Introduction à la littérature française (de 1800 à nos jours) 5
Romaanse taalkunde 5
Cultuurkunde I: Histoire et culture 5

Meer info

Bachelor en Master
Het BA-hoofdvak
Bacheloreindtermen
Opleidingsdoelen
Bindend Studieadvies
Propedeuse- en bachelordiploma
Studiebelasting en studiepunten
Werkvormen
Toetsvormen
Studentenadminstratiesysteenm uSis
Toegangseisen

2018-2019

Bachelor en Master

Het studieprogramma Franse taal en cultuur bestaat uit twee delen: het Bachelorprogramma en een daarop aansluitend Masterprogramma.
Het bachelordiploma Franse taal en cultuur geeft zonder verdere selectie toegang tot de eenjarige masteropleiding Linguistics (track French) en Literary Studies (track French). Studenten kunnen afhankelijk van hun resultaten, ook toegang krijgen tot een tweejarige onderzoeksmasteropleiding.
Tevens bestaat eren een tweejarige ‘educatieve masteropleiding’ (lerarenopleiding).

Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de inschrijvingsprocedure, zie Mastersinleiden.nl
Deze gids beschrijft vanaf de volgende paragraaf het driejarige Bachelorprogramma.

Bachelorprogramma

Het eerste jaar van het bachelorprogramma bestaat uitsluitend uit onderdelen van het hoofdvak. In het tweede en derde studiejaar worden deze hoofvakonderdelen verder uitgebouwd en in het derde jaar is er tevens een vrije keuzeruimte van in totaal 30 ec voorzien.

Voltijd en deeltijd

De opleiding Frans kan als voltijdstudie en als deeltijdstudie overdag gevolgd worden. In deze studiegids wordt onder de term ‘opleiding Frans’ of ‘studie Frans’ de voltijdstudie bedoeld, tenzij anders is aangegeven.

Opbouw Bachelorprogramma

De Leidse bachelorstudie kent een propedeutische fase van één jaar met het afsluitende propedeusediploma. De propedeuse bestaat geheel uit verplichte onderdelen. In het tweede en derde bachelorjaar wordt allengs meer keuze geboden: naast het verplichte basisprogramma kan de student naar eigen inzicht en voorkeur, evenwel in overleg met de studiecoördinator, inhoud geven aan de keuzeonderdelen binnen het programma.
De student kiest, uit de jaarlijks wisselende cursussen, keuzevakken (Séminaires) voor totaal 25 ec binnen de opleiding Frans en maakt de scriptie (BA-eindwerkstuk); ook is er een vrije keuzeruimte van 30 ec.
De propedeuse bestaat uit 60 ec, het hele bachelorprogramma (inclusief de propedeuse) bestaat uit 180 ec.
Voor elk programmaonderdeel dat de student met voldoende resultaat afrondt, krijgt hij een aantal studiepunten, dat de studielast wordt genoemd.
Na afronding van de bacheloropleiding kan de student instromen in de masterfase.

Vrije keuzeruimte

In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een vrije keuzeruimte van 30 ec (15 ec per semester).
De vrije keuzeruimte kan worden ingevuld met:

  • een Minor

  • een door de student zelf samengesteld pakket cursussen

  • een buitenlandverblijf

  • een academische stage

Voor meer informatie over de keuzeruimte en de mogelijke invulling daarvan, zie Invulling van je keuzeruimte
Zie ook de e-Studiegids onder Minoren, keuzevakken en keuzepakketten.
De keuze van de studieonderdelen ter invulling van de keuzeruimte behoeft de goedkeuring van de examencommissie.

Studenten die overwegen de lerarenopleiding bij het ICLON te doen na de Master Linguistics: French Language and Linguistics of de Master Literary Studies: French Literature and Culture, doen er verstandig aan de Educatieve minor in hun studieparcours op te nemen.

Doel van de opleiding

Met de opleiding wordt beoogd dat de student een zodanige academische vorming verwerft in termen van kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van de Franse taal en cultuur, dat:

  • voldaan wordt aan de ingangseisen voor toelating tot aansluitende masteropleidingen,

  • de student in staat is tot het met succes uitoefenen van functies waarvoor academische kennis en vaardigheden op bachelorniveau op bovengenoemd gebied vereist dan wel wenselijk zijn.

