Studiegids

nl en

Eerste Jaar

De Leidse bachelorstudie kent een propedeutische fase van één jaar met het afsluitende propedeusediploma. De propedeuse bestaat geheel uit verplichte onderdelen.

Vak EC Semester 1 Semester 2
Klassieke en moderne retorica 5
Language Acquisition 1: From Scratch to Script 5
Language Acquisition 2: The Spoken Word 5
Literatuurwetenschap: Academische Vaardigheden 5
Literatuurwetenschap: Basisbegrippen Culturele Vakken 5
Literatuurwetenschap: Inleiding literatuurwetenschap (Kerncurriculum) 5
Literatuurwetenschap: Inleiding Vergelijkende Literatuurwetenschap 5
Literatuurwetenschap: Stromingen 1: Realisme en Symbolisme 10
Literatuurwetenschap: Tekstanalyse 2: Theater- en Filmanalyse 5
Literatuurwetenschap: Tekstanalyse I: Proza en Poëzie 5
Literatuurwetenschap: Wereldliteratuur A 5

Tweede Jaar

Het tweede bachelorjaar bestaat geheel uit verplichte onderdelen.

Vak EC Semester 1 Semester 2
Kerncurriculum: Wetenschapsfilosofie s2 5
Literatuurwetenschap: Historische Avant-garde en Modernisme 10
Literatuurwetenschap: Interculturele Literatuurwetenschap (Intercultureel 1) 10
Literatuurwetenschap: Literatuur en Film (Intermediaal 1) 10
Literatuurwetenschap: Literatuurbenaderingen 10
Literatuurwetenschap: Paragone: conflict en samenwerking tussen Woord en Beeld (Intermediaal 2) 10
Literatuurwetenschap: Wereldliteratuur A 5

Derde Jaar

In het derde bachelorjaar heeft de student, naast de verplichte onderdelen – waaronder het BA-eindwerkstuk – een vrije keuzeruimte van 30 ects.

Vak EC Semester 1 Semester 2
Literatuurwetenschap: BA-eindwerkstuk (afronding) 5
Literatuurwetenschap: BA-eindwerkstuk (schrijfworkshop) 5
Literatuurwetenschap: Globalisering en Postkoloniale Literatuurtheorie (Intercultureel 2) 10
Literatuurwetenschap: keuzeruimte (invulling 1e semester) 15
Literatuurwetenschap: keuzeruimte (invulling 2e semester) 15
Literatuurwetenschap: Stromingen 3: Postmodernisme 10

Meer info

Bachelor en master
Het BA-hoofdvak
Keuzeruimte
Bacheloreindtermen
Propedeuse- en bachelordiploma
Studiebelasting en studiepunten
De administratie van tentamenresultaten
Toegangseisen
Informatie over onderwijsvormen
Aanwezigheid bij colleges
Evaluatie van de colleges
Tentamens
Examenregeling bachelor (OER)

Bachelor en master

Het nieuwe studieprogramma Literatuurwetenschap, dat in september 2002 is gestart, bestaat uit twee delen: het bachelorprogramma en een daarop aansluitend masterprogramma. Deze gids beschrijft vanaf de volgende paragraaf het driejarige bachelorprogramma. De masterprogramma’s van de Faculteit der Geesteswetenschappen begonnen in september 2005, toen de eerste lichting studenten de bachelorprogramma’s had afgerond. Elke student die een BA-diploma in een Leidse studie geesteswetenschappen behaalt, krijgt zonder verdere selectie toegang tot minstens één MA-programma. In het algemeen zal dat de ‘doorstroommasteropleiding’ zijn, dat wil zeggen een meestal éénjarig MA-programma op het gebied van de afgesloten BA-studie. Naast deze doorstroommasteropleiding zijn er een tweejarige ‘onderzoeksmasteropleiding’ en een ‘educatieve masteropleiding’ (lerarenopleiding). Voorts ontwikkelt de faculteit enkele eenjarige ‘beroepsvoorbereidende masteropleidingen’ en ten slotte zullen studenten een keuze kunnen maken uit een aantal een- of tweejarige ‘internationale masteropleidingen’.

Het BA-hoofdvak

Het eerste jaar van het bachelorprogramma bestaat uitsluitend uit onderdelen van het verplichte hoofdvakprogramma. In het derde studiejaar is een vrije keuzeruimte van in totaal 30 ects voorzien.

