Studiegids

nl en

Eerste Jaar

Vak EC Semester 1 Semester 2
Aramees 1: Syrisch 5
Bijbels Hebreeuws 1 / Apparaat 10
Bijbels Hebreeuws 2 5
Geschiedenis van Arameestalige culturen 5
Geschiedenis van het jodendom en het moderne Israël 5
Geschiedenis van het Oude Israël 5
Kerncurriculum: Inleiding Historische Wetenschap 5
Kerncurriculum: Inleiding taalwetenschap 5
Modern Hebreeuws 1 5
Modern Hebreeuws 2 10

Tweede Jaar

Vak EC Semester 1 Semester 2
Aramees 2: Bijbels Aramees 5
Aramees 3 5
Bijbels Hebreeuws 3 5
Kerncurriculum: Wetenschapsfilosofie s2 5
Minor- en keuzevakkenruimte semester 1 15
Minor- en keuzevakkenruimte semester 2 15
Modern Hebreeuws 3 5
Rabbijns Hebreeuws en traditieliteratuur 5

Derde Jaar

Vak EC Semester 1 Semester 2
Lectuur van bronteksten 1 5
Aramees 4 5
Bijbels Hebreeuws 4 5
Eindwerkstuk 10
Geschiedenis van de Hebreeuwse taal 5
Kerncurriculum: Inleiding literatuurwetenschap 5
Lectuur van bronteksten 2 5
Modern Hebreeuws 4 5
Vergelijkende semitistiek 5

Keuzevak 1

Archeologie en paleografie van Syrië en Palestina 5
Christelijke Midden-Oosten 5
Lectuur van traditieliteratuur 5
Modern Hebreeuwse literatuur 1 5

Keuzevak 2

Modern Hebreeuwse literatuur 2 5
Noordwest-semitische epigrafie 5
Receptiegeschiedenis van de Bijbels-Hebreeuwse literatuur 5

Meer info

Doel van de opleiding
Aansluitende programma’s
Het programma
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen

Doel van de opleiding

De opleiding Hebreeuwse en Aramese talen en culturen (HATC) beoogt de studenten uit te rusten met een gedegen kennis van zowel het Modern Hebreeuws (‘Ivriet’) alsook het Hebreeuws van de klassieke bronnen (bijbel en traditieliteratuur). Daarnaast verwerven de studenten een gedegen kennis van de Aramese taal en literatuur in zowel de Syrische variant als de klassieke variant. Verder verwerven de studenten een algemeen overzicht van de geschiedenis van de cultuur van het moderne Israël, van Israël in de bijbelse periode en van het jodendom.

Aansluitende programma’s

Een afgeronde bacheloropleiding Hebreeuwse en Aramese talen en culturen geeft rechtstreekse toegang tot de eenjarige masteropleiding Hebrew and Aramaic Languages and Cultures. Studenten kunnen, afhankelijk van hun resultaten, ook toegang krijgen tot de tweejarige onderzoeksmaster Middle Eastern Studies, specialisatie Hebrew-Aramaic Studies.
Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de inschrijvingsprocedure, zie www.mastersinleiden.nl.

Het programma

Eerste jaar: propedeuse

In het eerste jaar maakt de student kennis met zowel het Modern als het Bijbels He¬breeuws alsook het Aramees in de vorm van het Syrisch. Naast ieder van de taalcomponenten wordt ook een cultuurhistorisch onderdeel verzorgd, waarbij het accent ligt op de cultuurgeschiedenis van zowel het oude als het hedendaagse Israël. Er wordt ook aandacht besteed aan de geschiedenis van Arameestalige culturen in het Midden-Oosten. Het onderdeel apparaat en werkstuk vormt een instructie en eerste oefening in het opzetten van een onderzoek op het vakgebied. Verder worden inleidingen aangeboden in de algemene geschiedenis en de taalkunde.

Bindend studieadvies (BSA): aanvullende eisen

De opleiding HATC stelt bij het BSA als aanvullende eis dat bepaalde onderdelen van het propedeuseprogramma in ieder geval met goed gevolg zijn afgerond. Het gaat hierbij om taalonderdelen die voor een succesvolle voortzetting van de studie absoluut onmisbaar zijn, te weten:

  • Modern Hebreeuws (1 HA11MH1), 5 ects;

  • Geschiedenis van het Jodendom en het moderne Israël (HA11GJI), 5 ects en

  • Aramees 1: Syrisch (HA12A1S), 5 ects.

Tweede en derde jaar

De vaste onderdelen van het tweede en derde jaar voorzien in de verdieping en inte¬gratie van de kennis van de verschillende cultuurvormen, voornamelijk door de bestu¬dering van teksten en voortgezette bestudering van de diverse taalvormen. Deze keuze wordt ingegeven door het karakter van deze culturen zelf; de tradities van het He¬breeuws en het Aramees zijn vooreerst literaire, intellectuele tradities. Dit aspect speelt in het moderne Israël een zeer grote rol en is vanouds (al vóórdat het moderne Hebreeuws bestond) het typisch Leidse profiel van de studie geweest. Op deze basis kan de student met vrucht de culturele en historische fenomenen van het Nabije Oosten bestuderen, of het nu de klassieke of de moderne periode betreft, en kan ook tegemoet gekomen worden aan een specifieke belangstelling voor de taalkunde.
Studenten hebben de mogelijkheid eigen accenten in de studie aan te brengen door de keuze van accentvakken in het derde jaar en de keuzeruimte in het tweede jaar. Zo hebben studenten die geïnteresseerd zijn in de moderne tijd, de mogelijkheid in de keuzeruimte nog een sociaalwetenschappelijk of cultuurhistorisch onderdeel, of een tweede, levende taal op te nemen.

Keuzeruimte

In het tweede jaar van de bacheloropleiding is er een keuzeruimte van 30 ects (15 ects per semester).

BA-eindwerkstuk en afstudeereisen

Om te kunnen afstuderen moeten studenten het programma van 180 ects hebben behaald, voldoen aan de eisen van de keuzeruimte en, als onderdeel van het programma, hun BA-eindwerkstuk met succes hebben afgerond.
Het BA-eindwerkstuk is gebaseerd op literatuur- en/of bronnenonderzoek Het onderwerp van het werkstuk dient aan te sluiten bij een van de werkcolleges van het tweede of derde jaar. Het werkstuk kan ook zijn gebaseerd op relevant materiaal uit de Leidse bibliotheekcollecties. Het werkstuk wordt begeleid door een docent die aan de opleiding Hebreeuwse en Aramese talen en culturen verbonden is. De zwaarte van het werkstuk is 10 ects, wat betekent dat het maximaal 8500 woorden omvat. Studenten die aan het eind van het lopende studiejaar wensen af te studeren, dienen uiterlijk in de eerste helft van juni een eerste, complete versie van hun werkstuk in te leveren. De regeling van het BA-eindwerkstuk is te vinden op http://www.hum.leidenuniv.nl/studenten/studenten_studieinformatie.