Eindkwalificaties

Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt, gerangschikt volgens de Dublin-descriptoren:

I. Algemeen
Bachelors Franse taal en cultuur beschikken over:
a) Kennis en inzicht
i. algemene kennis van en inzicht in de Franse taal en de Franstalige letterkunde, neerkomend op de systematiek en de globale historische ontwikkeling van de Franse taal in Frankrijk en daarbuiten; de belangrijkste schrijvers, stromingen en theorieën uit de Franstalige letterkunde van de middeleeuwen tot nu; de grote lijnen van de Franse (cultuur)geschiedenis; de belangrijkste aspecten van de hedendaagse Franse maatschappij en cultuur; de belangrijkste aspecten van de Francofonie;
ii. algemene kennis van en inzicht in de kernbegrippen, het apparaat, de onderzoeksmethoden en -technieken op het gebied van de Franse taal- en letterkunde.
b) Oordeelsvorming
i. het vermogen om de algemene lijnen van argumentatie in de vakliteratuur op het gebied van de Franse taal en cultuur te begrijpen;
ii. het vermogen om met behulp van de verworven kennis en inzicht een beredeneerd oordeel te vormen over een niet eerder behandeld onderwerp op het vakgebied van de Franse taal en cultuur.
c) Communicatie
i. het vermogen om een beredeneerd oordeel helder uiteen te zetten in een mondeling en schriftelijk verslag.
d) Leervaardigheden
i. de leervaardigheden die vereist zijn om een relevante master te kunnen volgen.

II. Taalkunde (toepassen kennis en inzicht)
Bachelors Franse taal en cultuur zijn in staat om:
i. basisbegrippen van de Franse fonologie, morfologie, syntaxis en semantiek te definiëren en toe te passen in elementaire taalkundige analyses, waarbij blijk wordt gegeven van inzicht in het theoretisch begrippenapparaat van de taalkunde;
ii. geografische, historische en sociale taalvarianten van het Frans binnen en buiten Frankrijk op
elementair niveau te analyseren, en daarvan verslag te doen.

III. Letterkunde (toepassen kennis en inzicht)
Bachelors Franse taal en cultuur zijn in staat om:
i. basisbegrippen van de literatuurtheorie te definiëren en toe te passen in analyses van literaire teksten op het gebied van de vier hoofdgenres: narratieve teksten, poëzie, toneel en beschouwende teksten, en daarvan verslag te doen;
ii. de belangrijkste schrijvers, stromingen en theorievorming in de Franstalige letterkunde te plaatsen in een literatuurwetenschappelijk en cultuurhistorisch kader.

IV. Taalvaardigheid (toepassen kennis en inzicht)

In termen van het Europees referentiekader taalvaardigheid beoogt de opleiding de volgende opleidingsdoelen, uitgesplitst naar de daar genoemde aspecten: instroom na 1 jaar na 3 jaar
Luisteren A2 B2 C1
Lezen A2 B2 C1
Gesproken interactie A2 B1/B2 C1
Gesproken productie A2 B1/B2 C1
Schrijven A2 B2 C1

Het Europees Referentiekader taalvaardigheden (Common European Framework of Reference: CFER) is een systeem van doelstellingen dat in de afgelopen jaren op Europees niveau is uitgewerkt en op zes niveaus voor vijf aspecten van taalvaardigheid een samenhangende beschrijving van taalvaardigheidsdoelen geeft. Bij alle niveaus en alle aspecten gaat het om taalvaardigheid in een vreemde taal. Voor meer informatie zie de beschrijving van deze zes niveaus en van deze vijf aspecten.

