Meer info
Eindtermen van de opleiding
Bindend Studieadvies (BSA): aanvullende eis
Het Programma
Aansluitende masteropleidingen / pre-mastertrajecten
Eindtermen van de opleiding
Het BA-programma Nederlandkunde leidt niet-Nederlandstalige studenten op tot Nederlandkundigen. De student verwerft een uitgebreide kennis van de taal en cultuur van de Nederlanden. Daarnaast ontwikkelt hij het vermogen om theoretische en praktische vragen te benaderen op de manier die binnen het vakgebied gebruikelijk is. Hij leert bovendien kritisch te reflecteren op de vakwetenschappelijke literatuur.
Voor het niveau van taalvaardigheid gelden de volgende doelstellingen in termen van het Europees referentiekader taalvaardigheid C1 voor lezen en luisteren en B2 voor gesproken interactie, gesproken productie en schrijven.
Eindkwalificaties:
Afgestudeerden van het programma hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt:
a. kennis van en inzicht in de inhoud en omvang van het vakgebied van de Nederlandkunde, neerkomend op de
systematiek en de historische ontwikkeling van de Nederlandse taal,
een overzicht van schrijvers, stromingen en werken uit de Nederlandse letterkunde,
een overzicht van de vaderlandse geschiedenis en de Nederlandse kunst- en cultuurgeschiedenis, en
aspecten van de hedendaagse Nederlandse cultuur en samenleving;
b. kennis van en inzicht in de kernbegrippen, het apparaat, de onderzoeksmethoden en -technieken van de vaderlandse geschiedenis, de Nederlandse taal- en letterkunde en kunst- en cultuurgeschiedenis;
c. het vermogen om met behulp van de verworven kennis en inzicht een beredeneerd oordeel te vormen over een niet eerder behandeld onderwerp op het vakgebied van de Nederlandkunde.
II. Dit betekent dat afgestudeerden op het gebied van de letterkunde:
a. kennis hebben van en inzicht in een beperkt maar representatief corpus van primaire teksten van de middeleeuwen tot heden;
b. in staat zijn de verworven kennis en inzicht toe te passen door de belangrijkste schrijvers, teksten en stromingen te kunnen plaatsen in een literair-historische context;
c. in staat zijn een literaire tekst op een wetenschappelijke manier te analyseren en hiervan verslag te doen.
III. Dit betekent dat afgestudeerden op het gebied van de taalkunde: a. kennis hebben van basisbegrippen van de Nederlandse fonologie, morfologie, syntaxis en semantiek; b. in staat zijn de verworven kennis en inzicht door middel van de belangrijkste onderzoeksvragen, methoden van onderzoek, theorieën en bevindingen toe te passen op het gebied van tweedetaalverwerving; c. in staat zijn gesproken en geschreven taal op een wetenschappelijke manier te analyseren en hiervan verslag te doen.
IV. Dit betekent dat afgestudeerden op het gebied van de kunstgeschiedenis: a. kennis hebben van aspecten van de beeldende kunst in de Nederlanden van de middeleeuwen tot heden en inzicht in de belangrijkste benaderingswijzen van het vakgebied; b. in staat zijn de verworven kennis en inzicht toe te passen door de belangrijkste Nederlandse kunstwerken en stromingen, de invloed van Nederlandse kunst in het buitenland of de wisselwerking tussen Nederlandse en buitenlandse kunstenaars te kunnen plaatsen in een historische en culturele context; c. in staat zijn de voornoemde kunsthistorische onderwerpen op een wetenschappelijke manier te analyseren en hiervan verslag te doen.
V. Dit betekent dat afgestudeerden op het gebied van de geschiedenis: a. kennis hebben van aspecten van de geschiedenis van de Nederlanden van de prehistorie tot heden; b. in staat zijn de verworven kennis en inzicht toe te passen door de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen te kunnen plaatsen in een historische en culturele context c. in staat zijn een historisch onderwerp op een wetenschappelijke manier te analyseren en hiervan verslag te doen.
VI. Doelen in termen van het Europees Referentiekader taalvaardigheid:
Taalvaardigheid Propedeuse Bachelor
Luisteren B1/B2 C1
Lezen B1/B2 C1
Gesproken interactie B1 B2
Gesproken productie B1 B2
Schrijven B1 B2
Voorts leidt elk Leids geesteswetenschappelijk programma op tot facultair geformuleerde algemene academische vaardigheden.
Bindend Studieadvies (BSA) aanvullende eis
Naast de algemene voorwaarden geldt bij de opleiding Nederlandkunde/Dutch Studies ook een aanvullende eis: in het eerste jaar moet het vak Representatie van Nederland in film en literatuur' met succes worden afgerond.
