Oude Nabije Oosten Studies: Egyptologie
Bachelor
Mocht je vragen hebben, dan kun je contact opnemen met de studieadviseur.
Tijdens het eerste jaar zijn de volgende activiteiten gepland:
Informatiebijeenkomst opleiding en openinsgcollege van 1 uur
Excursie Nino en papyrologisch instituut van 2 uur
Excursie RMO van 2 uur
Informatiebijeenkomst specialisatiekeuze ONOS en BSA van 1 uur
Informatiebijeenkomst tweede jaar en studieplan van 1 uur
Voor hoofdvakkers Oude Nabije Oosten-studies track Egyptologie geldt aanvullend op het Bindend Studieadvies van 45 EC een aanvullende eis, namelijk het met goed gevolg afronden van de volgende onderwijseenheden in academisch jaar 2024-2025:
Vak | EC | Semester 1 | Semester 2 |
---|---|---|---|
Eerste semester |
|||
Gemeenschappelijk 15 EC |
|||
Core Curriculum: Area Studies | 5 | ||
De oudste geschiedenis. Egypte en het Nabije Oosten tot ca. 1000 voor Christus. | 5 | ||
Themacollege Oude Nabije Oosten-studies 1 | 5 | ||
Trackspecifiek 15 EC |
|||
Art and Archaeology of Ancient Egypt | 5 | ||
Inleiding Middelegyptisch en hiërogliefenschrift | 10 | ||
Tweede semester |
|||
Gemeenschappelijk 15 EC |
|||
De eerste wereldrijken: Egypte en het Nabije Oosten (1ste Mill v.Chr. – 7de eeuw n.Chr.) | 5 | ||
Themacollege Oude Nabije Oosten-studies 2 | 10 | ||
Trackspecifiek 15 EC |
|||
Lectuur Middelegyptisch | 10 | ||
Religion of Ancient Egypt | 5 |
Vak | EC | Semester 1 | Semester 2 |
---|---|---|---|
Eerste semester |
|||
Gemeenschappelijk 10 EC |
|||
Kerncurriculum: wetenschapsfilosofie | 5 | ||
Critical Heritage Studies: het oude Nabije Oosten | 5 | ||
Trackspecifiek 20 EC |
|||
Koptisch 1 | 10 | ||
Klassiek Egyptisch | 5 | ||
Materiële cultuur van het Oude Egypte | 5 | ||
Tweede semester |
|||
Gemeenschappelijk 15 EC |
|||
Colonialism and the Ancient Near East - Ancient and Modern | 10 | ||
Museologie van het Oude Nabije Oosten | 5 | ||
Trackspecifiek 15 EC |
|||
Koptisch 2 | 5 | ||
Nieuwegyptisch | 10 |
In het derde jaar is 30 EC gereserveerd voor keuzevakken: 15 EC in het eerste semester en 15 EC in het tweede semester.
Vak | EC | Semester 1 | Semester 2 |
---|---|---|---|
Vrije Keuzeruimte Oude Nabije Oosten-studies | |||
Eerste semester |
|||
Vrije keuzeruimte 15 EC |
|||
Trackspecifiek 15 EC |
|||
Egyptische Epigrafie | 10 | ||
Hiëratische paleografie | 5 | ||
Tweede semester |
|||
Vrije keuzeruimte 15 EC |
|||
Gemeenschappelijk 15 EC |
|||
Scriptieseminar Oude Nabije Oosten-studies | 5 | ||
BA-eindwerkstuk Oude Nabije Oosten-studies | 10 |
Kijk voor algemene informatie over de opleiding hier.
Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt, gerangschikt volgens de Dublin-descriptoren:
I Algemeen
Kennis en inzicht
a. De afgestudeerde beschikt over kennis van een of meerdere van de talen van het oude Nabije Oosten en van de daarbij behorende schriftsoorten.
b. De afgestudeerde beschikt over kennis van de geschiedenis en cultuur van het oude Nabije Oosten en van Griekenland en Rome en over inzicht in de historische samenhang en de processen die bij de ontwikkeling van dit gebied een rol hebben gespeeld.
c. De afgestudeerde beschikt over kennis van de godsdiensten van het oude Nabije Oosten en inzicht in de maatschappelijke verankering van godsdienstige voorstellingen en praktijken.
d. De afgestudeerde beschikt over kennis van de archeologie, kunstgeschiedenis en materiële cultuur van het oude Nabije Oosten.
e. De afgestudeerde beschikt over kennis van de kernbegrippen, het apparaat en de onderzoeksmethoden en onderzoekstechnieken benodigd voor de interpretatie van archeologische en schriftelijke bronnen binnen de gekozen regio.
Toepassen van kennis en inzicht
a. De afgestudeerde is in staat om originele teksten van eenvoudige tot middelmatige moeilijkheidsgraad in de taal of talen en schriften die behoren bij zijn of haar specialisatie met behulp van de gangbare wetenschappelijke hulpmiddelen (woordenboeken, grammatica's, tekenlijsten) zelfstandig te lezen en de daaruit verkregen gegevens in hun cultuurhistorische context te plaatsen.
b. De afgestudeerde kan taal-, literatuur- en cultuurwetenschappelijke kennis en inzicht op elementair niveau (ook interdisciplinair) inzetten ten behoeve van analyse van divers materiaal uit het oude Nabije Oosten.
c. De afgestudeerde is in staat een wetenschappelijke onderzoeksvraag te formuleren, het onderzoek uit te voeren, op elementair academisch niveau relevante wetenschappelijke literatuur te verzamelen, te analyseren en kritisch te toetsen.
Oordeelsvorming
a. De afgestudeerde kan zich een afgewogen oordeel vormen over archeologische en schriftelijke bronnen uit de bestudeerde regio en hun rol in culturele processen, mede gebaseerd op het afwegen van relevante maatschappelijke en wetenschappelijke aspecten.
b. De afgestudeerde is in staat om de resultaten van cultuurwetenschappelijk onderzoek op het terrein van de bestudeerde regio kritisch te evalueren en te gebruiken.
Communicatie
a. De afgestudeerde heeft de vaardigheid om van de resultaten van eigen onderzoek helder en goed gestructureerd mondeling en schriftelijk verslag te doen aan specialisten (peers).
b. De afgestudeerde heeft de vaardigheid om resultaten van eigen onderzoek op heldere wijze te verwoorden aan een breder algemeen publiek.
Leervaardigheden
a. De afgestudeerde beschikt over de leervaardigheden die benodigd zijn om met succes en zonder aanvullende scholing deel te nemen aan de masteropleidingen die in het verlengde liggen van de bacheloropleiding Oude Nabije Oosten-studies.
In aanvulling op bovenstaande eindtermen gelden onderstaande eindtermen voor de afstudeerrichting Het Oude Nabije Oosten in breed perspectief:
Kennis en inzicht:
a. De afgestudeerde beschikt over elementaire leesvaardigheid in ten minste één belangrijke fase van de gekozen taal (Bijbels Hebreeuws of Egyptisch of Akkadisch of Grieks) en de daarbij behorende schriftsoort.
b. De afgestudeerde beschikt over brede kennis van de oude culturen van zowel het oude Nabije Oosten als Griekenland en Rome.
Toepassen van kennis en inzicht:
a. De afgestudeerde is in staat de verworven kennis te plaatsen binnen de bredere context van van het oude Nabije Oosten als geheel.
In aanvulling op bovenstaande eindtermen gelden onderstaande eindtermen voor de afstudeerrichting Hebreeuws en Aramees:
In aanvulling op bovenstaande eindtermen gelden onderstaande eindtermen voor de afstudeerrichting Egyptologie:
In aanvulling op bovenstaande eindtermen gelden onderstaande eindtermen voor de afstudeerrichting Assyriologie:
Zie ook de Opleidingssprecifieke Onderwijs- en examenregeling.
Voorts leidt elke Leidse geesteswetenschappelijke opleiding op tot facultair geformuleerde algemene academische vaardigheden. Deze hebben betrekking op de Dublin descriptoren Oordeelsvorming, Communicatie en Leervaardigheden en zijn opgenomen in bijlage A van de facultaire Onderwijs- en Examenregeling.