Bindend Studieadvies

Bindend studieadvies (BSA)
Voor meer informatie over het BSA en het bijbehorende studiebegeleidingsplan, zie
BSA-regeling

Van voltijd naar deeltijd en omgekeerd

Als je als voltijdstudent vóór 1 februari van het eerste jaar van inschrijving je inschrijving als voltijder beëindigt en je als deeltijdstudent inschrijft, word je voor de regeling Bindend Studieadvies als deeltijdstudent beschouwd. Als je na 1 februari je inschrijving van voltijd in deeltijd wijzigt, word je voor deze regeling als voltijdstudent beschouwd. Als je als deeltijdstudent je inschrijving van deeltijd wijzigt in voltijd word je voor deze regeling vanaf het moment van verandering als voltijdstudent beschouwd.

Propedeuse- en bachelordiploma

De propedeuse- en de bachelorstudie worden afgesloten met een examen. Deze examens zijn geformaliseerd, dat wil zeggen dat studenten aan de eisen voor de examens hebben voldaan, zodra zij het programma van de propedeuse, respectievelijk het bachelorprogramma met voldoende resultaat hebben doorlopen. Het diplomasupplement bevat nadere informatie over de gevolgde vakken en de behaalde resultaten.

Voor het behalen van de Bachelor Franse taal en cultuur gelden onderstaande eisen.

Propedeuse

  • Alle vaste onderdelen van de propedeuse dienen met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 60 ec).

Tweede/derde jaar

  • Alle vaste onderdelen van het tweede jaar dienen met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 25 ec).

  • Alle alternerende onderdelen van het tweede en derde jaar dienen met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 30 ec).

  • In totaal vijf keuze-onderdelen (Séminaires), waarvan minimaal drie met een onderzoekscomponent (Séminaires de recherche) dienen met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 25 ec).

  • Alle goedgekeurde onderdelen t.b.v. Keuzeruimte dienen met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 30 ec).

  • Het goedgekeurde BA-eindwerkstuk dient met goed gevolg binnen de daarvoor gestelde termijn afgerond te zijn (totaal 10 ec).

Studiebelasting en studiepunten

Uitgangspunt is dat een student per studiejaar 42 weken aan de studie besteedt en dan veertig uur per week werkt. Een studiejaar telt zo 1680 studie-uren. De studiebelasting wordt uitgedrukt met behulp van het European Credit Transfer System. De 1680 studie-uren staan gelijk aan 60 ec-punten, dus 1 ec-punt (kortweg ‘ec’) staat voor 28 uur.

Werkvormen

Binnen de opleiding Franse taal en cultuur bestaan voor het onderwijs verschillende werkvormen. In alle gevallen is actieve deelname van de student van groot belang.

Om de participatie van de student te stimuleren zijn steeds meer (elementen van) actieve werkvormen binnen het studiecurriculum ingevoerd. Ook maakt Blackboard, de digitale leeromgeving van de Faculteit der Geesteswetenschappen, steeds vaker deel uit van het onderwijsproces.

De werkvormen kunnen worden gecombineerd met diverse manieren van toetsing.

  • Voor werkcolleges, waarbij de eindwaardering ook op grond van de inbreng van de student tot stand komt, kan de verplichting van aanwezigheid worden gesteld.

  • Werkcolleges die met een testimonium worden afgesloten, hebben in ieder geval het karakter van verplichte aanwezigheid.

  • De séminaires binnen Frans hebben allemaal de vorm van werkcollege.

  • De scriptie komt op individuele basis, in overleg met een docent, tot stand.

Toetsvormen

Om de student snel tot studeren aan te zetten en al spoedig met de eerste studieresultaten te confronteren, zijn halverwege het eerste semester reeds tentamens gepland.

Bij verschillende studieonderdelen zijn, als ijkpunten voor de student, tussentijdse toetsen ingebouwd. De tentamenperiodes zijn gedurende de toetsweek in het eerste semester (22 oktober - 26 oktober 2018), aan het einde van het eerste semester, gedurende de toetsweek in het tweede semester (18 - 22 maart 2019) en na het tweede semester (voor precieze data: zie Tentamenroosters).

Toetsvorm van hoor-/werkcolleges: tentamen.

Mogelijke toetsvormen van werkcolleges:

  • werkstuk(ken) eventueel gecombineerd met opdrachten

  • tentamen eventueel gecombineerd met opdrachten

  • opdrachten bekroond met testimonium.

