Studiegids

nl en

Educatieve Master Nederlands

Masteropleiding

  • Officiële titel masteropleiding: Educatie in de Taal- en cultuurwetenschappen

  • Afstudeerrichting: Nederlands

  • Studenten die zich aanmelden voor de master Educatie in de Taal- en cultuurwetenschappen worden toegelaten tot een specifieke afstudeerrichting, bijvoorbeeld Nederlands. Deze masteropleiding met afstudeerrichting Nederlands wordt ook wel de tweejarige Educatieve master Nederlands genoemd.

Opzet van de opleiding

De Educatieve master omvat in totaal 120 EC (2 jaar studie in voltijd). Een aantal vakken is specifiek gericht op de vakinhoud Nederlands (totaal 45 EC), daarnaast worden vakken aangeboden over pedagogiek en vakdidactiek (25 EC). Bij inhoudelijke vakken wordt een verbinding met de schoolpraktijk gemaakt en bij pedagogische en vakdidactische vakken wordt een verbinding met de vakinhoud Nederlands gemaakt. In het eerste jaar start het praktijkdeel van de opleiding, de stage op een school voor voortgezet onderwijs (30 EC). Aan het einde van de opleiding schrijf je een masterscriptie (15 EC) en doe je verslag van een daaraan inhoudelijk gekoppeld onderzoek binnen jouw eigen onderwijspraktijk (5 EC).

Contact

Voor uitgebreide en actuele contactgegevens van de ICLON Lerarenopleiding zie de website.

Jaar 1

Vak EC Semester 1 Semester 2

SEMESTER 1 (30 EC)*

Vakinhoud Nederlands Taalkunde (10 EC), keuze uit:

Didactiek van het Nederlands als tweede taal 10
Stilistiek: formuleringskeuzes en overtuigingskracht 10

Vakinhoud Nederlands Letterkunde (10 EC):

Mij maak je niets wijs! Cultuuranalyse en representatiekritiek 10

Vakinhoudelijk keuzevak, keuze uit:

Didactiek van het Nederlands als tweede taal 10
Stilistiek: formuleringskeuzes en overtuigingskracht 10
Vrouwen in het literaire bedrijf 10

SEMESTER 2 (30 EC)

Praktijk 1 15
Pedagogisch-didactisch handelen 1 7
Vakdidactiek 1 Nederlands 4
Pedagogiek (ICLON) 4

|* Voor vereisten zie 'Vakinhoudelijke vakken' bij het tabblad Programma.

Jaar 2

Jaar 2 in collegejaar 2024-2025 (voor de studenten die in september 2023 met de voltijd master gestart zijn).

Vak EC Semester 1 Semester 2

GEHELE COLLEGEJAAR:

Praktijk 2 15
Pedagogisch-didactisch handelen 2 3
Master Scriptie Educatie in de Taal- en Cultuurwetenschappen 15

SEMESTER 1 (30 EC)

Scriptieseminar Educatie in de Taal- en Cultuurwetenschappen 0
Vakdidactiek 2 Nederlands 5
Reflectie op het schoolvak Nederlands (10 EC) 10

SEMESTER 2 (30 EC)

Masterlanguage Nederlands 5
Vakdidactische verdieping 5

Keuzeruimte, keuze uit:

Innovaties op school 2
Pedagogiek 2 2
Vakdidactische verdieping 2 2

Jaar 1 (90 EC-traject)

Studenten die de Educatieve minor Nederlands of een hbo-bachelor Leraar Nederlands hebt afgerond, hebben al een (beperkte) tweedegraads onderwijsbevoegdheid en komen op basis hiervan in aanmerking voor het 90 EC-traject (30 EC aan vrijstellingen voor het educatieve deel van de master).

Vak EC Semester 1 Semester 2

SEMESTER 1 (30 EC)*

Vakinhoud Nederlands Taalkunde (10 EC), keuze uit:

Didactiek van het Nederlands als tweede taal 10
Stilistiek: formuleringskeuzes en overtuigingskracht 10

Vakinhoud Nederlands Letterkunde (10 EC):

Mij maak je niets wijs! Cultuuranalyse en representatiekritiek 10

Vakinhoudelijk keuzevak, keuze uit:

Didactiek van het Nederlands als tweede taal 10
Stilistiek: formuleringskeuzes en overtuigingskracht 10
Vrouwen in het literaire bedrijf 10

SEMESTER 2 (30 EC)

Scriptieseminar Educatie in de Taal- en Cultuurwetenschappen 0
Praktijk 2 15
Pedagogisch-didactisch handelen 2 3
Vakdidactiek 2 Nederlands 5
Vakdidactische verdieping 5

Keuzeruimte, keuze uit:

Innovaties op school 2
Pedagogiek 2 2
Vakdidactische verdieping 2 2

|* Voor vereisten zie 'Vakinhoudelijke vakken' bij het tabblad Programma.