De studielast van de hoofdvakstudie is als volgt verdeeld:

  • De propedeuse omvat 50 ects vakken literatuurwetenschap en 10 ects vakken taalverwerving Engels.
    Zie vakoverzicht voor opbouw en vakinhoud.

  • Het tweede jaar bestaat uit 55 ects vakken literatuurwetenschap en 5 ects Wetenschapsfilosofie.
    Zie vakoverzicht voor opbouw en vakinhoud.

  • Het derde jaar bestaat uit 30 ects vakken literatuurwetenschap en 30 ects vrije keuzeruimte.
    Zie vakoverzicht voor opbouw en vakinhoud.

Keuzeruimte

In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een vrije keuzeruimte van 30 ects (15 ects per semester).

De vrije keuzeruimte kan worden ingevuld met:

  • een Minor of keuzepakket (een door het College van Bestuur vastgesteld pakket vakken dat niet ter goedkeuring langs de examencommissie hoeft)

  • een door de student zelf samengesteld pakket cursussen (dat wel op niveau en samenhang door de examencommissie dient te worden getoetst)

  • een buitenlandverblijf

  • een academische stage
    Onder de naam ‘PraktijkStudies’ worden beroepsgerichte keuzepakketten aangeboden. Zie: “Praktijkstudies”:

Bacheloreindtermen

Bachelors literatuurwetenschap beschikken op het gebied van de theoretische literatuurwetenschap over:

  • kennis van de belangrijkste literaire benaderingen

  • kennis van de verschillende visies op woord-beeldverschillen en -overeenkomsten

  • analytisch inzicht in de aard en werking van literaire teksten

Bachelors literatuurwetenschap beschikken op het gebied van de vergelijkende literatuurwetenschap over:

  • globale kennis van de westerse literatuurgeschiedenis van de Klassieke Oudheid tot heden

  • bijzondere kennis van de literatuurgeschiedenis van de Nieuwste Tijd (negentiende, twintigste en eenentwintigste eeuw)

  • globale kennis van enkele belangrijke literaire werken/stromingen uit Afrika, Azië of Latijns-Amerika

  • kennis van de verschillen tussen orale culturen en schriftculturen

  • kennis van, en vertrouwdheid met, de discussies over literatuur en interculturaliteit, opdat de afgestudeerde studenten begrippen als hybriditeit, transnationalisme, globalisering, kolonialisme en postkolonialisme als kritisch perspectief op de traditionele omgang met literatuur kunnen hanteren.

Propedeuse- en bachelordiploma

De propedeuse- en de bachelorstudie worden afgesloten met een examen. Deze examens zijn geformaliseerd, dat wil zeggen dat studenten aan de eisen voor de examens hebben voldaan, zodra zij het programma van de propedeuse, respectievelijk het bachelorprogramma met voldoende resultaat hebben doorlopen. Aan elk van beide examens is een diploma verbonden. Aan het bachelordiploma is de titel Bachelor of Arts (BA) verbonden. Het diplomasupplement bevat nadere informatie over de gevolgde vakken en de behaalde resultaten.

De examencommissie bepaalt tijdens een vergadering het judicium van het betreffende diploma. Uitgangspunt daarbij is het gewogen gemiddelde van de cijfers die je voor de verschillende onderdelen hebt behaald. Bij het bepalen van het judicium voor het BA-diploma worden ook de resultaten van de propedeuse meegeteld. Komt dit gemiddelde niet precies uit op een heel of half cijfer, dan beslist de examencommissie op grond van de algemene indruk of naar boven of beneden wordt afgerond. Als je volgens het gewogen gemiddelde een 8,5 of hoger hebt, krijg je op je diploma de eervolle vermelding cum laude (‘met lof’).

Propedeutisch examen
Je bent geslaagd voor het propedeutisch examen als je voor alle onderdelen van het examenprogramma tenminste een voldoende (=6) hebt behaald. Alle zaken betreffende het propedeutisch examen vallen onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Voor beroepsmogelijkheden verwijzen we naar het studentenstatuut, dat iedere student kan raadplegen: www.studentenstatuut.leidenuniv.nl.

Bachelorexamen
De bacheloropleiding wordt afgesloten met een bachelorexamen waaraan een getuigschrift is verbonden. Tot de eisen waaraan men moet voldoen, behoort in ieder geval een schriftelijke neerslag van een redelijke omvang van een onderzoeksopdracht: het BA-eindwerkstuk van 10 ects.

