More info
Eindtermen van de opleiding
Inschrijvingsvormen
Het studieprogramma
BA-afstudeerwerkstuk en afstudeereisen
Afbouw major-minorcombinaties
Aansluitende masterprogramma’s
Eindtermen van de opleiding
Eindkwalificaties
1. Met betrekking tot kennis en inzicht
De afgestudeerde van de bacheloropleiding Wijsbegeerte beschikt over:
kennis van en inzicht in de historische ontwikkeling van de wijsbegeerte, in het bijzonder ook in relatie tot de ontwikkeling van de verschillende vakwetenschappen;
kennis van en inzicht in de maatschappelijke en culturele betekenis van de wijsbegeerte;
kennis van en inzicht in de voornaamste klassieke onderdelen van de wijsbegeerte, hun problemen, hun methoden en hun kernbegrippen.
2. Met betrekking tot vaardigheden en attitudes
De afgestudeerde Bachelor Wijsbegeerte is in staat om:
zelfstandig wijsgerige literatuur te verzamelen rond een bepaald onderwerp of thema met behulp van traditionele en moderne (ICT-)technieken en deze literatuur te selecteren op relevantie en kwaliteit;
zelfstandig wijsgerige teksten te bestuderen en te analyseren in termen van argumenten en conclusies en deze te beoordelen op hun argumentatieve kwaliteiten;
zelfstandig een wijsgerige, goed afgebakende onderzoeksvraag te formuleren, deze te plaatsen in een wijsgerige context en te onderbouwen met argumenten;
op zakelijke, constructieve wijze kritiek te formuleren op wijsgerige standpunten van anderen en kritiek te verwerken op eigen standpunten;
een heldere schriftelijke samenvatting te geven van een wijsgerige tekst en eigen wijsgerige overwegingen, argumentatie en conclusies naar aanleiding van een onderzoeksvraag vast te leggen in een goed opgebouwd en voor een beoogde doelgroep toegankelijk verslag;
onder supervisie een werkplan voor het afstudeerwerkstuk op te stellen en uit te voeren;
een helder opgebouwd, goed te volgen wijsgerig betoog te houden in de vorm van een referaat of lezing, desgewenst ondersteund door digitale presentatietechnieken;
op zakelijke, constructieve wijze deel te nemen en leiding te geven aan een academische discussie;
zich in begrijpelijk Engels uit te drukken in woord en geschrift tegenover een academisch (lezers)publiek (‘taalbeheersing academisch Engels’);
(alleen voor major-minorvarianten: zelfstandig vraagstukken eigen aan een bepaald wetenschapsgebied in een wijsgerig perspectief te plaatsen en vanuit dit perspectief als onderzoeksvraag te herformuleren).
Daarnaast beschikt de afgestudeerde over filosofische sensibiliteit o.a. tot uitdrukking komend in het vermogen tot het stellen van filosofisch vruchtbare vragen.
Niveau-eisen
1. Met betrekking tot kennis en inzicht
de afgestudeerden beschikken over kennis en inzicht op het gebied van de wijsbegeerte, die het niveau van het voortgezet onderwijs verregaand overtreffen;
de afgestudeerden hebben kennis genomen van de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied.
2. Met betrekking tot het toepassen van kennis en inzicht
- de afgestudeerden hebben in het BA-afstudeerwerkstuk (10 EC) aangetoond hun verworven kennis en inzicht toe te kunnen passen bij de analyse van problemen op het vakgebied, bij een kritische beoordeling van voorgestelde oplossingen voor die problemen en bij het formuleren van lijnen van verder onderzoek ter zake.
3. Met betrekking tot oordeelsvorming
- de afgestudeerden hebben in de onderwijseenheden van niveau 400 niet alleen overzichten gegeven van de bestaande literatuur over een bepaald onderwerp, maar hebben ook eigen standpunten bepaald en deze met argumenten onderbouwd in overeenstemming met de normen van de gekozen stijl van filosoferen.
4. Met betrekking tot communicatie
getraind door het geven van referaten zijn de afgestudeerden in staat informatie en ideeën op heldere wijze aan een breder publiek over te brengen.
door de onderwijseenheden voor Academic English (5 EC) en door andere vaardighedentrainingen zijn de communicatievaardigheden van de afgestudeerden verder ontwikkeld.