Met inachtneming van de Gedragscode voertaal zijn de voertalen binnen de opleiding Nederlands en Engels.
Voor hoofdvakkers in het eerste studiejaar Oude Nabije Oosten-studies geldt aanvullend op het Bindend Studieadvies van 45 EC een aanvullende eis, namelijk het met goed gevolg afronden van de volgende onderwijseenheden in academisch jaar 2024-2025:
Je leert over de cultuur van het oude Egypte, van Mesopotamië en Anatolië of verdiept je in de Hebreeuwse en Aramese talen en culturen. Je bestudeert de geschiedenis, religie en kunst en specialiseert je in een enkele regio, of in het hele cultuurgebied.
Eerste jaar: propedeuse
Na een korte intensieve kennismaking met alle specialisaties in de introductieweek kies je voor een van de vier trajecten: Egyptologie, Assyriologie, Hebreeuws en Aramees of Het Oude Nabije Oosten in breed perspectief. Alle trajecten hebben een aantal gezamenlijke colleges in de verschillende deelgebieden, zoals geschiedenis en cultuur van de gehele oude mediterrane wereld.
Tweede en derde jaar
In het tweede jaar specialiseer je verder in het traject dat je hebt gekozen.
In je derde jaar verbreed je je kennis door je keuzeruimte in te vullen met vakken bij andere opleidingen, een stage of buitenlandverblijf. Maar je kunt er ook voor kiezen om extra vakken bij je eigen opleiding te volgen.
In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een keuzeruimte van 30 EC. In het derde jaar is 30 ec gereserveerd voor keuzevakken: 15 ec in het eerste semester en 15 ec in het tweede semester. Er zijn verschillende mogelijkheden om deze keuzeruimte in te vullen: een minor, een zelf samengesteld keuzevakkenpakket of een stage. Stel je zelf een pakket samen uit het aanbod aan keuzevakken, dan is het goed te weten dat zo’n pakket aan verschillende voorwaarden moet voldoen: het moet een samenhangend geheel vormen en opbouwen in niveau. Het is daarom raadzaam vooraf contact op te nemen met de studieadviseur.
Meer informatie vind je in de beschrijving van de Vrije Keuzeruimte Oude Nabije Oosten-studies.
De opleiding oude Nabije Oosten-studies is alleen in voltijd te volgen.
Om te kunnen afstuderen dienen studenten alle onderdelen van het programma van 180 EC te hebben behaald, inclusief het BA-eindwerkstuk. Alle studenten dienen ter afronding van hun bacheloropleiding een eindwerkstuk te schrijven. Dit eindwerkstuk heeft een studielast van 10 EC (minmaal 8.000 woorden – maximaal 10 000 woorden).
Zie ook de beschrijving van het BA Eindwerstuk Oude Nabije Oosten-studies.
Ben je toe aan extra uitdaging naast je studie? Misschien is het Honours programma iets voor jou.
Oude Nabije Oosten-studies kent vier afstudeerrichtingen:
Het Oude Nabije Oosten in breed perspectief
Egyptologie
Hebreeuws en Aramees
Assyriologie
Afstuderen kan iedere maand van het academisch jaar, behalve in juli.
Eenjarige masters:
BA ONOS Assyriologie > MA CAC Assyriology
BA ONOS Egyptologie > MA CAC Egyptology
BA ONOS HATC > MA CAC Hebrew and Aramaic Studies
BA ONOS Breed > MA History: Ancient History
Tweejarige masters: Classics and Ancient Civilizations (research)
Hoe kun je de kennis en vaardigheden die je opdoet gebruiken? Welke richting kies je binnen je studie en waarom? Wat kan je al, en welke vaardigheden wil je nog leren? Hoe vertaal je de vakken die je kiest naar iets wat je later zou willen doen?