Het Programma
Algemeen
In de BA-studie Nederlandkunde/Dutch Studies staan de Nederlandse taal en cultuur centraal. Het eerste jaar (de propedeuse) en tweede jaar van het bachelorprogramma bestaan uitsluitend uit onderdelen van het hoofdvak. In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een keuzeruimte van 30 EC (15 EC per semester). Engels is de instructietaal in het eerste semester van het eerste jaar. Vanaf het tweede semester van het eerste jaar zijn alle colleges, behalve Philosophy of Science, in het Nederlands.
Eerste jaar: Propedeuse
In het eerste jaar ligt de nadruk op taalvaardigheid: de helft van het aantal studiepunten wordt daaraan besteed, daarnaast worden in het eerste jaar inleidingen gegeven in de Nederlandse kunst- en cultuurgeschiedenissen. Er wordt basis gelegd voor de bestudering van de taal vanuit taalwetenschappelijk perspectief
Tweede en derde jaar
In het tweede jaar wordt ongeveer een derde deel van het programma besteed aan taalvaardigheid. Er worden inleidingen gegeven in de Nederlandse literatuur en geschiedenis. Er is meer aandacht voor de bestudering van de taal vanuit taalwetenschappelijk perspectief en voor literaire tekstanalyse.
In het derde jaar krijgen studenten het vak Academisch schrijven. Een belangrijk onderdeel vormt de verdiepingsmodule van de gekozen specialisatie: taalkunde of cultuur (vaderlandse geschiedenis, Nederlandse letterkunde of kunstgeschiedenis). Daarnaast hebben studenten 30 EC keuzeruimte die ze kunnen invullen met een minor, stage of een individueel keuzepakket. Ze schrijven tevens een BA-eindwerkstuk van 10 EC, volgen een BA-werkstuk seminar en leggen een mondeling specialisatietentamen af.
Keuzeruimte
HHet derde jaar van het bachelorprogramma bestaat behalve uit de onderdelen van het hoofdvak uit een keuzeruimte van 30 EC. De keuzeruimte kunnen studenten invullen met een minor, stage of een individueel keuzepakket.
Lees ook de algemene informatie over [keuzeruimte bij Geesteswetenschappen]
(https://www.student.universiteitleiden.nl/studie-en-studeren/studie/onderwijsinformatie/keuzeruimte/geesteswetenschappen#tab-2).
Voltijd en deeltijd
BA-Dutch Studies is alleen voltijd te volgen.
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Om het bachelordiploma te verkrijgen, moeten de studenten alle onderdelen van het studieprogramma (180 EC) hebben afgerond dus inclusief alle vakken van de opleiding Nederlandkunde/Dutch Studies, kerncurriculumvakken, de vakken van het keuzepakket of de minor en het BA-eindwerkstuk.
Om de BA-studie af te ronden, schrijven de studenten een BA-eindwerkstuk van 10 EC (1000 woorden per EC). Het werkstuk moet in het Nederlands worden geschreven. Het onderzoek en het schrijven van dit werkstuk moet door de studenten zelfstandig worden uitgevoerd onder toezicht van de werkstukbegeleider. Wie de werkstukbegeleider is, hangt af van het onderwerp van het eindwerkstuk. Je kunt [de regeling van het BA-eindwerkstuk]9 https://hum2.leidenuniv.nl/pdf/oer/Regeling-gang-van-zaken-rond-BA-eindwerkstuk-13-14.pdf) online raadplegen.
Naast het schrijven van het BA-eindwerkstuk moeten studenten ook een BA-werkstukseminar volgen.
Afstudeerrichtingen
Er zijn dit jaar nog 4 specialisaties:
1. Nederlandse taalkunde
2. Nederlandse letterkunde
3. Vaderlandse geschiedenis
4. Nederlandse kunstgeschiedenis.
Vanaf 2022-2023 zijn er geen officiële specialisaties meer, maar twee tracks: taalkunde en cultuur.
Opleidingsspecifieke regelingen
Tijdens werkcolleges geldt een aanwezigheidsplicht. Studenten mogen per college maximaal twee van de dertien bijeenkomsten missen. Studenten die meer dan twee keer afwezig zijn geweest dienen contact op te nemen met de studieadviseur. Als er naar diens oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden, kan van de regel om maximaal twee bijeenkomsten te mogen missen worden afgeweken. De studieadviseur neemt zijn/haar besluit in overleg met de docent(en) en maakt de uitkomst kenbaar aan de student en de betrokken docent(en). Ook onvoorbereid een college bijwonen geldt als afwezigheid.
Aansluitende masteropleidingen / pre-mastertrajecten
Een afgeronde bacheloropleiding Nederlandkunde/Dutch Studies geeft toegang tot de eenjarige masteropleiding Neerlandistiek/Dutch Studies, specialisatie Nederlandkunde. Het specialisatiethema is afhankelijk van de specialisatie gekozen in het derde jaar van het BA-programma. Studenten kunnen, afhankelijk van hun programma en resultaten, ook toegang krijgen tot een tweejarige onderzoeksmasteropleiding, bijvoorbeeld ‘Literary Studies’ of ‘Linguistics’
Indien van toepassing worden pre-mastertrajecten op maat gemaakt.