5. Met betrekking tot leervaardigheden
- de toenemende mate van zelfstandigheid in de studie stelt de afgestudeerden in staat om een vervolgopleiding met een hoger niveau van autonomie met succes af te ronden.
Voorts leidt elke Leidse opleiding in de geesteswetenschappen op tot facultair geformuleerde:
Algemene academische vaardigheden
De afgestudeerde Bachelor kan:
Schriftelijke presentatievaardigheden
- onderzoeksresultaten helder en beargumenteerd uiteenzetten en
- een antwoord formuleren op vragen betreffende (een onderwerp in) het vakgebied
in de vorm van een heldere en goed opgebouwde schriftelijke presentatie;
overeenkomend met de criteria die het vakgebied daaraan stelt;
met gebruikmaking van relevante illustratie- of multimediale technieken;
dat gericht is op een specifieke doelgroep.
Mondelinge presentatievaardigheden
- actief deelnemen aan een vakinhoudelijke discussie.
- onderzoeksresultaten helder en beargumenteerd uiteenzetten;
- een antwoord formuleren op vragen betreffende die (een onderwerp in) het vakgebied
in de vorm van een heldere en goed opgebouwde mondelinge presentatie;
overeenkomend met de criteria die het vakgebied daaraan stelt;
met gebruikmaking van moderne presentatietechnieken;
die gericht is op een specifieke doelgroep;
Elementaire onderzoeksvaardigheden, waaronder heuristische vaardigheden
vakwetenschappelijke literatuur verzamelen en selecteren met behulp van traditionele en digitale methoden en technieken;
deze analyseren en beoordelen op kwaliteit en betrouwbaarheid;
op basis hiervan een goed afgebakende probleemstelling formuleren;
onder begeleiding een onderzoek van beperkte omvang opzetten en uitvoeren met inachtneming van de voor het vakgebied relevante traditionele en digitale methoden en technieken;
op basis daarvan een beargumenteerde conclusie formuleren;
ook buiten zijn eigen vakgebied gebruik maken van zijn verworven onderzoeksvaardigheden.
Samenwerkingsvaardigheden
sociaal-communicatief optreden in samenwerkingssituaties;
constructieve kritiek geven en ontvangen en gegronde kritiek verwerken tot een herziening van het eigen standpunt;
zich houden aan overeengekomen planningen en prioriteringen.
Inschrijvingsvormen
Wijsbegeerte wordt gestudeerd door twee soorten studenten: studenten die alleen wijsbegeerte studeren en dat voltijds, en studenten die de studie wijsbegeerte, voltijds dan wel deeltijds, combineren met een andere opleiding of met een baan. Om beide groepen optimaal van dienst te zijn worden de eerste drie semesters van de bacheloropleiding Wijsbegeerte aangeboden in twee trajecten: het BA Plus-traject en het standaardtraject. Na het verplichte programma van de eerste drie semesters vervalt het onderscheid tussen de twee trajecten.
BA Plus-traject
Het BA Plus-traject is bedoeld voor voltijdstudenten die uitsluitend wijsbegeerte studeren. Het onderwijs in dit traject wordt gekenmerkt door een intensieve en begeleide training in de vaardigheden die een student wijsbegeerte zich zal moeten eigen maken. Die extra trainingen worden tutorials genoemd. Deze tutorials worden niet gebruikt voor extra informatieoverdracht, maar voor het kritisch leren lezen van moeilijke teksten (ook in het Duits en eventueel in het Frans), het leren analyseren van argumentaties, het zelf helder en precies leren argumenteren, schrijven en presenteren, en met name ook voor het met medestudenten werkelijk binnendringen in de filosofie door het voeren van filosofische discussies, het organiseren van relevante excursies, lezingen, films, etc. Ofschoon dit traject tot hetzelfde bachelordiploma leidt als het standaardtraject, krijgen studenten op hun diplomasupplement wel een aantekening dat zij het BA Plus-traject hebben gevolgd.
Studenten in het BA Plus-traject die na het eerste jaar van inschrijving niet alle propedeusecursussen hebben behaald, volgen in het tweede jaar de nog niet behaalde propedeusecursussen in het standaardtraject. De verplichte cursussen van het tweede jaar volgen zij wel in het BA Plus-traject.