Jaar 2 (90 EC-traject)

Jaar 2 collegejaar 2024-2025 (voor de studenten die in september 2023 met het 90 EC-traject voltijd gestart zijn).

Vak EC Semester 1 Semester 2

SEMESTER 1 (30 EC)

Masterlanguage Nederlands 5
Reflectie op het schoolvak Nederlands (10 EC) 10
Master Scriptie Educatie in de Taal- en Cultuurwetenschappen 15

Programma

Programma 120 EC

Een inhoudelijke beschrijving van de studieonderdelen is te vinden onder het tabblad Jaar 1 en Jaar 2. Hieronder lees je meer over het totale programma en de vereisten (verplichte studieonderdelen).

Praktijkdeel van de master (30 EC)

Het praktijkdeel bestaat uit een schoolstage met het accent op de onderbouw (jaar 1) en een schoolstage met het accent op de bovenbouw (jaar 2) inclusief supervisie en vakdidactische intervisie. Het praktijkdeel vormt de rode draad in het programma; immers in het handelen in de praktijk komen alle onderdelen samen: de vakinhoudelijke, (vak)didactische en pedagogische kennis worden hier toegepast, en door reflectie op het eigen handelen en het onderzoeksmatig analyseren van de praktijk ontwikkel je je eigen professionele vaardigheden.

De stages vinden plaats op twee verschillende scholen. Zo doe je in diverse praktijken kennis en ervaring op ten aanzien van sociaal-culturele achtergronden van leerlingen.
Mocht je in jaar twee op dezelfde school willen blijven (stage of baan), dan is dat mogelijk. Je moet er dan wel aantoonbaar kennismaken met een andere praktijk door bijvoorbeeld een week met een medestudent op een andere school mee te lopen. De exacte invulling stem je af met je supervisor en moet goed gedocumenteerd worden.

Je wordt tijdens het praktijkdeel begeleid door een supervisor vanuit het ICLON en een begeleider op school.

Het praktijkdeel begint met verplichte startactiviteiten die student voorbereiden op de opleiding en de stage/baan op school. Deze activiteiten moeten voldaan zijn voor het begin van het academisch jaar in september.

Vereisten:

  • Praktijk 1 (15 EC)

  • Praktijk 2 (15 EC)

Vakinhoudelijke vakken (45 EC)

Het vakinhoudelijke deel van de master bestaat uit 45 EC aan vakinhoud Nederlands. Hierbij komen alle domeinen van de vakdiscipline aan bod: taalkunde, taalbeheersing en letterkunde. Bij ieder studieonderdeel denk je ook na over de vertaling naar het onderwijs. Zo kan de vakinhoud Nederlands meteen binnen één van de vakdidactische cursussen of in het kader van een stage worden gebruikt als basis voor een les of lessenserie.
Binnen de 45 EC vakinhoud geldt een aantal vereisten, daarnaast heb je een deel keuzeruimte.

Vereisten:

  • Minimaal 3 Leidse mastercursussen van elk 10 EC op het terrein van de Neerlandistiek (30 EC):
    1) Verlicht één cursus op het terrein van de Letterkunde (10 EC): Mij maak je niets wijs! Cultuuranalyse en representatiekritiek ;
    2) Verlicht één cursus op het terrein van de Taalkunde (10 EC): keuze uit 2 vakken, zie tabblad Jaar 1;
    3) Keuze vakinhoud Neerlandistiek jaar 1 (10 EC): keuze uit 3 vakken, zie tabblad Jaar 1.

  • Minimaal 1 cursus uit het landelijke, interuniversitaire programma Masterlanguage aanbod op het terrein van de Neerlandistiek (5 EC).

  • Reflectie op het schoolvak Nederlands (10 EC).

NB Afhankelijk van het voortraject dat je gevolgd hebt, kunnen bij de toelating aanvullende eisen gesteld zijn met betrekking tot de invulling van het vakinhoudelijk deel. Neem contact op met de studieadviseur als je hier vragen over hebt.