Meer informatie over de masterprogramma's is [online]( Een afgeronde bacheloropleiding Nederlandkunde/Dutch Studies geeft toegang tot de eenjarige masteropleiding Neerlandistiek/Dutch Studies, specialisatie Nederlandkunde. Het specialisatiethema is afhankelijk van de specialisatie gekozen in het derde jaar van het BA-programma. Studenten kunnen, afhankelijk van hun programma en resultaten, ook toegang krijgen tot een tweejarige onderzoeksmasteropleiding, bijvoorbeeld ‘Literary Studies’ of ‘Linguistics’
Indien van toepassing worden pre-mastertrajecten op maat gemaakt.
Meer informatie over de masterprogramma's is online beschikbaar.
Arbeidsmarkt voorbereiding
Arbeidsmarktvoorbereiding bij Dutch Studies
Het programma
Het programma van de Bahcelor Nederlandkunde/Dutch Studies je verdiept je in de Nederlandse taal, literatuur, politiek, geschiedenis in het bijzonder en in de Nederlandse cultuur en maatschappij in het algemeen. Hoe kun je de kennis en vaardigheden die je opdoet gebruiken? Welke richting kies je binnen je studie en waarom? Wat kan je al, en welke vaardigheden wil je nog leren? Hoe vertaal je de vakken die je kiest naar iets wat je later zou willen doen?
Op verschillende momenten tijdens je studie komen deze en andere vragen ter sprake. Mogelijk heb je er al eens met de studiecoördinator, de Humanities Career Service of met medestudenten over gesproken of gebruik gemaakt van de Leiden University Career Zone. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd waarbij je kunt reflecteren op je eigen wensen en mogelijkheden en je de kans krijgt je te oriënteren op de arbeidsmarkt. Centraal daarbij staan de vragen: ‘Wat kan ik?’, ‘Wat wil ik?’ en ‘Hoe bereik ik mijn doelen?’.
Activiteiten
Via de facultaire website en de opleidingswebsite en e-mail word je op de hoogte gehouden van verdere activiteiten rondom de arbeidsmarktvoorbereiding. Het is raadzaam om de volgende activiteiten in de gaten te houden om je goed te kunnen oriënteren:
Eerste jaar
Tweede jaar
Derde jaar
Transferable Skills
Voor toekomstige werkgevers is niet alleen de inhoudelijke kennis die je tijdens je studie hebt opgedaan belangrijk, zij letten ook op de zogenaamde transferable skills. Dit zijn bijvoorbeeld cognitieve vaardigheden zoals kritisch denken, redeneren en beargumenteren en innovatie, interpersoonlijke vaardigheden zoals flexibiliteit, initiatief, waardering van diversiteit en metacognitie en interpersoonlijke vaardigheden zoals communicatie, verantwoordelijkheid en conflictoplossing. Het zijn kortom vaardigheden die professionals nodig hebben om goed te kunnen functioneren.
Het is daarom belangrijk dat je tijdens je studie niet alleen zoveel mogelijk inhoudelijke kennis opdoet, maar dat je je ook bewust bent van de vaardigheden die je verworven hebt en de vaardigheden die je nog wil leren. In de vakbeschrijvingen in de Studiegids van BA Dutch Studies vind je, naast de leerdoelen van de vakken, ook een lijst met de vaardigheden waar aan gewerkt wordt.
De vaardigheden die je bij de verschillende vakken kunt tegenkomen zijn:
Samenwerken
Overtuigen
Onderzoeken
Zelfsturend leren
Creatief denken
Vakken Dutch Studies
Uiteraard bieden vakken van het onderwijsprogramma je voorbereiding op de arbeidsmarkt. We streven er als opleiding naar om in elk semester het onderwerp op heel directe of minder directe manier aan bod te laten komen. Binnen BA Dutch Studies gebeurt dit binnen de vakken:
Eerste jaar
Tweede jaar
Mondeling presenteren over taal: overtuigen, samenwerken, interculturele communicatie, creatief denken
Schrijven over cultuur: samenwerken, (schriftelijk) communiceren, overtuigen en argumenteren, creatief denken
Schrijven over taal: samenwerken, (schriftelijk) communiceren, overtuigen en argumenteren, creatief denken
Letterkunde 1: onderzoeken
Letterkunde 2: onderzoeken
Analyse literaire teksten: onderzoeken, zelfsturend leren, creatief denken, presenteren, kritisch denken, analyseren, schriftelijk communiceren en organiseren.
Derde jaar
Contact
Vragen over je (studie)loopbaan keuzes? Maak een afspraak met de loopbaanadviseur van de Humanities Career Service via 071-5272235, of met je studiecoördinator Irena Zagar.