Standaardtraject
Het standaardtraject is gericht op alle studenten die de studie wijsbegeerte combineren met een andere activiteit en daardoor minder ruimte hebben voor een dergelijk intensief programma. Het standaardtraject is dus bedoeld voor deeltijdstudenten, dubbelstudenten, contractstudenten en studenten die cursussen wijsbegeerte volgen in het kader van de pre-master, een minor of een keuzepakket. Doordat de helft van het onderwijs voor hen in de vroege avonduren wordt verzorgd, kunnen zij de opleiding beter inpassen in hun overige activiteiten. Dubbelstudenten die bereid zijn het volledige onderwijs binnen het BA Plus-traject te volgen worden tot dit traject toegelaten.
Overigens valt de helft van de cursussen van het standaardtraject samen met cursussen van het BA Plus-traject. Deze cursussen worden overdag verzorgd. De andere helft van de cursussen van het standaardtraject wordt aangeboden in de avonduren. Het cluster cursussen dat overdag dan wel ’s avonds wordt aangeboden alterneert jaarlijks. Met andere woorden: een cursus in het standaardtraject die in een bepaald jaar overdag wordt aangeboden zal in het daaropvolgende jaar in de avonduren worden geprogrammeerd.
Voltijd en deeltijd
De bacheloropleiding Wijsbegeerte wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd. Deeltijdstudenten volgen de opleiding per definitie in het standaardtraject. Voor meer informatie over de deeltijdopleiding,
zie BA Wijsbegeerte: deeltijd
Het studieprogramma
Eerste jaar (propedeuse)
De eerste helft van de bacheloropleiding Wijsbegeerte (semester 1-3) biedt een brede oriëntatie in de westerse academische filosofie. In deze fase krijgen studenten een overzicht van de geschiedenis van de wijsbegeerte en van de systematische vakken als ethiek, logica, metafysica en cultuurfilosofie. Tijdens deze inhoudelijke cursussen oefenen zij zich tevens in academische vaardigheden als analyseren, argumenteren, helder schrijven en dergelijke. Naast deze cursussen volgen de studenten ook enkele modules Klassieke teksten, waarin aan de hand van een klassieke tekst uit de geschiedenis van de filosofie wordt geleerd hoe je met dergelijke teksten omgaat, welke hulpmiddelen er beschikbaar zijn om ze te interpreteren en hoe daarover op een acceptabele manier te rapporteren.
Het eerste studiejaar, de propedeuse, bestaat geheel uit verplichte onderdelen. In het eerste jaar volgen studenten elf vakcursussen en één module Klassieke teksten. Studenten in het BA Plus-traject volgen bovendien het Onderzoeksseminar, waarin zij kennismaken met het onderzoek zoals dat aan het Instituut voor Wijsbegeerte wordt verricht.
Tweede jaar
De eerste helft van het tweede bachelorjaar Wijsbegeerte vormt een voortzetting en verdieping van het inleidende programma van de propedeuse. Studenten volgen nog eens vier verplichte filosofische vakken, een tweede module Klassieke teksten en het onderdeel Academische steuntaal. Voor dit laatste onderdeel kunnen studenten een keuze maken tussen Academic English of Filosofisch Duits, of een van de door andere opleidingen verzorgde cursussen Frans, Grieks, of Latijn. Het tweede semester van het tweede jaar biedt studenten de gelegenheid om in de keuzeruimte hun intellectuele horizon te verbreden.
Derde jaar
Het derde jaar van de bacheloropleiding wordt gekenmerkt door meer verdieping en meer keuzevrijheid. Studenten maken een keuze voor één van de volgende vier specialisaties: Geschiedenis van de filosofie, Theoretische filosofie, Filosofie van mens, techniek en cultuur, of Ethiek en Politieke filosofie.
In het derde jaar worden 50 EC besteed aan wijsgerige cursussen. Studenten volgen vijf thematische cursussen van elk 10 EC uit een jaarlijks wisselend aanbod, drie in het eerste semester en twee in het tweede semester. Ten minste twee van deze vijf cursussen worden gevolgd binnen de gekozen specialisatie. De keuze van de andere drie cursussen is vrij, maar ten minste één van deze drie cursussen moet worden gekozen uit het aanbod van een andere specialisatie. In bijzondere gevallen kan met instemming van de scriptiebegeleider en met toestemming van de examencommissie één cursus binnen de gekozen specialisatie worden vervangen door een literatuurstudie op het terrein van het BA-afstudeerwerkstuk ter grootte van 10 EC.