Pedagogisch- en (vak)didactisch vakken (25 EC)

In dit deel van de master komen algemene onderwijs- en leertheorieën en vakspecifieke didactiek aan bod. Daarnaast wordt aandacht besteed aan pedagogisch handelen in de klas en op school, gesprekstechnieken en onderwijsinnovaties op diverse niveaus.

Vereisten:

  • Pedagogisch-didactisch handelen 1 (7 EC)

  • Vakdidactiek 1 (4 EC)

  • Pedagogiek (4 EC)

  • Pedagogisch-didactisch handelen 2 (3 EC)

  • Vakdidactiek 2 (5 EC)

  • Keuzeruimte (2 EC)

Twee eindproducten (20 EC)

Twee eindproducten worden beoordeeld: een vakinhoudelijke masterscriptie (15 EC) en een verslag van een onderzoek naar de eigen onderwijspraktijk (Vakdidactische verdieping, 5 EC). Studenten kiezen tijdens het scriptieseminar één thema waarin zij zich zowel vakinhoudelijk (masterscriptie) als vakdidactisch-kritisch zullen verdiepen (het vakdidactisch onderzoek binnen Vakdidactische verdieping of het vakdidactisch ontwerp binnen Vakdidactiek 2).

Vereisten (verplichte studieonderdelen):

  • Scriptieseminar (0 EC)

  • Masterscriptie (15 EC)

  • Vakdidactische verdieping (5 EC)

Oriëntatie op en verbinding met de onderwijspraktijk (semester 1)

Tijdens het eerste semester van de master ligt de focus op de vakinhoudelijke vakken op de faculteit. Parallel hieraan oriënteren studenten zich op de onderwijspraktijk tijdens de startdagen en via een korte stage. Daarnaast wordt bij twee vakinhoudelijke vakken een verbinding gemaakt met de onderwijspraktijk.

Startdagen
De startactiviteiten bereiden studenten voor op de master en de stage op school. Tijdens de startdagen ontvangen studenten een introductie op de opleiding en nemen deel aan een training regie, een training lesontwerpen en een training gespreksvaardigheden.

Oriëntatie op de lespraktijk
Om vast een beeld van het leraarschap te vormen, lopen studenten gedurende het eerste semester een korte oriënterende stage. Deze oriëntatie op de lespraktijk omvat de volgende onderdelen:

  • Startbijeenkomst

  • Oriënterende stage (2 a 3 dagdelen in de periode oktober/november)

  • Afsluitende bijeenkomst
    Aan het begin van het collegejaar ontvangen studenten hier meer informatie over.

Verbinding vakinhoudelijke vakken en vo onderwijs
Tijdens het eerste semester volgen studenten vakken op de faculteit. Deze vakken dragen bij aan het ontwikkelen van vakinhoudelijke kennis voor de schoolpraktijk. In de eindopdracht(en) van twee van deze vakinhoudelijke vakken laten studenten zien welke rol het onderwerp speelt in de schoolpraktijk. Concrete instructies voor deze eindopdrachten zijn weergegeven in de syllabus van het betreffende vak.
Deze verbinding is van toepassing op het vak van 10 EC op gebied van Letterkunde en het vak van 10 EC op gebied van Taalbeheersing/Taalkunde (niet op het vakinhoudelijk keuzevak).

Vedeling studielast jaar 2

In jaar 2 van het 120 EC-traject zijn drie studieonderdelen over het gehele collegejaar verspreid. Hieronder zie je de verdeling van de studielast (EC's) van deze studieonderdelen per semester.

Studieonderdeel Semester 1 Semester 2
Pedagogisch-didactisch handelen 2 (3 EC) 1 EC 2 EC
Praktijk 2 (15 EC) 7 EC 8 EC
Master Scriptie (15 EC) 7 EC 8 EC

Programma 90 EC-traject

Studenten die de Educatieve minor Nederlands of een hbo-bachelor Leraar Nederlands hebben afgerond, hebben al een (beperkte) tweedegraads onderwijsbevoegdheid en komen op basis hiervan in aanmerking voor het 90 EC-traject (30 EC aan vrijstellingen voor het educatieve deel van de master).

Over de master

Meer informatie over de master

Deze master is ontwikkeld in nauwe samenwerking tussen de Faculteit Geesteswetenschappen (FGW) en het Interfacultair centrum voor lerarenopleiding, onderwijsontwikkeling en nascholing (ICLON).

