More info
2009-2010
Doel van de opleiding
Bachelors Taalwetenschap:
beschikken over gevorderde kennis, analytische vaardigheden en inzicht op het terrein van cognitie, spraak, klankstructuur, syntaxis, semantiek, en computatie;
zijn in staat op elk van deze terreinen een afgebakend probleem zelfstandig dan wel in samenwerking met anderen te onderzoeken;
zijn in staat daarvan helder en duidelijk verslag uit te brengen in mondelinge of schriftelijke vorm en
kunnen kennis en inzicht op het gebied van klankstructuur, morfologie, syntaxis en semantiek toepassen bij cognitieve en/of computationele analyse.
Aansluitende programma’s
Het bachelorprogramma Taalwetenschap geeft zonder verdere selectie toegang tot de eenjarige masteropleiding Linguistics van de Universiteit Leiden. Bachelors Taalwetenschap kunnen bovendien solliciteren naar een plaats in de tweejarige onderzoeksmasteropleiding Linguistics: Structure and Variation in the Languages of the World van de Universiteit Leiden.
Zie meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de inschrijvingsprocedure.
Het programma
Eerste jaar: propedeuse
De propedeuse biedt een brede oriëntatie in het verschijnsel menselijke taal en de studie van taal en verschaft de student inzicht in de verscheidenheid van talen. Studenten maken kennis met de verschillende, ook interdisciplinaire, gebieden van taalonderzoek en krijgen scholing in methodes van taalanalyse. In de inleidende en meer gevorderde colleges worden boeken en artikelen gebruikt die de studenten, samen met de behandelde stof, wegwijs maken in het vakgebied en de manier van redeneren. Deze colleges worden tevens gebruikt voor het aanleren van mondelinge en schriftelijke vaardigheden, het oefenen van technieken en het oplossen van problemen, zowel individueel als in kleine groepen.
Tweede en derde jaar
De basis die in het eerste jaar is gelegd, wordt in het tweede en het derde studiejaar verdiept en verbreed. De student volgt colleges en maakt opdrachten en werkstukken in vier richtingen:
vorm en betekenis (syntaxis en semantiek);
taaltechnologie (computationele semantiek, experimenteel taalonderzoek);
taal en cognitie (psycholinguïstiek, neurolinguïstiek) en
spraak en klanksysteem (fonetiek en fonologie).
Het BA-eindwerkstuk waarmee het derde jaar wordt afgesloten geeft de student de mogelijkheid tot een specialisatie op een van de vier terreinen van taalonderzoek.
Keuzeruimte
In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een keuzeruimte van 30 ects (15 ects per semester).
BA-eindwerkstuk en afstudeereisen
Om te kunnen afstuderen moeten studenten het programma van 180 ects hebben behaald, voldoen aan de eisen van de keuzeruimte en, als onderdeel van het programma, hun BA-eindwerkstuk met succes hebben afgerond.
De opleiding laat de keuze voor het onderwerp van het eindwerkstuk over aan studenten. Het BA-eindwerkstuk is het grootste en belangrijkste werkstuk van de bacheloropleiding. Het is het schriftelijk verslag van een onderzoek dat een student heeft verricht in de door hem of haar gekozen discipline onder begeleiding van een docent van zijn of haar opleiding.
Het werkstuk heeft in de regel een omvang van maximaal 8500 woorden (inclusief noten, bibliografie en bijlagen). De regeling van het BA-eindwerkstuk is hier te vinden.