Het derde jaar wordt afgesloten met een BA-afstudeerwerkstuk van 10 EC en niveau 400 (zie onder:
BA-afstudeerwerkstuk en en afstudeereisen).
Academische steuntaal
Voor het onderdeel Academische steuntaal in het tweede jaar kunnen studenten een keuze maken tussen de cursussen Academic English, Filosofisch Duits, of de door andere opleidingen aangeboden cursussen Frans: Taalvaardigheid A, Grieks voor niet-classici, of Latijn voor niet-classici bij de desbetreffende opleidingen. De cursus Frans kan worden uitgebreid tot 10 EC in semester 2; Grieks en Latijn kunnen worden uitgebreid tot 10 EC in semester 1 en tot 20 EC in semester 2. Extra studiepunten die zijn verkregen door uitbreiding van het onderdeel academische steuntaal, of door het volgen van een tweede cursus binnen dit onderdeel, kunnen worden opgenomen in de keuzeruimte.
De gehele cursus Grieks (of Latijn) voor niet-classici omvat 20 EC en is verdeeld over vier blokken. Studenten hebben de mogelijkheid om in één jaar (20 EC) het eindexamenniveau te behalen. Filosofiestudenten kunnen losse onderdelen van de cursus volgen, maar moeten dan wel rekening houden met het startniveau. Afhankelijk van hun achtergrondkennis kunnen studenten namelijk op verschillende momenten instappen. Studenten zonder enige voorkennis van Grieks of Latijn starten in september. Zij mogen na het eerste blok (de eerste tussentoets) stoppen, maar studenten wordt aangeraden om in ieder geval een semester college te volgen (10 EC). Daarna kunnen zij desgewenst de cursus vervolgen in semester 2. Studenten die op het vwo al Grieks of Latijn hebben gedaan, kunnen instappen in semester 2. In deze fase van de cursus wordt de grammatica afgerond en worden originele teksten gelezen. Ook in dit geval kunnen studenten stoppen na blok 3 (tussentoets 3), maar het wordt aangeraden het gehele semester af te maken voor 10 EC.
Meer informatie is te verkrijgen bij de studieadviseur van de opleiding Griekse en Latijnse talen en culturen: stucogltc@hum.leidenuniv.nl
De keuzeruimte
In het tweede semester van het tweede jaar van de bacheloropleiding Wijsbegeerte biedt het studieprogramma een keuzeruimte van 30 EC. Het is ook mogelijk de keuzeruimte in zijn geheel door te schuiven naar het derde jaar, of gedeeltelijk in het tweede en gedeeltelijk in het derde jaar te plannen. In dat geval kunnen studenten in het tweede semester van het tweede jaar alvast BA3-cursussen volgen.
De keuzeruimte van 30 EC kan worden ingevuld met een individueel (zelf samengesteld) keuzepakket. In het pakket mogen zowel niet-wijsgerige als wijsgerige onderdelen worden opgenomen, maar de opleiding stimuleert haar studenten de keuzeruimte te gebruiken voor niet-filosofische onderdelen. De keuzeruimte kan ook worden ingevuld met een vastgestelde minor (zie ook minorensite ), of een PraktijkStudie. Daarnaast kunnen studenten de keuzeruimte gebruiken voor een academische stage, of een studieverblijf in het buitenland.
Een individueel keuzepakket moet altijd vooraf ter goedkeuring worden voorgelegd aan de examencommissie . De examencommissie beoordeelt of het voorgestelde pakket voldoende samenhang en niveau-opbouw heeft. Ten minste een van de cursussen van het keuzepakket moet niveau 300 hebben. Ook een stageplan of het beoogde studieprogramma aan een buitenlandse universiteit moet vooraf worden goedgekeurd door de examencommissie. Een minor hoeft niet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de examencommissie.
Specialisaties
De bacheloropleiding Wijsbegeerte heeft de volgende specialisaties:
Geschiedenis van de filosofie
Theoretische filosofie
Filosofie van mens, techniek en cultuur
Ethiek en Politieke filosofie
BA-afstudeerwerkstuk en afstudeereisen
Om te kunnen afstuderen dienen studenten de propedeuse en alle onderdelen van het tweede en derde jaar te hebben behaald. De bacheloropleiding wordt afgesloten met een BA-afstudeerwerkstuk. In het werkstuk laat een student zien dat hij of zij in staat is zelfstandig een kritische beschrijving te geven van de state of the art met betrekking tot een filosofisch probleem op het terrein van de gekozen specialisatie.