Op dit tabblad vind je informatie over:

  • Start van opleiding en stageplaatsing

  • Aanwezigheidsplicht

  • Aanmelden/inschrijven studieonderdelen

  • Writing Lab voor schrijfhulp

  • Contactgegevens

  • Eindtermen van de opleiding

  • Onderwijsbevoegdheid

Start van opleiding en stageplaatsing

Studenten ontvangen vanuit de ICLON onderwijsadministratie per e-mail informatie over de digitale startcourse, verplichte startdag, de stageplaatsing en het rooster. Communicatie vanuit de ICLON Onderwijsadministratie (iclonlo@iclon.leidenuniv.nl) wordt verstuurd naar het privé e-mailadres. Centrale communicatie vanuit de Universiteit Leiden verloopt via het umail-adres. Lees de toegestuurde informatie aandachtig door. Niets ontvangen? Controleer je spamfolder!

Aanwezigheidsplicht

Tijdens werkcolleges aan de faculteit der Geesteswetenschappen geldt een aanwezigheidsplicht. Studenten mogen per college maximaal twee van de dertien bijeenkomsten missen (ongeacht de reden). Studenten die meer dan twee keer afwezig zijn geweest dienen contact op te nemen met de studieadviseur. Als er naar diens oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden, kan van de regel om maximaal twee bijeenkomsten te mogen missen worden afgeweken. De studieadviseur neemt zijn/haar besluit in overleg met de docent(en) en maakt de uitkomst kenbaar aan de student en de betrokken docent(en).
Voor onderwijsactiviteiten aan het ICLON geldt datje aanwezigheid bij alle colleges wordt verwacht; hierin worden theorie en praktijkervaringen met elkaar verbonden en deelname is dus belangrijk om de opleiding met succes te doorlopen. Mocht je door ziekte of andere overmacht toch een keer een college missen, meld je dan voorafgaand aan het betreffende college af bij de docent. Er wordt dan besproken of en hoe je het onderwijs kunt inhalen.

Aanmelden/inschrijven studieonderdelen

  • De ICLON Onderwijsadministratie regelt de inschrijving voor ICLON-studieonderdelen.

  • Je ontvangt vanuit de ICLON Onderwijsadministratie instructies over de aanmeld/inschrijfprocedure van vakinhoudelijke vakken, keuze vakken en extern onderwijs. Zoals hierboven aangegeven, wordt deze informatie verstuurd naar je privé e-mailadres (controleer eventueel ook je spamfolder). Inschrijving voor vakken is mogelijk tot uiterlijk 14 kalenderdagen voor aanvang van een onderwijseenheid (zie artikel 3.4.1.1 van de OER). Lees de instructies dus tijdig door. Let op: de aanmeldprocedure kan dus afwijken van wat beschreven staat bij de individuele studieonderdelen elders op de Studiegids.

  • Vooruitlopend op deze instructies: inschrijven voor studieonderdelen van Masterlanguage (extern onderwijs) gaat via de Masterlanguage website. Klik op het te volgen studieonderdeel (te vinden via Cursusaanbod) en volg de inschrijfinstructies op.

Bij twijfel of vragen: neem dan contact op met de ICLON Onderwijsadministratie via iclonlo@iclon.leidenuniv.nl of 071 527 40 15.

Writing Lab voor schrijfhulp

Studenten van de tweejarige Educatieve master kunnen gebruik kunnen maken van Writing Lab. Writing Lab helpt studenten om betere academische schrijvers te worden middels drie verschillende vormen van schrijfhulp. Voor meer informatie zie de website Writing Lab Leiden & Den Haag.

Contactgegevens

  • Voor vragen over studentenzaken zoals het rooster, cijferregistratie in uSis, enrollment in Brightspace, (her)in- en uitschrijven bij de universiteit, afstuderen en diploma-uitreiking kun je contact opnemen met de Onderwijsadministratie van het ICLON.

  • Ben je zittende student en heb je studiegerelateerde vragen? Bij bijvoorbeeld studievertraging of persoonlijke omstandigheden is in principe je supervisor het eerste aanspreekpunt. Je kunt daarnaast altijd contact opnemen met de studieadviseur Toke Egberts.

Voor uitgebreide en actuele contactgegevens zie de ICLON-website.
In de Brightspace course ICLON lerarenopleiding staat meer informatie over:

  • Begeleiding en advies tijdens de opleiding

  • Bij wie je terecht kunt met vragen

Eindtermen van de opleiding

De Eindtermen van de opleiding zijn opgenomen in de Onderwijs- en examenregeling (OER).