Voor het behalen van het bachelorexamen geldt, net als bij de propedeuse, dat de student voor alle examenonderdelen van het tweede en derde jaar ten minste een voldoende (= 6) heeft behaald.
Afstudeerprocedure

Het is aan het begin van je studie soms lastig voorstelbaar, maar voor het merendeel der studenten komt die dag toch: de afstudeerdag. Voor het zover is, heb je als laatste de bachelorscriptie geschreven. De datum van het afstuderen wordt vervolgens door de examencommissie vastgesteld. Om daadwerkelijk te kunnen afstuderen, moet je alle belangrijke bescheiden (zoals een kopie van de propedeusebul) inleveren bij het secretariaat. Aan de hand van alle gegevens kan worden beoordeeld of je daadwerkelijk alle benodigde punten hebt behaald. Van het goedgekeurde werkstuk wordt een kopie gemaakt voor het archief. Gemiddeld genomen moeten al die bescheiden zes weken voor de afstudeerdatum worden ingeleverd.

Op de afstudeerdag zelf wordt de student feestelijk ontvangen door de examencommissie. Achter een tafel zitten dan de docenten, van wie minimaal één de student in gloedvolle bewoordingen zal toespreken. De student wordt niet langer geplaagd met lastige vragen, maar krijgt een bescheiden laudatio vanwege het feit dat een ingewikkelde, boeiende, moeilijke, verrijkende, verwarrende, inzicht verschaffende studie is afgerond.

Studiebelasting en studiepunten

Uitgangspunt is dat een student per cursus 42 weken aan de studie besteedt en dan veertig uur per week werkt. Een studiejaar telt zo 1680 studie-uren. De studiebelasting wordt uitgedrukt met behulp van het European Credit Transfer System. De 1680 studie-uren staan gelijk aan 60 studiepunten (ects), dus 1 ects sstaat voor 28 uur.

De administratie van tentamenresultaten

De resultaten van tentamens, werkgroepen en scripties worden door het secretariaat van de opleiding verwerkt in het geautomatiseerde administratiesysteem USIS. Daarvoor is het noodzakelijk dat er gebruik wordt gemaakt van een aantal vaste codes die overeenkomen met de afgelegde studieonderdelen, zoals ook vermeld in deze studiegids. Studenten kunnen via USIS hun tentamenresultaten opvragen en zich aan- en afmelden voor tentamens en werkgroepen.

Mondelinge en schriftelijke tentamens worden gedateerd op de dag van aflegging, werkstukken op de dag van inlevering. Scripties worden gedateerd op de dag dat de docenten of scriptiebegeleiders het cijfer toekennen. Docenten verplichten zich tot een tijdige correctie en geven de resultaten direct door aan het secretariaat.

Studenten die in het kader van hun hoofdvakstudie cursussen volgen aan andere Nederlandse of buitenlandse universiteiten, dienen daar zelf om studiebewijzen te vragen en deze zo spoedig mogelijk te bezorgen bij het secretariaat van de eigen opleiding.

Het is de verantwoordelijkheid van de student dat de administraties van de universiteit en de opleiding steeds over zijn of haar juiste adres beschikken (dit is het adres waarop men het best en snelst wordt bereikt). Adreswijzigingen dient men onmiddellijk door te geven. Dat kan het best via USIS of bij de centrale informatiebalie, Studentencentrum Plexus, Kaiserstraat 25. De nieuwe gegevens zijn daarmee ook bereikbaar voor de studieadministratie van de eigen opleiding. De studieresultaten kunnen door de student worden geraadpleegd via ditzelfde webadres.

Je dient als student ook zelf alert toezicht te houden op je studieresultaten en de registratie daarvan. Ten minste eenmaal per jaar ontvang je een overzicht van de behaalde studieresultaten.

Toegangseisen

Eenieder die in het bezit is van een VWO- of HBO-diploma of een propedeuse- dan wel einddiploma WO, kan het bachelorprogramma literatuurwetenschap volgen. Ook een met goed gevolg afgelegde propedeuse van een HBO-opleiding behaald in of na 1986 geeft toegang tot deze studie.

Voor toegang met een buitenlands diploma zijn geen vaste regels te geven.
Een aanvraag moet in ieder geval zeer ruim (soms een jaar) vóór aanvang van de studie worden ingediend. Voor informatie over toelating
of via het International Office, telefoonnummer 071 527 7287.