Op verschillende momenten tijdens je studie komen deze en andere vragen ter sprake. Mogelijk heb je er al eens met de studieadviseur, de Humanities Career Service of met medestudenten over gesproken of gebruik gemaakt van de Leiden University Career Zone. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd waarbij je kunt reflecteren op je eigen wensen en mogelijkheden en je de kans krijgt je te oriënteren op de arbeidsmarkt. Centraal daarbij staan de vragen: ‘Wat kan ik?’, ‘Wat wil ik?’ en ‘Hoe bereik ik mijn doelen?’.
Via de facultaire website en de opleidingswebsite en e-mail word je op de hoogte gehouden van verdere activiteiten rondom de arbeidsmarktvoorbereiding. Het is raadzaam om de volgende activiteiten in de gaten te houden om je goed te kunnen oriënteren:
Alle jaren
Als opleiding willen we jullie zo goed mogelijk voorbereiden op de toekomst. Daarom organiseert de opleiding Oude Nabije Oosten-studies in samenwerking met de opleidingen Griekse en Latijnse taal en cultuur en de MA Classics and Ancient Civiliszations om het jaar de Leidse Oudheid Netwerkbijeenkomst. Om het andere jaar organiseert de opleiding een arbeidsmarktbijeenkomst alleen voor studenten Oude Nabije Oosten-studies.
Tijdens deze bijeenkomsten maak je kennis met alumni en kijg je tips van mensen uit het veld hoe jij je als oudheidkundige het beste kunt voorbereiden op de arbeidsmarkt.
Eerste jaar
Kennismakingsgesprek studieadviseur
Kennismaking Humanities Career Service
Voorlichting buitenlandverblijf (tijdens informatiebijeenkomst voor eerstejaars)
Activiteiten studievereniging Pleyte
Tweede jaar
Diverse andere workshops Career Service Geesteswetenschappen
Minorenmarkt (Universiteit Leiden)
Masterdag (Universiteit Leiden)
Activiteiten studievereniging Pleyte
Derde jaar
Arbeidsmarktbijeenkomsten gekoppeld aan het scriptieseminar Oude Nabije Oosten-studies
Masterdag (Universiteit Leiden)
Activiteiten studievereniging Pleyte
Voor toekomstige werkgevers is niet alleen de inhoudelijke kennis die je tijdens je studie hebt opgedaan belangrijk, zij letten ook op de zogenaamde transferable skills. Dit zijn bijvoorbeeld cognitieve vaardigheden zoals kritisch denken, redeneren en beargumenteren en innovatie, intrapersoonlijke vaardigheden zoals flexibiliteit, initiatief, waardering van diversiteit en metacognitie en interpersoonlijke vaardigheden zoals communicatie, verantwoordelijkheid en conflictoplossing. Het zijn kortom vaardigheden die professionals nodig hebben om goed te kunnen functioneren.
Het is daarom belangrijk dat je tijdens je studie niet alleen zoveel mogelijk inhoudelijke kennis opdoet, maar dat je je ook bewust bent van de vaardigheden die je verworven hebt en de vaardigheden die je nog wil leren. In de vakbeschrijvingen in de e-Studiegids van Oude Nabije Oosten-studies vind je, naast de leerdoelen van de vakken, ook een lijst met de vaardigheden waar aan gewerkt wordt.
De vaardigheden die je bij de verschillende vakken kunt tegenkomen zijn:
Onderzoeken
Zelfsturend leren
Creatief denken
Samenwerken
Overtuigen
Uiteraard bieden vakken van het onderwijsprogramma je voorbereiding op de arbeidsmarkt. We streven er als opleiding naar om in elk semester het onderwerp op heel directe of minder directe manier aan bod te laten komen. Binnen de opleiding Oude Nabije Oosten-studies gebeurt dit binnen de vakken:
Vragen over je (studie)loopbaan keuzes? Maak een afspraak met de loopbaanadviseur van de Humanities Career Service via 071-5272235, of met je studieadviseur.
Deelcijfers vervallen aan het eind van elk studiejaar. De student die wel één of meer deelcijfers heeft behaald, maar de onderwijseenheid als geheel niet heeft afgerond, kan in het volgende studiejaar geen beroep doen op eerder behaalde deelresultaten.
Artikel 4.7.4, Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen Faculteit der Geesteswetenschappen. Zie: OER 2024-2025 BA FGW