Onderwijsbevoegdheid

De eerstegraads onderwijsbevoegdheid staat aangetekend op het diploma-supplement dat bij het masterdiploma hoort.

Meer informatie

Waar vind je welke informatie?

Informatie vanuit de opleiding en universiteit vind je op de volgende plakken:

  • Studeigids

  • Brightspace

  • Studentenwebsite

  • Reglementenpagina
    Lees hieronder waar je welke informatie kunt vinden.

Studiegids

In deze elektronische Studiegids vind je specifieke informatie over de master. Je vindt hier bijvoorbeeld informatie over:

  • Curriculumonderdelen

  • Programmavereisten en keuze mogelijkheden

  • Deadlines

  • Links naar het rooster van de onderwijsactiviteiten

Brightspace

Brightspace is de digitale leeromgeving van de Universiteit Leiden. Ieder curriculumonderdeel heeft een eigen ‘course’ in Brightspace. Daarnaast kun je in de course ICLON lerarenopleiding algemene informatie vinden over onder andere:

  • Begeleiding en advies

  • Bij wie je terecht kunt met vragen

  • Berichtgeving vanuit de opleiding

  • Startcourse

  • Documenten vanuit de ICLON Opleidingscommissie

Studentenwebsite

Op de studentenwebsite vind je algemene informatie voor studenten van de Universiteit Leiden. Selecteer je opleiding (Educatieve master) om ook opleiding specifieke informatie te vinden. Voorbeelden van informatie:

Reglementen Educatieve master

In de organisatiegids vind je belangrijke regelementen en documenten van de Educatieve master, zoals bijvoorbeeld:

  • Onderwijs- en examenregeling (OER)
    De Onderwijs- en Examenregeling is een wettelijk document dat geldig is voor één collegejaar. In de OER vind je bijvoorbeeld informatie over:
    o Vrijstellingen aanvragen
    o Tentamens (beoordelingstermijn, geldigheidsduur, et cetera)
    o Cum laude criteria
    o Gedragscodes
    o Eindtermen van de opleiding

  • Regels en Richtlijnen van de Examencommissie
    In de Regels & Richtlijnen zijn de taken en bevoegdheden van de Examencommissie opgenomen en is informatie voor de student te vinden over de gang van zaken met betrekking tot tentamens en de beoordeling hiervan.

  • Lijst van examinatoren
    De Examencommissie van het ICLON benoemt ieder collegejaar examinatoren. Docenten aangewezen voor het huidige collegejaar staan vermeld in de lijst van examinatoren

Arbeidsmarktvoorbereiding

Career Service, LU Career Zone en career workshops kalender

Facultaire Career Service

Studenten van de tweejarige Educatieve master kunnen gebruik maken van de Career Service Geesteswetenschappen. Je kunt hier terecht voor bijvoorbeeld individueel loopbaanadvies, check van je cv/ brief/LinkedIn profiel, voorlichtingsbijeenkomsten en career events.

Leiden University Career Zone

De Leiden University Career Zone is dé website voor studenten en alumni van de Universiteit Leiden ter ondersteuning van de (studie)loopbaan. Je vindt er advies, informatie, (loopbaan)tests en tools op het gebied van (studie)loopbaanplanning, loopbaanmogelijkheden met je opleiding, arbeidsmarktoriëntatie, solliciteren, het alumni Mentornetwerk, job portal, workshops en events en Career services.

Workshops en events

In de cursuskalender vind je een overzicht van loopbaan en sollicitatie workshops, georganiseerd door de Career services.

Arbeidsmarktvoorbereiding in de tweejarige Educatieve master

De Universiteit Leiden heeft als doel om jou, naast het bieden van een gedegen universitaire opleiding, zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt en daarmee bij te dragen aan de ontwikkeling van jouw employability, je inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Hierdoor wordt het makkelijker om de overstap naar de arbeidsmarkt te maken, inzetbaar te blijven in een dynamische arbeidsmarkt, in een (loop)baan die past bij je eigen persoonlijke waarden, voorkeuren en ontwikkeling.

Employability-ontwikkeling bestaat uit vijf samenhangende onderdelen. Het is van belang dat de student zich gedurende zijn studie ontwikkelt op alle onderdelen.

