Studiegids

nl en

Dynamiek van groepen en besluitvorming

Taal van de minor

Een deel van de cursussen in deze minor wordt in het Nederlands aangeboden. De overige cursussen worden in het Engels aangeboden.

Cursusduur

Deze minor is een studieprogramma van 30 studiepunten (EC) verspreid over twee semesters. De minor duurt dus een volledig academisch jaar.

Doel

Deze minor richt zich op de vraag hoe onze gedachten, emoties en gedrag worden beïnvloed door anderen, en hoe wij anderen beïnvloeden.

  • Hoe komen mensen individueel of gezamenlijk tot beslissingen?

  • Wat bepaalt de mate waarin werknemers zich inzetten voor hun organisatie?

  • Hoe besluiten consumenten om een product wel of niet te kopen?

  • Hoe beïnvloeden mensen elkaar in hun denkbeelden over en gedrag jegens leden van andere culturele groepen?

In deze minor verwerven studenten kennis over sociaal psychologische theorieën en onderzoeksmethoden en oefenen zij deze inzichten toe te passen op vraagstukken in de alledaagse praktijk.

Kijk onder het tabblad 'Meer info' voor een aanvullende beschrijving.

Vragen

  • Voor vragen over de cursusinhoud, zie het tabblad 'Cursussen' of neem voor specifieke vragen contact op met de cursuscoördinator van de desbetreffende cursus.

  • Voor vragen over inschrijven, zie het tabblad 'Inschrijving' of neem bij specifieke vragen contact op met het Onderwijs Service Centrum

  • Voor vragen over de Regels en Richtlijnen, zie het tabblad 'Meer Info' of neem contact op met een studieadviseur van de opleiding Psychologie.

Cursussen

De cursussen Culture and Diversity at Work en Emotion and Cognition kunnen pas gevolgd worden na afronding met een voldoende resultaat van de cursussen Inleiding in de Psychologie en Groepsdynamica.

Indien een student maximaal 15 EC kan vullen, dient de studenten de volgende cursussen te volgen:

  • Inleiding in de Psychologie

  • Groepsdynamica

  • Sociale en Organisatiepsychologie

Onderwijsvorm en Toetsing

Zie de individuele cursuspagina's voor meer informatie over leerdoelen, onderwijsvorm en toetsing. Deze kunnen afwijken van wat je gewend bent in je eigen opleiding.

Examenvoorzieningen moeten uiterlijk drie weken voor aanvang van de examenperiode aangevraagd worden. Hiervoor moet officiële documentatie ingeleverd worden bij de studieadviseur Psychologie. Dit is ook nodig als je deze voorzieningen al toegekend hebt gekregen bij je eigen opleiding.

Let op: inschrijving voor alle cursuscomponenten inclusief het tentamen en hertentamen wordt na afloop van de inschrijfperiode door het Onderwijs Service Centrum geregeld.

Vak EC Semester 1 Semester 2
Inleiding in de Psychologie 5
Groepsdynamica 5
Sociale en Organisatiepsychologie 5
Emotion and Cognition 5
Culture and Diversity at Work 5
Psychologie en Wetenschap 5

Inschrijving

Inschrijving voor deze minor verloopt via eduXchange. De periode van inschrijving verschilt per doelgroep (zie onder) en ligt tussen 8 mei en 15 juli.

Maximum aantal deelnemers: 25

Gezien het beperkt aantal deelnemers gaat de voorkeur uit naar studenten die de volledige minor van 30 studiepunten (EC) volgen.

  • Voor studenten van de Universiteit Leiden: zie de minorpagina op het studentenportaal

  • Voor studenten van de TU Delft of de Erasmus Universiteit: meer informatie over aanbod en aanmeldingen is hier te vinden

  • Voor studenten van overige universiteiten: meer informatie over aanbod, aanmelding en plaatsing is hier te vinden

Na sluiting van de inschrijfperiode, ontvang je meer informatie en word je door het Onderwijs Service Centrum inschreven voor de cursussen. Deze inschrijving bevat alle componenten van de cursus, inclusief het tentamen en hertentamen.

Meer info

Deze minor valt onder de bevoegdheid van de Examencommissie Psychologie. De Regels en Richtlijnen van het Instituut Psychologie zijn van toepassing. Het wordt van studenten verwacht dat ze op de hoogte zijn van onze Facultaire en Opleidingsreglementen.

Eindtermen

Na afronding van deze minor heeft de student kennis en begrip van:

  • het brede vakgebied van de psychologie, waaronder de evolutionaire psychologie, biopsychologie, cognitieve psychologie, ontwikkelingspsychologie, sociale psychologie, persoonlijkheidspsychologie en klinische psychologie (dit alles op inleidend niveau).

  • het brede scala aan onderzoeksmethoden die in de loop der geschiedenis zijn ontwikkeld en die ons in staat stellen onderscheid te maken tussen de wetenschappelijke psychologie en intuïtieve mensenkennis.

  • recente inzichten omtrent sociale waarneming (bijv. van personen, groepen, producten en reclames), emoties (bijv. worden beslissingen rationeel genomen of op basis van emoties), en sociale- en economische beslissingen (bijv. hoe komen individuele versus groepsbeslissingen tot stand; wat bepaalt of mensen zich inzetten voor hun bedrijf; ga je sparen of beleggen).

  • het sociale functioneren van mensen in organisaties, bijvoorbeeld wanneer het gaat om werving en selectie van personeel (bijv. de rol van stereotypen), groepsdynamische processen (bijv. coöperatie en competitie binnen en tussen groepen), motivatie en leiderschap (bijv. de rol van leidinggevenden bij het bevorderen van arbeidstevredenheid) en teamprestaties (bijv. hoe kun bevorderen dat een teamprestatie uitstijgt boven de optelsom van individuele prestaties).

  • sociale interactieprocessen tussen mensen (buurtgenoten, werknemers in organisaties) met verschillende culturele achtergronden.

Op basis van oefeningen in begrip en toepassing van deze kennis is de student in staat sociaal- en organisatiepsychologische vraagstukken uit de alledaagse praktijk kritisch en analytisch te benaderen, zelfstandig informatie te verzamelen, de geldigheid daarvan te beoordelen en voorstellen te formuleren voor nader onderzoek met een meer fundamenteel of een meer toegepast (oplossingsgericht) karakter. De student is in staat om deze inzichten en analyses schriftelijk en/of mondeling te presenteren.

Zalen in het Pieter de la Court gebouw

In het gebouw zijn de zalen op de volgende manier aangeduid:
De verdieping worden aangegeven met: S = souterrain, 1 = eerste verdieping, enzovoort
Daarna volgt de letter A, B of C:

  • de linkerhelft van elke verdieping is A, de zijde van het restaurant

  • de rechterhelft van elke verdieping is B, de zijde van de bibliotheek

  • de zijde en de lokalen die om de centrale hal gesitueerd liggen zijn C

De laatste twee cijfers geven het nummer van de zaal aan.