Examinering geschiedt schriftelijk, in een enkel geval mondeling, of door middel van een werkstuk. Referentiepunten bij de examinering zijn kennis, inzicht en vaardigheden. Elk studieonderdeel heeft tenminste één herkansing in hetzelfde studiejaar.

Het secretariaat verstrekt telefonisch geen inlichtingen over tentamenresultaten. De cijfers voor tentamens worden vastgesteld door de docenten en doorgegeven aan het secretariaat. Bij onvoldoendes (< 5,49) worden slechts hele cijfers genoteerd. Bij voldoendes worden hele en halve cijfers genoteerd, zoals bijvoorbeeld een 6 (= 5,5 t/m 6,25), een 6,5 (= 6,3 t/m 6,75) of een 7 (= 6,8 t/m 7,25). Bij een voldoende resultaat (minimaal 6,0) worden studiepunten toegekend. Dit betekent dat in principe het tentamen niet mag worden overgedaan.

Zie voor de Onderwijs- en Examenregeling (OER): Reglementen.

Studentenadminstratiesysteenm uSis

De universiteit maakt gebruik van het studentadminstratiesysteenm uSis.
Het is voor àlle studenten verplicht zich in te schrijven voor colleges, werkgroepen en tentamens.
De resultaten van tentamens, werkgroepen en scripties worden door het secretariaat van de opleiding verwerkt in het geautomatiseerde administratiesysteem uSis. Daarvoor is het noodzakelijk dat er gebruik wordt gemaakt van vaste codes die overeenkomen met de afgelegde studieonderdelen, zoals ook vermeld in deze studiegids. Studenten kunnen via de self-service component van uSis hun onderwijsprogramma, tentamenresultaten, rooster etc. opvragen en zich aan- en afmelden voor tentamens en cursussen.
Mondelinge en schriftelijke tentamens worden gedateerd op de dag van aflegging. Werkstukken en scripties worden gedateerd op de dag dat de docenten of scriptiebegeleiders het cijfer toekennen. Studenten die in het kader van hun hoofdvakstudie cursussen volgen aan andere Nederlandse of buitenlandse universiteiten, dienen daar zelf om studiebewijzen te vragen en deze zo spoedig mogelijk te bezorgen bij de studiecoördinator van de eigen opleiding.
Het is de verantwoordelijkheid van de student dat de administraties van de universiteit en de opleiding steeds over zijn of haar juiste adres beschikken (dit is het adres waarop men het best en snelst wordt bereikt). Adreswijzigingen dient men onmiddellijk door te geven. Dat kan het best via uSis of bij de centrale informatiebalie, Studentencentrum Plexus, Kaiserstraat 25. De nieuwe gegevens zijn daarmee ook bereikbaar voor de eigen studieadministratie.

Toegangseisen

Eenieder die in het bezit is van een VWO- of HBO-diploma kan het bachelorprogramma Franse taal en cultuur volgen.
Voor toegang met een buitenlands diploma zijn geen vaste regels te geven. Een aanvraag moet in ieder geval zeer ruim (soms een jaar) vóór aanvang van de studie worden ingediend. Voor informatie en hulp kunt u zich wenden tot het Humanities International Office.

Studenten die niet één van de bovengenoemde vooropleidingen hebben gedaan, kunnen een colloquium doctum afleggen om toegang te krijgen tot de universiteit, mits zij 21 jaar worden voor het beoogde studiebegin.
Voor aanmelding en toelatingsprocedures zie Colloquium doctum.

Instroomregeling diploma tweedegraads- of eerstegraadslerarenopleiding Frans

Voor studenten met een diploma tweedegraads- of eerstegraadslerarenopleiding Frans (alsmede studenten met een MO-A diploma of een MO-B diploma Frans) bestaan speciale instroomprogramma’s
(zie ook Premastermastertraject waarbij aanzienlijke vrijstellingen kunnen worden verkregen.
Nadere inlichtingen bij de studiecoördinator mw. drs. E.M.T. Poolman.