Eindtermen
Uit het afstudeerwerkstuk moet blijken dat de student voldoet aan de eindtermen die voor deze opleiding zijn vastgesteld voor zowel kennis als vaardigheden. Meer concreet moet uit het werkstuk en uit de werkwijze die tot dat werkstuk heeft geleid blijken dat de student in staat is om:
onder supervisie een werkplan te ontwikkelen, uit te voeren en te evalueren;
vakwetenschappelijke literatuur te selecteren en te verzamelen;
de in de opleiding verworven kennis en inzichten toe te passen bij het oplossen van problemen binnen het vakgebied;
zelfstandig een eigen standpunt te bepalen in een actuele filosofische discussie;
onderzoeksresultaten ordelijk, helder, toegankelijk en met argumenten omkleed in een schriftelijk verslag vast te leggen.
Afstudeerfase
De afstudeerfase start uiterlijk op het moment dat de student 150 EC van het bachelorprogramma heeft afgerond en niet eerder dan het moment waarop de student 120 EC van het bachelorprogramma heeft afgerond en ten minste één cursus uit het gekozen specialisatie succesvol heeft afgesloten. De tutor van de student ziet er op toe dat de afstudeerfase binnen deze grenzen start. In het BA-afstudeerwerkstuk wordt in principe een onderwerp uitgewerkt uit één van de BA3-cursussen die de student heeft gevolgd. Een student die 150 EC van het bachelorprogramma heeft afgelegd en die geen onderwerp voor een werkstuk heeft weten te kiezen binnen drie weken te rekenen vanaf het moment waarop 150 EC zijn behaald, maakt een keuze uit het standaardaanbod voor afstudeerwerkstukken van de betreffende specialisatie.
Begeleiding
De student wordt bij het schrijven van het werkstuk begeleid door een docent van het Instituut voor Wijsbegeerte. De opleiding hecht aan duidelijke afspraken over de rechten en plichten van de student in deze belangrijke fase van de opleiding. Deze rechten en plichten, waaraan overigens ook de begeleider zich committeert, zijn vastgelegd in het Protocol afstudeerfase. De afspraken met betrekking tot de planning en begeleiding bij het schrijven van het afstudeerwerkstuk worden door de student en de begeleider schriftelijk vastgelegd in het Afsprakenformulier BA-afstudeerwerkstuk . De afspraken betreffen de keuze van het onderwerp van het werkstuk en de fasering van het onderzoek resulterend in het werkstuk. In de fasering zijn ten minste vier rapportage/feed back momenten opgenomen, en wel met betrekking tot:
Formele eisen en beoordelingscriteria
Het afstudeerwerkstuk heeft een studielast van 10 EC en een omvang van maximaal 8.500 woorden inclusief noten, bibliografie en bijlagen. De vereisten waaraan het BA-afstudeerwerkstuk moet voldoen en de criteria die worden gehanteerd bij de beoordeling van het afstudeerwerkstuk zijn vastgelegd in het Protocol afstudeerfase.
Afbouw major-minorcombinaties
Studenten die in voorgaande jaren met een major-minorcombinatie zijn gestart, worden in de gelegenheid gesteld deze opleiding af te ronden. Zie voor informatie over de samenstelling van de verschillende programma’s de volgende archiefpagina. Studenten die vragen hebben over de afronding van hun major-minorprogramma wordt geadviseerd contact op te nemen met de studieadviseur.
Aansluitende masterprogramma’s
Het bachelordiploma Wijsbegeerte geeft rechtstreeks toegang tot de masteropleiding Philosophy (60 EC) aan de Universiteit Leiden. Na afronding van de eenjarige masteropleiding Philosophy kunnen studenten die zich willen voorbereiden op een loopbaan in het voortgezet onderwijs de educatieve masteropleiding bij het ICLON volgen (één jaar voltijd, twee jaar deeltijd) en daarmee een eerstegraads lesbevoegdheid in filosofie verwerven. Studenten die in de keuzeruimte de educatieve minor hebben afgerond en hun masterdiploma hebben behaald, kunnen daarna met een verkort traject de educatieve master afronden (30 EC in plaats van 60 EC).
Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de aanmeldingsprocedure, zie mastersinleiden.nl.