Studenten die niet één van de bovengenoemde vooropleidingen hebben gedaan, kunnen een colloquium doctum afleggen om toegang te krijgen tot de universiteit, mits zij 21 jaar worden voor het beoogde studiebegin. “Informatie”“:http://www.aanstaande-studenten.leidenuniv.nl/anders-studeren/deeltijdonderwijs/deeltijdonderwijs/toelating-en-kosten.html over toelating over het colloquium doctum voor studies geesteswetenschappen is ook verkrijgbaar bij het Studiepunt Geesteswetenschappen, WSD Lipsiusgebouw, Postbus 9515, 2300 RA Leiden, studiepunt@hum.leidenuniv.nl of via de website: http://www.colloquiumdoctum.leidenuniv.nl.

Informatie over onderwijsvormen

Er zijn hoorcolleges en werkcolleges. Een hoorcollege is bestemd voor alle studenten van een bepaald jaar en is meestal niet interactief; een werkcollege wordt gegeven aan een groep van ongeveer zeventien studenten.

Van de deelnemers aan een werkcollege wordt actieve mondelinge en schriftelijke medewerking verwacht, wat onder andere inhoudt dat je werkstukken moet maken en een referaat moet houden.

Werkstukken zijn schriftelijke presentaties, oplopend in moeilijkheidsgraad en omvang, van relatief korte werkstukken in de propedeuse tot het lange afsluitende werkstuk, het BA-eindwerkstuk. Voor werkstukken wordt steeds een bepaalde inleverdatum gesteld, die (behoudens bijzondere omstandigheden) niet mag worden overschreden.

Om het maken van werkstukken eenvoudiger te maken heeft de opleiding literatuurwetenschap een uitgebreide handleiding opgesteld. Zie de website: http://www.hum.leidenuniv.nl/lw/ onder ‘studenten/informatiebronnen’.

Aanwezigheid bij colleges

In principe word je als deelnemer aan een cursus geacht bij iedere bijeenkomst aanwezig te zijn. Voor absentie gelden de volgende algemene regels:
1. Per cursus mogen niet meer dan drie colleges worden gemist.
2. Bij één gemist college is geen verantwoording nodig. Ben je meer dan één keer afwezig, dan moet je dit van tevoren aan de docent melden.
Heb je meer dan drie colleges gemist en bestaat er een goede reden voor die absentie, dan kun je in overleg met de docent een regeling treffen waarbij aanvullende opdrach¬ten worden gemaakt. Voorwaarde daarbij is dat je je afwezigheid steeds vooraf hebt gemeld. De beslissing ligt in alle gevallen bij de docent.

Evaluatie van de colleges

Tot besluit van ieder college vindt een schriftelijke evaluatie door de studenten plaats. De resultaten van deze evaluatie worden verwerkt in een rapport ten behoeve van de staf, de Opleidingscommissie en de Letterenfaculteit. Nu kan het voorkomen dat studenten daarnaast behoefte hebben aan een gezamenlijke mondelinge evaluatie zonder dat de docent daarbij aanwezig is. Doet deze situatie zich voor, stel je als groep dan tijdig in verbinding met de student die jullie jaar vertegenwoordigt in de Opleidingscommissie. Deze organiseert op verzoek een mondelinge evaluatieronde buiten het college om, waarvan de resultaten in een interne rapportage aan de docent en de Opleidingscommissie ter kennis worden gebracht.

Tentamens

Aan het eind van elk semester is er een tentamenperiode. Het definitieve tentamenrooster zal in september bekend gemaakt worden. Actuele informatie over tentamens is ook altijd te vinden op de website van de opleiding.

Je bent geslaagd voor een tentamen of examenonderdeel als je daarvoor ten min¬te een voldoende (=6) hebt behaald.

Nadere regels met betrekking tot beoordeling, herkansingen e.d. zijn te vinden in de facultaire Onderwijs- en Examenregeling (oer). De complete regeling ligt ter inzage bij het secretariaat of de studiecoördinator. Je kunt ook kijken op http://www.hum.leidenuniv.nl/studenten/reglementen/

Examenregeling bachelor (OER)

De examenregeling voor de opleiding Literatuurwetenschap is te vinden op http://www.hum.leidenuniv.nl/studenten/reglementen/

Onderwijs- en examenregeling 2010-2011 > BA Literatuurwetenschap of MA Literatuurwetenschap