Een inzetbaar profiel is de kern van de employability van een student. Studenten die [1] vakoverstijgende vaardigheden en [2] vakspecifieke kennis en vaardigheden hebben ontwikkeld en [3] praktijkervaring hebben opgedaan zijn beter inzetbaar op de arbeidsmarkt. Om het inzetbaar profiel heen, vormt zich de zelfredzaamheid van de student op de arbeidsmarkt. Studenten die door [4] arbeidsmarktoriëntatie de arbeidsmarkt leren kennen en kunnen reflecteren op hun eigen profiel en ontwikkeling [5] zelfreflectie zijn beter in staat om hun weg te vinden op de arbeidsmarkt, direct na afstuderen, maar ook later als hun loopbaan zich ontwikkelt.

De employability-ontwikkeling wordt binnen de lerarenopleiding als volgt vorm gegeven. Overkoepelend doel van de lerarenopleiding is dat leraren zelfstandig richting leren geven aan hun eigen denken en handelen (agency), met betrekking tot de drie wettelijke bekwaamheidsdomeinen in onderlinge samenhang: vakinhoudelijke, (vak)didactische en pedagogische bekwaamheid. Dit betekent dat leraren in toenemende mate (1) bewust worden van mogelijkheden met betrekking tot deze domeinen; (2) ontdekken wat ze belangrijk vinden in het onderwijs en dit ook kunnen verantwoorden naar betrokkenen; (3) door hen gewenste mogelijkheden in toenemende mate kunnen realiseren.

In het opleidingsmodel van het ICLON is nadrukkelijk aandacht voor het handelen van de leraar in de complexe praktijk. Wij nemen in de opleiding daarvoor de klasecologie van de leraar-in-opleiding en wat de leraar daarbinnen al doet en wil bereiken (doelsysteem) als uitgangspunt. We ondersteunen leraren bij het regelmatig doorlopen van een leercyclus (voornemens formuleren, ontwerpen, uitvoeren, leren van ervaringen en reflectie op het doelsysteem). Daarbij is niet alleen aandacht voor problematische ervaringen maar ook expliciet aandacht voor het leren van succeservaringen, omdat dit de leraar helpt te bepalen wat hij of zij al kan en belangrijk vindt. De verschillende fasen van de cyclus worden theoretisch verdiept en verbreed doordat leraren worden ingeleid in theoretische perspectieven met betrekking tot de drie bekwaamheidsdomeinen. Op deze manier worden leraren in de gelegenheid gesteld een persoonlijke leerroute te doorlopen waarbij ze stapsgewijs voortbouwen op wat ze al willen en kunnen, en zo hun onderwijsrepertoire met betrekking tot de drie bekwaamheidsdomeinen in onderlinge samenhang te ontwikkelen. Daarmee kan ook een goede balans worden gevonden tussen innovatie en routines. Vernieuwing van het repertoire vindt zo namelijk telkens stapsgewijs plaats en maakt gebruik van wat een leraar al wil en kan. In dit proces worden leraren bovendien gestimuleerd de instrumentele en normatieve kant van de professionalisering op elkaar af te stemmen. Enerzijds wordt leraren regelmatig gevraagd waarom ze een bepaalde handelwijze belangrijk vinden en in hoeverre betrokkenen zoals leerlingen, ouders en collega’s dit ook nastrevenswaardig vinden (normatieve kant). Omgekeerd worden leraren uitgenodigd om vanuit de hogere doelen van het doelsysteem weer af te dalen door zich af te vragen hoe deze (nog meer) kunnen worden gerealiseerd (instrumentele kant).

De leerroute voor de student vindt deels plaats op school en deels op het instituut. Daarbij proberen we zowel binnen het instituut als op school een leergemeenschap te ontwikkelen waarin leraren niet alleen leren van opleiders en begeleiders op school, maar ook van elkaar en van collega’s op school. Voor de bekwaamheidsdomeinen zijn doorlopende leerlijnen ontwikkeld die zowel de initiële opleiding als de inductiefase en deels ook voortgaande professionalisering omvatten. Binnen deze leerlijnen worden belangrijke onderwijstaken onderscheiden waaraan in de opleiding wordt gewerkt, zoals het ontwerpen en geven van gedifferentieerd onderwijs, het maken van contact met leerlingen, instructie geven, leerlingen motiveren, afstemmen op de leerlingen et cetera. Leraren krijgen vervolgens hulp op maat bij het bij het uitvoeren van deze taak; daarbij spelen zoals eerder aangegeven perspectieven en bijbehorende handvatten een belangrijke rol. Daarbij is er aandacht voor formatieve evaluatievormen waarvan leraren weer kunnen leren.